[:nl]Van leerling naar student[:]

[:nl]Van leerling naar student[:]

[:nl]Je zou het nog maar allemaal moeten doen, volwassen worden. Terwijl er steeds meer van je wordt verwacht, denk je zelf nog eens terug aan de lagere school en hoe moeilijk alles toen leek maar hoe makkelijk het eigenlijk was. Eind maart rijden zoon en ik naar Zuid. Rotterdam Zuid. We zijn het er over eens dat we allebei de stad haten. En mensen. En drukte. En herrie. Vooral de herrie, terwijl ondertussen Iron Maiden keihard uit de speakers knalt. Maar dat is geen herrie.

Zenuwachtig?‘ vraag ik hem tussen twee nummers door. Hij haalt achterloos z’n schouders op. Minder zenuwachtig dan de meeloopdag want dit doen we samen. Het leek alsof ik gisteren nog met dochter naar zo’n zelfde gesprek ging. Ook al weet je dat het een formaliteit is, blijft het toch spannend. Natuurlijk zijn we te vroeg. We worden op wat stoelen in de gang gewezen en het voelt alsof ik bij de directeur moet komen omdat ik wat uitgevreten heb. Het lijkt wel of ik nerveuzer ben dan Zoon, die wat op z’n telefoon speelt, totaal uitgecheckt bij het idee wat er gaat komen.

Pas na twintig minuten worden we naar binnen geroepen door een jofele leraar, die blijkbaar net zelf van school is gekomen. ‘Oh, ik zie hier dat je alleen een overgangsrapport hebt en geen diploma. Ik ben bang……‘ Zoon en ik kijken elkaar aan en mijn hart zinkt als een baksteen ergens tussen maag en nieren. Nee, nee, dit ga je niet menen. Dit is een plottwist die ik niet zag aankomen. Ik val hem in de reden en vertel dat we dit driedubbel gecheckt hebben. Het ís mogelijk. Echt! Het moet mogelijk zijn, we hebben namelijk geen alternatief, denk ik bij mezelf. Dit is wat hij wil! Eerst MBO dan HBO. Zoonlief begint onrustig te schuifelen. De jofele leraar haalt administratie erbij, die bevestigt wat ik al zei. Natuurlijk is het mogelijk! Vanaf dat moment neemt zoon de leiding in het gesprek. Ik kijk van een afstandje en ben alleen maar trots. Toekomstplannen, hobby’s, interesses. Jofele leraar is enthousiast verrast. In plaats van weer de zoveelste gamer voor zich te hebben, zit hier gewoon een jongen die eigenlijk 30 jaar te laat is geboren. Een jongen die naar concerten gaat van Iron Maiden, naar Japan is geweest en in een paar weken weer naar Australië afreist.  Een adolescent, zoals hij zichzelf tegenwoordig noemt, die een enorme indruk maakt op de mensen die tegenover hem zitten. De vragen over zijn ziekte leg ik nog even uit, gewoon, omdat dat makkelijker is en ik er meer vanaf weet.

Na een krap uurtje steekt Jofele leraar zijn hand uit: ‘Ik mag je feliciteren! Je bent nu officieel aangenomen op deze opleiding en we zien je graag terug in september.‘ Zoon lijkt een beetje overdonderd te zijn en ik grijns als een domme doos maar ik gedraag me netjes. Buiten geef ik hem gelijk een dikke knuffel. Na dit enorme kakjaar van ziek zijn en switchen tussen verschillende scholen, is dit de grote positieve stap die hij nodig heeft. Alles op z’n kop en gewoon opnieuw beginnen met een opleiding waar z’n interesse ligt. Coderen en programmeren. In september begint zoonlief aan de opleiding Applicatie&Mediabeheer maar eerst de koffers pakken voor een relaxed maandje downunder![:]

De volgende generatie

De volgende generatie

[:nl]’Waarop moest ik nou ook alweer laten prikken?‘ appt dochter vanuit de huisartsenpraktijk. ‘D3, TSH, FT4, B12, ijzer en foliumzuur.’ Haar broer had de dag er voor dezelfde lijst al laten prikken. Ik begin me ondertussen al een part-time arts te voelen. ‘Mam! Ik ben niet zwanger hoor.’ appt ze terug in verband met het foliumzuur, waarop ik weer uitleg dat foliumzuur nodig is om B12 te kunnen opnemen. Als haar vriendin ook geprikt is, want samen prikken en flauwvallen is toch leuker dan alleen, belt ze me op. De logica ontgaat mij nog steeds, dat een complete tatoeage laten zetten, geen probleem is maar een buisje bloed bij de huisarts het einde van de wereld is.

