Hond, kat, deadline

Hond, kat, deadline

‘Mam, ben je al wakker?’ Kind 1 appt al vroeg in de ochtend. Ik was al een tijdje wakker dus ik antwoord direct terug dat ik wakker ben. Ze vraagt of ze de hond een uurtje mag komen brengen want ze heeft een vergadering op het werk waar hij echt niet bij kan zijn. Mijn afspraak had de vorige avond afgezegd dus ik vond het geen probleem. Ik had wel een strakke deadline voor een project wat vandaag echt af moest en had daar voor mezelf de ochtend voor gereserveerd. Dan zou de klant in de middag nog zijn reactie kunnen mailen, die ik kan verwerken voordat ik mijn koffer dicht rits en naar Engeland vertrek.

Niet veel later kwam haar vriend de hond brengen. De kat vloog van schrik met 4 poten, 5 meter de lucht in en plaste de hond midden in de kamer. Daarna vlogen ze zo’n 10 minuten achter elkaar aan tot ik de kat maar weer naar buiten gooide. Ik rende tussen mijn deadlijnende werk, de hond en de kat. Voor heel even dacht ik dat iedereen rustig was en ging weer achter mijn computer zitten. Ineens trok er een zeer penetrante geur langs mijn neus. Hond had zijn diarree-donatie op het tapijt gedaan. Ik slaak een hele diepe zucht en ruim alles maar weer op. Dit schiet duidelijk niet op.

De klok achter mij tikte dominant door. Help, stop de tijd! De hond ligt me vragend aan te  kijken en de kat springt voor de tiende keer op het aanrecht. Ik ben het zat en gooi ze allebei in de gang waar ze om de beurt heel hard blaffen en miauwen. Grrr mijn zenuwen worden tot het absolute uiteinde getest. Ik kan me nog herinneren uit mijn eigen jeugd dat we de dag voordat we op vakantie zouden gaan, moeders vooral niet moesten storen. Ik grinnik bij het idee dat ik haar zou vragen om dan op een hond te passen. Nee, daarin verschil ik als dag en nacht met mijn moeder. Nee zeggen tegen mijn kinderen blijft moeilijk. Net op het moment dat mijn rechteroog licht begint te trekken van de stress hoor ik een ‘fjiet-fjieuw’. Dochter appt dat ze onderweg. ‘Help is on the way’.

Niet veel later staat ze voor de deur en na een korte update, geeft ze de smiechterige Miller een aai over z’n bol, die daarop zijn allerschattigste kittengezichtje trekt, want oh wat is ie toch een schatje, en neemt ze de hond weer mee. In een absoluut recordtijd maak ik het project af zodat ik daarna de rest van mijn werk kan doen en uiteindelijk de koffer en de auto kan pakken. Het blijft toch moeilijk om dat superhero cape-je in de kast te laten hangen.

 

Kwetsbaar

Kwetsbaar

‘Ga nou maar naar huis, mam, ik voel me echt beter!’ zegt dochterlief met klem. Ik kijk haar onderzoekend aan. Ze ziet er ook wel wat beter uit en ze praat weer normaal. Normaal voor haar doen dan want het blijft dochterlief die vaak van de hak op de tak springt in haar verhaal. Ze kijkt me helder aan. ‘Echt! Ga naar huis, M komt ook straks thuis. Je hebt je rust nodig.’ Ik geef haar een dikke knuffel, spreek de hond en de kat streng toe dat ze zich moeten gedragen en stap niet veel later in m’n rode autootje. Het regent en het dondert. De wind schudt mijn autootje flink door elkaar zoals ik de afgelopen 36 uur flink door elkaar ben geschud. Ik voel de vermoeidheid in mijn lijf opborrelen, tegelijk met een enorme huilbui en ik ben me opnieuw bewust van de kwetsbaarheid van het leven.

Dochterlief klaagde al een tijdje over buikpijn en niet lekker voelen. Het zal de stress wel zijn. Ik weet niet of ze dat van mij heeft geleerd maar ze voelt zich altijd geroepen om de hele wereld te redden. Vriendin 1 komt met relationele problemen, vriend 2 heeft verslavingsproblemen, vriend 3 is net bedrogen, vriend 4 heeft problemen met de politie. Ze vangt alles en iedereen op, in haar eigen huisje. Er staat altijd een bed en een kop koffie klaar voor de volgende die wil komen uithuilen. ‘Zorg nou eens voor jezelf.’ blijf ik roepen. Dit gaat niet goed zo. Maar ze luistert niet want ze is druk met de wereld redden. Uiteindelijk gaat ze met de pijn toch naar de dokter. ‘Neem maar een maagtabletje.’ had de dokter gezegd. Maar dat maagtabletje werkte niet. Ze werd vermoeider, zieker en iedereen bleef haar maar belasten. Het was woensdagavond dat ik nog snel met pillen, poeders, eten en drinken naar haar toe reed. Van al die vrienden die ze geholpen had, was er niemand om haar te helpen. Ziekjes lag ze op de bank terwijl de hond en de kat door het huis sjeesden. Ik bleef even bij haar maar als snel zei ze dat ze naar bed wilde.

De volgende dag belde ze me, zoals elke dag, even op om haar dag door te nemen. Ze klonk zieker. ‘Bel de dokter!’ bleef ik roepen. Geïrriteerd riep ze dat ie toch geen tijd had en dat ze vrijdag een afspraak had. ‘Ik maak even mijn werk af en dan kom ik weer met eten en drinken.’ zei ik tegen haar. We hingen op. Ze zou proberen wat te gaan slapen. Niet veel later belde ze huilend op. ‘Mam, weet je wat ik nog meer aan de pijn kan doen?’ Mijn hart brak toen ik haar zo enorm hoorde snikken.
‘Bel NU de dokter.’
‘Ja maar die….”
‘Nu! Of ik sleep je direct naar het ziekenhuis.’
De angst om haar eigen risicio te moeten betalen van bijna 400 euro deed haar toegeven om de dokter opnieuw te bellen. Omdat onze eigen dokterspraktijk dicht was, moest ze naar de vervanger. Ze kon direct komen. Ik haalde haar direct op. De hond moest maar even in de bench. Ik schrok toen ik haar zag. Dit was niet goed. Elke hobbel die ik nam met de auto, en in Nederland zijn er heel veel hobbels, kermde ze van de pijn. De dokter nam haar klachten godzijdank serieus. Zo serieus dat hij direct het ziekenhuis belde en dingen mompelde als pancreatitis, tumor, trombose in de buikholte. Dochterlief en ik keken elkaar aan. Schrik! Uiteindelijk hing hij op en zij hij dat we met spoed naar het ziekenhuis moesten.

Met de sirene op mijn dak sjeesde ik weer terug naar Gouda. Ze werd met de seconde zieker. Ze werd aangemeld, er werd bloed afgenomen en toen begon het lange wachten. Wachten op bloeduitslagen. Wachten op uitslag van de onderzoeken. Wachten op CT scan en echo. Gelukkig kreeg ze halverwege de avond morfine voor de pijn en dat hielp. Het meest grappige van de hele avond was het gesprek tussen dochterlief die zwaar aan de morfine zat, en vriendin zoveel die zwaar aan de wiet zat.

Uiteindelijk kwam de chirurg himself binnen lopen waarvan wij dachten dat het een taxi chauffeur was die het verkeerde hokje had gekozen. Het was nog steeds onduidelijk wat het nou was. Er zat een ontsteking in de darmen maar of dat nou de dikke, de dunne of de blinde was, konden ze niet vaststellen. Ze moest blijven. De ogen van dochterlief konden niet groter worden en ze mompelde dat ze niet wilde blijven. Ze had geen keus. Ze mocht niet naar huis. De dokters waren zelf geschrokken van de enorme hoge ontstekingswaarden in haar bloed. Ze kreeg direct antibiotica via een infuus, werd door een verpleegster in een rolstoel gezet en van mij verwacht dat ik afscheid nam. ‘Morgen om half 2 is er bezoekuur!’ zei het arrogante grietje dat waarschijnlijk zelf geen kinderen heeft dus niet weet hoe moeilijk het is om je zieke kind los te laten. Ze keek me aan met een attitude die zei: ‘mevrouw ze is 20, dat loslaten had al jaren eerder moeten gebeuren.’ Ik gaf dochterlief een dikke knuffel, wenste haar sterkte en zei dat ze me de hele nacht kon appen of bellen mocht ze dat willen. Huilend van ellende rolde de verpleegster haar weg en ik stond daar verlaten in de gang, met haar jas nog in mijn hand. Maar daarmee was mijn avond nog niet voorbij want een vriend zou de hond ophalen en die naar mij brengen. Alsof ik nog niet lang genoeg gewacht had die avond, mocht ik ook nog een uurtje op die vriend wachten. Hij was niet de snelste. Iets met sleutels in het contact laten zitten en reserve sleutels. Kon er ook nog wel bij. Uiteindelijk was het 12 uur voordat ik thuis was.