Als ik vraag hoe ze later ooit een kind op de wereld wil gaan zetten, gaat het gesprek met dochter en vriendin op speaker al snel over zwangerschappen en bevallingen. Haar vriendin is wel zwanger, 33 weken en vreselijk bang voor de bevalling. ‘Hier!’ hoor ik dochter zeggen, ‘praten jullie maar over bevallingen, ik hoef nog even niet.‘  En zo krijg ik vriendin aan de telefoon. Mijn hart gaat uit naar haar. Achttien jaar, moederloos alleen en zwanger van haar eerste kindje. Zwanger zijn is op zich al best eng. Er groeit iets in jouw. Je lichaam verandert. Je leven verandert meer dan je ooit had kunnen bedenken. Juist op het moment dat je zelf moeder gaat worden, heb je je eigen moeder zo hard nodig maar ze heeft geen moeder meer. Niemand snapte haar keus voor de kindje maar ik snap het maar al te goed. Na een moeilijke en vooral eenzame jeugd, wil je zo graag iets wat bij jou blijft, wat bij jou hoort en nooit meer weg gaat. Iets wat jou niet veroordeelt of in de steek laat, waardoor je je niet meer alleen op de wereld voelt. Door het gemis aan een warm gezin, wil je je eigen gezin creëren, het anders doen dan wat je altijd gekend hebt.  Ook was het bij mij niet gepland, was het mooiste wat me overkwam na de vlucht uit een jarenlange gewelddadige relatie, de zwangerschap. Dit kindje zou voor mij het verschil maken. Dit kindje zou ik al mijn liefde kunnen geven en bij mij blijven. Ik zou het anders doen dan wat ik zelf meegemaakt had. Dit kindje zou me nooit pijn doen en weggaan. Ik kan me zo goed voorstellen dat zij dat ook zo voelde maar nu de bevalling nadert en ze samen met haar vriend niemand heeft om op terug te vallen om over de bevalling te praten, komt de realiteit des te harder aan. Dit kindje is ook van jou afhankelijk, jouw verantwoordelijkheid en wat als je ook fouten maakt en de geschiedenis zich herhaalt? Wat als je helemaal niet geschikt bent als moeder. Wat als?

Ik begin te ratelen over mijn zwangerschappen en mijn bevallingen. Je weet dat het pijn doet en bij de eerste bevalling voelde het alsof mijn onderlichaam van mijn bovenlichaam werd afgescheurd maar toch een bevalling in vijf uurtjes, is in vergelijking met de standaard 24 uur wel lekker snel. De tien minuten van bevalling nummer twee was helemaal een stortbevalling. Dat was letterlijk ‘laat het gaan, laat het vallen, laat het los.’ Ik probeer haar, als surrogaatmoeder, gerust te stellen. Wees niet bang want dan duurt het alleen maar langer. Laat het letterlijk los, je lichaam kan het echt aan. De oerkracht komt vanzelf. Of ze ook zwangerschapsgym heeft gedaan. Ze stamelt wat, dat ze daar niks over gehoord heeft en ik raad haar aan zich daar nog voor op te geven. Na mijn geratel durft ze meer te vragen over die pijn die ze laatst had. Dat waren duidelijk voorweeen en harde buiken, het lichaam bereidt zich voor op de komende bevalling en is alvast aan het oefenen. Bijhouden hoe vaak en hoe sterk ze komen en desnoods de verloskundige even bellen voor controle.

De meiden gaan na ons gesprek de verloskundige bellen en ik moet weer aan het werk. Ik staar even weemoedig uit het raam. Het zonnetje schijnt vrolijk maar mijn hart gaat uit naar dit meisje. Wat gun ik haar een makkelijke bevalling en een fijne kraamtijd. Het enige wat je doen kunt, is loslaten. Het blijkt maar weer dat je je gewoon niet kunt voorbereiden op het moederschap. Ik had namelijk nooit verwacht dat ik met mijn achttienjarige dochter en haar vriendin over een naderende bevalling zou praten dus als ervaren moeder kan ik alleen maar het advies geven, elke situatie te nemen zoals het komt, je niet te druk maken over andermans mening en advies en eigenlijk gewoon vreselijk improviseren op de momenten die je niet verwacht, dan komt het vast wel goed!