Na een hele korte nacht van weinig slaap, vloog ik de volgende ochtend met hond weer naar haar huis. De kat zat nog binnen. Het huis was een chaos, doordat ze zo ziek was geweest had ze weinig meer kunnen doen dus ik stroopte mijn mouwen op, gooide hond en kat naar buiten en ging aan de slag. Terwijl het wasmachientje zachtjes stond te purren, ging ik als een soort witte tornado door het huis, zodat het binnen twee uur er weer redelijk uitzag. Ondertussen was het bijna bezoekuurtijd. Natuurlijk hadden we al de hele ochtend contact en was de kans groot dat ze naar huis mocht. Ik bracht de hond weer terug naar zoonlief en vloog weer door naar het ziekenhuis. Na een doolhof aan wandelgangen, vond ik haar eindelijk erg wakker en alert in bed. Wat een verschil met de avond ervoor.

De dokter zag het ook en niet veel later kreeg ze het goede nieuws dat ze naar huis mocht dus na alle onderzoeken, stress, slangetjes, infusen, liep ze ineens de afdeling af. Mijn hoofd kon het nog niet verwerken. ‘Heb je echt geen pijn? Geen koorts? Voel je je wel goed? Moet je niet in een rolstoel?’
‘Mam, ik wil alleen een douche!’
Ik bracht haar eerst thuis en ging daarna snel de hond ophalen. Tussendoor nam ik vlug nog wat te eten mee. Toen ik terugkwam met hond, lag ze alweer op de bank met dekentje. De reis terug was blijkbaar vermoeiend geweest. Omdat ik haar nog  niet alleen wilde laten, besloot ik te blijven tot haar vriend weer thuis zou komen. De avond viel en ik zag haar weer zieker worden. Af en toe viel ze in slaap en schrok ze weer wakker. Dit ging niet goed en ze moest van mij wéér de SEH bellen. ‘Probeer wat zoute bouillon te drinken.’ was hun advies. Raar, dacht ik maar okay we proberen het. Na de eerste beker kwam er een dikke boer uit en verscheen er weer wat kleur. Na de tweede beker zat ze ineens weer een beetje rechtop. Na de derde en vierde beker kreeg ze weer praatjes en tegen de tijd dat de vijfde en zesde beker op waren, was ze weer normaal.

‘Ga nou maar naar huis, mam, ik voel me echt beter!’
Het stormt, regent en dondert. Ik rij de donkere nacht in terwijl de tranen over mijn wangen biggelen. Ik ben de laatste 36 uur soort van sterk geweest maar nu moet ik even huilen want ineens besef je, hoe kwetsbaar je bent. Hoe je ineens van gezond naar heel ziek kunt worden. Het had die nacht alle kanten op kunnen gaan, van tumor naar blindedarm. Ik besef des te meer dat ik al heel veel shit achter de rug heb en ik kan ook heel veel shit aan maar wanneer het mijn kinderen betreft, ben ik echt kansloos verloren. Dan ben ik niet meer de sterke moeder die overeind blijf staan en roept dat het allemaal goed komt. Terwijl dochterlief zich op de bank nestelt met hond en kat, zit ik een potje te huilen in mijn kleine, rode autootje in de donkere storm langs de kant van de weg. Het moet er even uit voordat ik weer thuis ben. Want thuis zit zoonlief op mij te wachten met een kopje thee. Ik zie aan zijn gezicht dat hij zich ook zorgen heeft gemaakt. We praten heel even voordat we allebei weer naar boven gaan. Hij terug naar zijn game en ik naar bed, hopende dat, nu alles beter lijkt te gaan, ik ook iets beter zal slapen.