 [:]

[:nl]De volgende stap[:]

[:nl]De volgende stap[:]

[:nl]Sinds de val van het HAVO-diploma waarachter een wereld van mogelijkheden bleek te wachten, hing er een vreemd soort spanning in de lucht. Ik weet ook niet of ik hier al op was voorbereid, om open dagen te gaan bezoeken van nieuwe opleidingen. Ik zou na ruim achttien jaar moederschap moeten weten, dat alles rondom kinderen niet te plannen valt. Niet wanneer ze komen of weer gaan, niet wanneer ze opgroeien en zeker niet qua opleiding. Had ik, toen ik mijn dochter en twee jaar later mijn zoon, voor het eerst in de grote blauwe ogen keek, schitterende toekomstdromen, bleken die dromen in de praktijk niet verder weg te kunnen liggen van wat ik destijds voor ogen had. You live, you learn and you let go.

Drie open dagen vonden we voorlopig genoeg. In retrospect was in feite één open dag al genoeg want bij de allereerste school wist zoon het al. Deze wordt het! Om toch een beter beeld te krijgen van wat er nog meer was, sleepte ik mijn zwart-wit-denker naar mijn ouwe schooltje. Nouja schooltje. Het was een complete afzonderlijke wereld geworden waar we in binnenstapten. Ik zag draaideuren en roltrappen. Zowel zoon als ik wilde met de draaideur direct weer een rondje naar buiten maken maar omdat we voor zeker wel twee uur parkeergeld hadden betaald, besloten we dat ook vol te maken. Toch zag ik bij alles dat dit het niet ging worden. Het werd school nummer één en daarmee was de kous af.

Om een plekje op die school te bemachtigen, werd er wel een meeloopdag verplicht gesteld. Zo kun je alvast een beetje proeven wat je de komende jaren gaat leren. Je snapt dat de gezonde spanning, die tot dat moment in de lucht hing, veranderde in een soort van statische elektriciteit. Maar met de kiezen op elkaar en een rechte rug stapte hij toch zelfverzekerd over de drempel van deze nieuwe wereld.

Ik was nog maar net thuis toen hij al enthousiast het eerste appje stuurde. Zijn eerste HTML codes, CSS en later PHP. Zoals een echte man van weinig woorden, las ik tussen de regels door, dat ie het wel leuk vond. Ik kon niet wachten om hem om drie uur weer op te pikken.

Natuurlijk stond ik er veel te vroeg, iets wat waarschijnlijk nooit zal veranderen. ‘En?’ kijk ik hem vragend aan. ‘Ja. Leuk.’ Ik weet dat ik blij moet zijn met deze twee woorden, deze summiere uitleg van een hele dag. Toch probeer ik er nog wat uit te trekken. ‘Vertel, wat heb je allemaal gedaan? Hoe waren je klasgenoten. Met hoeveel zat je in de klas?’ Ik wil elk detail van de hele dag weten. Maar zoon denkt daar anders over. De spanning komt er, samen met de vermoeidheid, uit. Moe maar voldaan zit hij naast me en heeft even geen zin om te praten. Ja, het was leuk, ja hij wil dit nog steeds en ja het is nog steeds een hele stap. Zolang je de ene voet maar voor de andere zet, lijken het misschien kleine nietszeggende stapjes maar als je achterom kijkt, heb je toch een hele weg afgelegd. De eerste stap naar een nieuwe toekomst is in ieder geval gezet.[:]

[:nl]Moeder & dochter[:]

[:nl]Moeder & dochter[:]

[:nl]‘Ik heb een nieuw concept aangemaakt.  Kun je er even naar kijken?‘  Ik krijg ’s avonds nog een appje van dochter. Normaal wil ik niet meer werken na zes uur maar nu maak ik natuurlijk een uitzondering. Ik lees snel wat ze heeft geschreven en een warme golf van trotse moedergevoelens overspoelen mijn lichaam. Ik stuur een duimpje terug en natuurlijk een flinke veer want zoals ze het ineens heeft opgepakt, vind ik echt geweldig.

Na het stuklopen van haar droom door een ongeluk met haar paard, was ze even zoekende. Ondanks dat ze al 18 is geweest, bleef ik natuurlijk eigenwijs moederen. ‘Zou je niet….? Of ga dan dat…..Als je nou….‘ Maar mijn dochter zou mijn dochter niet zijn, als ze niet haar eigen weg wilde vinden. Ik zag haar ‘hou-alsjeblieft-op-met-zeuren-gezicht’ steeds vaker en die ‘jaha-ik-snap-je-goede-bedoelingen-maar-laat-me-nou-maar-zucht’ kwam er dan ook nog achteraan. Ondanks dat ik een heel plan had bedacht, deed ze toch wat ze zelf wilde doen. Zij deed wat zij moest doen en ik deed wat ik moest doen. Loslaten. Ik zou er ondertussen een pro in moeten zijn, haar loslaten, maar het blijft toch je kindje. Mijn kind dat namelijk wél alle zeven sloten tegelijk op zoekt en dan achtste er voor de zekerheid nog even achteraan pakt. Ik liet het los en het plan wat we hadden bedacht bleef in de ijskast staan. ‘Hope for the best and expect the worst.’ wordt er ook weleens gezegd.