Safety-net

Safety-net

Had je dat ooit verwacht, mam? dat ik ooit weer zou gaan studeren?‘ Dochter belt standaard elke ochtend om even bij te praten.
Natuurlijk! Ik heb dat plan nooit opgegeven, je sloeg alleen even een zijpad in.
Ze gromt een beetje om de verloren jaren die ik niet als verloren zie maar als een leerproces. Zelf had ze dat idee allang opgegeven. Maar ik niet. Ik bleef aan de zijlijn bijsturen en hulp bieden, tegen alle adviezen van de buitenwereld in. Morgen is haar eerste schooldag. Ik vraag of ze zenuwachtig is. ‘Ik heb er juist zin in, mam!‘ Mijn moederhart maakt een sprongetje. Ik ben zo ongelooflijk trots op allebei mijn kinderen.

Pas 2 jaar geleden werd duidelijk wát er binnen mijn gezin speelde. Pas twee jaar geleden snapte ik, wat ik 19 jaar geleden al had moeten weten maar wat niemand wist. Het schuldgevoel wat mij op dat moment overspoelde, was met geen pen te beschrijven. Had iemand mij maar verteld over autisme. Ik had mijn kinderen beter kunnen begeleiden als ik het geweten had. Dan had ik het beter aan de buitenwereld kunnen uitleggen en was onze wereld niet zo ontspoort.

Als ik dat schuldgevoel met beide kinderen bespreek, roepen ze allebei dat ik me niet zo moet aanstellen. Ik wist niet beter en ik heb ze liefdevol opgevoed. Mijn gevoel was goed, het was de buitenwereld die daar tegenaan schopte en mij van m’n stuk bracht. Nu ze allebei studeren en allebei geweldige jong-volwassenen zijn geworden, hoor ik niks meer van de boe-roepers. Geen excuus, geen ‘sorry we hadden het bij het verkeerde eind’, geen ‘jeetje wat heb je het uiteindelijk toch geweldig gedaan’ en geen ‘jeetje wat hadden wij het bij het verkeerde eind!’. Het hoeft ook niet meer. Ik kijk naar mijn twee kinderen die allang geen kind meer zijn. Ze weten nu wat ze moeten doen als ze een meltdown krijgen, of vast zitten in een herhalende gedachte. Ze komen naar mij toe en samen lossen we het op, zoals ik ze altijd geleerd heb. Haal de angst eruit door stap voor stap te vertellen wat er gaat gebeuren. Zoals dochter altijd zegt: ‘jij bent mijn safety-net, mam.’ Ik ben trots als ik haar dat hoor zeggen.

Vandaag zag ik een video op Facebook over een autistische dansgroep. Alhoewel de hele wereld juichte voor de dansgroep, keek ik naar de moeder. Zij en ik weten van hoe ver deze jongens gekomen zijn. Wij hebben de woede-aanvallen gezien, de gaten in de muur weer dicht gemaakt, de beeldschermen vervangen, de meltdowns, de angstmomenten en de depressieve buien omgekeerd in een positieve blik. Wij weten wat er achter het label autisme schuil gaat en hoeveel dat vergt van een moeder. Maar we weten ook hoe ver ze kunnen komen en wat ze kunnen bereiken. Wij zien het potentieel en niet de beperking en zo zie ik nu beide kinderen op stage gaan. De één in IT en de ander met kinderen zoals ik altijd al gedacht had dat het zou gaan. Het woord ’trots’ dekt niet de lading hoe ik me voel.