Hoe kan ik foto’s uploaden?‘  vraagt ze. Na een korte uitleg over hoe ze de foto’s erbij kan zetten, antwoordt ze alweer. ‘Ik heb er een nieuw stukje opgezet, wat vind je er van?’ Ik kijk weer snel in de concepten-map en roep WOW! De kat kijkt even op uit haar slaap maar legt al snel haar kopje weer neer als ze me naar het beeldscherm ziet staren. ‘Wow! wat goed joh!‘ stuur ik haar. Ze vraagt twijfelend of ik het echt meen. En of ik het meen. Vanaf dat moment werken we samen aan de website, vliegen de appjes met ideeën over en weer en loggen we om de beurt in om te kijken wat de ander gedaan heeft. Trots op hoe ze er mee aan de slag is gegaan en blij dat we toch, zoals ik ooit gehoopt had, alsnog samenwerken aan eenzelfde project!

Ben je benieuwd geworden waar wij zo enthousiast van worden? Neem dan een kijken op de Paardenloods. Deel, share, like en bestel wat je leuk vindt!

 [:]

[:nl]In een wereld zonder B12[:]

[:nl]In een wereld zonder B12[:]

[:nl]’We moeten zaterdag niet vergeten te prikken voordat je weg gaat.‘ zeg ik tegen zoon. ‘Oh, dat kunnen we best vergeten hoor.‘ antwoordt hij nonchalant. Zijn benen zijn ondertussen blauw geprikt door de pijnlijke injecties van de afgelopen acht maanden. ‘Dat kúnnen we doen,’ zeg ik tegen hem, ‘maar dan weten we zeker dat je binnen een paar dagen weer heel erg ziek bent.‘ Hij weet dat ie moet prikken en ondergaat het gelaten. Sinds een maand mag ik hem nu zelf prikken dus het loopje naar de doktersassistente twee keer per week hoeft nu niet meer wat weer enorm scheelt in mijn dagprogramma. Toch haat ik het net zo erg als hij, dat prikken. Het gaat tegen alles in om je eigen kind pijn te moeten doen. Ik ben van de ‘kusje erop’ en de knuffels. Niet van de pijnlijke prikken.

Vanaf de eerste dag was zoon al een zorgenkindje. Ondanks dat hij heel erg ziek kon zijn, was hij wel altijd heel vrolijk. Nachtenlang zat ik op met een kind wat vreselijke pseudokroep aanvallen had, veroorzaakt door voedselintoleratie. Overdag spuugde hij bijna al zijn eten weer uit omdat zijn lijf het niet aankon en toch bleef hij lachen. Mijn Binkie. Vier jaar geleden werd hij onverklaarbaar steeds zieker, wat anderhalf jaar geleden tot een dieptepunt kwam. De huisarts en kinderarts namen het allemaal niet zo serieus en ben ik zelf gaan zoeken. Uiteindelijk moesten de heren doktoren bevestigen dat ik gelijk had, hij heeft de ziekte van Addison-Biermer en daarvoor moet hij B12 gaan spuiten omdat zijn lichaam het zelf niet opneemt. Mocht je denken: ‘ach wat stelt zo’n nietszeggende vitamine nu voor?’  Je kunt hier lezen wat het met je doet. Het meest enge om als moeder te lezen, is wanneer er niets wordt gedaan, je kind langzaam in een coma zakt en sterft. Dat was voor mij een signaal om dokters bijna te lijf te gaan. Ik éiste de ampullen en ik kreeg ze. Binnen enkele weken zag ik hem opknappen. Hij kreeg zelfs weer kleur op z’n wangen en ging weer op pad met vrienden. Hij ondergaat z’n behandelingen gedwee. Af en toe met een kleine puberale twist maar niet te lang, want hij weet dat ie niet zonder medicijnen kan. Ik moest er in het begin aan wennen, elke morgen een bakje met al zijn pillen maken. Op prikdagen lagen er soms wel vijf verschillende soorten pillen in zijn bakje en dan de injectie nog. Als ik al me meer mantelzorger dan moeder voelde, kon dat weer in één klap omslaan, als ik hem  doodziek in bed zag liggen. Lief kind, ik zou je mijn lever willen geven, een nier willen afstaan als het zou helpen, maar niemand weet waarom je ziek blijft en wat de oplossing is.