‘Ik ga zo nog even wat schriftjes en pennen halen en dan ben ik er helemaal klaar voor!’ ratelt ze verder. Morgen begint ze aan het opleiding ‘Gespecialiseerd Pedagogisch Medewerker’ Vanaf morgen gaat ze werken met kinderen zoals zij vroeger was want zij snapt ze beter als geen ander. Morgen is de eerste dag van haar nieuwe leven en ik hoop dat ze in de toekomst heel veel ouders en kindjes mag gaan helpen, zoals ik die hulp vroeger had willen krijgen. Ik weet het zeker; zij maakt het verschil!
Maar mocht het dan bij één van de twee of bij allebei toch even niet lukken, dan weten ze dat ze altijd terug kunnen vallen op hun safety-net. Ik zal er altijd zijn. Tot het eind en daar voorbij!

 

Twee keer knipperen

Twee keer knipperen

Ik knipper twee keer met mijn ogen en ineens is hij groot.‘ zeg ik tegen vriendlief. Was het niet vorige week dat ik met een enorme dikke buik samen met dochterlief in de kamer stond te springen. Leek het niet gisteren toen ik hem voor het eerst in mijn armen hield. Daar in Almelo, in die kleine wc, terwijl ik met mijn knieën in het vruchtwater zat en de kraamhulp in opleiding flauw viel. Ze zal niet ouder zijn geweest dan mijn dochter nu is. Misschien was een carrière switch op dat moment beter geweest. Wat was ik verlief op dat kleine hummeltje in mijn armen. Net als zijn grote zus die niet kon wachten om zich over hem te ontfermen en beschermen.

Na zijn geboorte gingen we met z’n drieën verder. Sommige naamverklaringsboeken zeggen dat Xavier ‘nieuw huis’ betekent, anderen zeggen dat de betekenis van de naam ‘Redder’ is. Wat de betekenis ook is, voor mij was hij mijn kleine redder. Altijd vrolijk, lief en een echt knuffelkind. Met z’n drietjes vonden we een nieuwe huis en een nieuw leven. Terwijl zijn zus graag het hoogste woord voerde, zocht hij liever de rust op. Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Maar stiekem leeft hij wel zijn leven en reist hij op tienjarige leeftijd naar Japan. Als hij vijftien is, gaat hij voor het eerst naar Australië en met zestien nog een keer. Leert drummen, rijdt op een motor en in karts. Van de Havo stroomt hij door naar het MBO, zijn droom achterna om game developer te worden. Gaat naar zijn favoriete band Iron Maiden in Duitsland, Nederland en Engeland. Ondanks een nare chronische rotziekte, waar we pas na jaren achter komen, doet hij het wel! Zonder al te veel aandacht, met hier en daar wat pubergemopper want dat mag als je puber bent.

Als ik naar de pasgeboren baby op de foto kijk, knipper ik twee keer met mijn ogen en ineens zit daar een jongeman in de kamer. Mijn kleine Binkie is een grote bink geworden. En potverdikkie wat ben ik trots op hem. Wat ben ik trots op wie hij is geworden en wat hij tot nu toe heeft bereikt. Nog een jaartje en dan mag hij officieel stemmen en zijn eerste slok bier nemen. De felicitaties  en de aandacht die hij vandaag krijgt vindt ie maar niks. Maar soms, heel soms, trek ik me daar even niks van aan en vier ik gewoon dat ie weer een jaartje ouder is geworden en zet ik hem heel even in de spotlight. Mijn Binkie!

 

Doelloos

Doelloos

[:nl]‘Ik weet echt niet wat ik met m’n leven wil. Iedereen lijkt alles zo goed voor elkaar te hebben en ik klooi maar wat aan.’ Ze belde me al vroeg op deze maandagochtend omdat ze ziek was en naar de dokter moest. Ik liet mijn werk liggen en sprong in de auto om haar op te halen. Ik probeer haar op te beuren door te zeggen, dat iedereen maar wat aanklooit. Kun je echt op je achttiende je hele leven al uitstippelen? Mij lukte het ook niet. Elke plan wat ik ooit gemaakt heb, tot op de dag van vandaag, is veranderd. Niet mislukt, maar veranderd. Ik wilde naar de kunstacademie. Ik wilde huisje-boompje-beestje. In plaats daarvan deed ik grafische school, verloor mijn huis keer op keer, trouwde met het beest en zaagde de boom om. Ik heb soms medelijden met dochterlief. Ze probeert het echt, maar raakt verstrikt in het web van het leven. Het valt ook niet mee om in deze tijd op te groeien. In ‘mijn tijd’ had je het nieuws om acht uur en de krant. Tegenwoordig is de informatiestroom 24/7. De aanhoudende chaotische stroom aan informatie houdt nooit op.