Wanneer ik het na acht maanden genoeg vind, besluit ik uiteindelijk de specialist maar weer te bellen. ‘Nee, die kapotte benen zou niet moeten mogen.’ vertelt de secretaresse. Ze vraagt me hoe ik prik en ik leg het uit. Daar kan het ook niet aan liggen. Ik heb al de kleinste maat naald. Stoppen, zoals de huisarts opperde, is het meest domme wat een arts kan voorstellen, vandaar dat ik daar ook niet naar geluisterd heb. Misschien toch een defect in de lever of in de alvleesklier? De secretaresse vraagt me alles in een mail te zetten en door te sturen. Ze gaan het opnieuw in het team bespreken. Tot de volgende onderzoeken, prikken we dan maar gewoon, met flinke tegenzin, door en blijven we zoeken naar het antwoord hoe je overleeft in een wereld zonder B12.

 [:]

Verschil tussen 15 en 16

Verschil tussen 15 en 16

[:nl]’Happy birdday to youuuu’ kom ik, luid zingend met een brandend kaarsje in z’n boterham gepropt, naar boven gelopen. Z’n slaperige hoofd komt achter zijn fort onder een rommelige deken vandaan. ‘Gefeliciteeeeeerd!!’ Hij mompelt wat, blaast z’n kaarsje uit en doet hopelijk een wens voor een beter jaar. Want wat een jaar heeft hij achter de rug. Ik sleepte hem naar ontelbare dokters, liet hem ontelbare vragen beantwoorden op symptomen die Google als antwoord gaf maar uiteindelijk was hij gewoon heel vaak, heel erg ziek. Zo ziek dat hij niet eens zijn bed meer uit kon komen en alleen maar kon slapen. Tot ik uiteindelijk het antwoord vond. Twee antwoorden eigenlijk. Addisson-Biermer en Asperger. Voor het eerste geldt, een leven lang injecteren en hopen dat het zenuwstelsel uiteindelijk na zo’n twee jaar hersteld is. Het andere is levenslang maar met wat meer kennis en kunde komen we ook daar een heel eind mee.

Ik mocht eigenlijk geen slingers ophangen maar ik doe het lekker toch. Gewoon om het wat feestelijker te maken. ‘Gefeliciteeeerd!!’ roep ik nog een keer als hij naar beneden komt gesjokt.
Hoe voelt dat nou? om 16 te zijn?
Gewoon.’ hij haalt zijn schouders op, ‘Hetzelfde als 15.’
Hij steekt al een kop boven me uit. Ze zijn me allebei voorbij gegroeid en ik kan bijna niet geloven dat mijn kleine babytje al 16 is. Zestien! Zestien jaar geleden zat ik met een klein hompje voor het toilet omdat ie ineens om de hoek kwam kijken. Eigenlijk wil ik hem een knuffel geven, maar hij trekt al een gezicht van ‘doe maar niet, mam’. Mijn telefoon rinkelt. Het is zijn nieuwe school waar hij morgen zijn eerste dag heeft. Over dat ie wordt opgevangen en door de dag heen wordt geholpen. Over dat het allemaal goed komt ook al gelooft hij daar zelf niet zo in.

Het verschil tussen 15 en 16 lijkt misschien niet zo groot maar als ik terug denk aan het afgelopen jaar, is tussen 15 en 16 een wereld van verschil. Mijn kind heeft weer kleur op zijn wangen en kan zijn bed weer uitkomen doordat hij twee keer per week die pijnlijke rot injecties krijgt en ik elke dag een complete sortering aan pillen naast zijn boterham leg. Hij kan weer met vrienden op stap en plezier hebben. Soms hoor ik hem weer schateren van het lachen en glimlach om het geluid wat ik gemist heb. Vanaf morgen komt hij op een plek terecht met mensen die hem begrijpen en snappen.Hij hoeft niet meer op zijn tenen te lopen en het gevoel te hebben dat ie verzuipt.

Afgelopen jaar was een hell of a year en met het uitblazen van het kaarsje hoop ik en wens ik voor jou, mijn lieve kind, dat het komende jaar heel veel plezier gaat brengen, veel gamen, veel lachen, veel afspreken met je allerbeste vrienden die je accepteren zoals je bent. Vooruit kijken naar een betere toekomst en dan weet je ineens wat het verschil is tussen 15 en 16.[:]