Ik snap niet hoe jij zo kalm blijft.’ verraadt dochter net voordat ze uitstapt. ‘Met een dochter zoals ik, zou ik allang alcoholist zijn geweest.‘ Ik grinnik. Dochterlief is het klassieke voorbeeld, dat wijsheid echt met de jaren komt. Van huilbaby naar opstandige peuter en ontsporende puber die nu haar weg in de wereld probeert te vinden. Ze weet dat ze niet de makkelijkst is geweest. Waar familie, scholen en psychologen haar een onuitstaanbaar lastpak noemden, verbeterde ik iedereen dat ze een uitdaging is. Dochterlief is niet slecht, ze moet alleen nog even landen. ‘Je komt er wel!‘ spreek ik haar moed in. ‘Zodra je hebt gevonden, wat je écht leuk vindt, stort je je er voor de volle 300% op. Je moet het alleen nog even vinden.’ Ze knikt. ‘Zo irritant hè, dat je me zo goed kent. Je kent me zelfs beter dan ik mezelf ken.
Daar ben ik nou je moeder voor.’ zeg ik met een knipoog.[:]

De oplichter opgelicht

De oplichter opgelicht

[:nl]Net op het moment dat ik de auto in wil stappen, hoor ik mijn telefoon piepen. Ik trek de smartphone uit m’n kontzak en lees de berichten. Vriendlief gooit zijn rugzak op de achterbank en kijkt me verbaast aan. Hij ziet mijn gezicht veranderen. ‘Wat is er?‘ vraagt hij. Gevolgd door mijn standaard ‘niks’. Over drie uur vertrekt zijn vlucht en ik wil hem niet ongerust maken. Ik stap alsnog in, start de auto maar als ik weg wil rijden, trap ik ineens op de rem. ‘Hij bedreigt me via SMS.‘ zeg ik ineens. Zijn gezicht verandert nu ook van zorgeloos naar zorgelijk. Toch rijden we naar Schiphol, waarbij we allebei diep in gedachte verzonken zijn naar mogelijke oplossingen of scenario’s.

Het verhaal begon toen dochterlief 2,5 jaar geleden deze man ontmoette. Hij was 23, zij 16. Uit alle macht probeerde ik haar bij me te houden. Ik faalde. Na 2,5 jaar ellende en drama kwam er dit jaar eindelijk een einde aan deze vreselijke tijd, waarin ik dag en nacht klaar stond om dochterlief op te vangen. Eindelijk! Maar daarmee was de kous nog niet af. Zij was zonder haar spullen vertrokken. Met enkel de kleren die ze aanhad, stond ze die ochtend bij me voor de deur. Haar veiligheid was de hoogste prioriteit. De rest volgde later wel. Maar de rest volgde later niet. Bij elke afspraak die ik met hem probeerde te maken, brak hij z’n woord. Uiteindelijk kwam hij met de deal dat ik 500 euro moest betalen om mijn eigen spullen terug te krijgen. We hebben het hier over een ondertussen 25-jarige man die probleemmeisjes van 14, 15, 16 jaar oppikt en gebruikt. Woest was ik, dat deze snotneus mij opnieuw een loer probeerde te draaien. Deze zoveelste oplichter was de bekende druppel.

Het duurde even voordat ik de oplossing had. Jaren eerder had ik hetzelfde trucje bij mijn ex uitgehaald. De oplichter opgelicht. Hoogmoed komt voor de val wanneer ze denken dat ze onverslaanbaar zijn. Ook ex trapte er met open ogen in. Ik stuurde de snotneus een foto met het geld. Ik kon de spullen ’s avonds op komen halen. Vriendlief ging mee voor mijn veiligheid. Ik klopte netjes aan, een huisvriend deed open en wees me de spullen aan. De snotneus stond nog onder de douche, zei hij. Vriendlief en ik keken elkaar aan. Zou het allemaal zo makkelijk zijn? We pakten de spullen en liepen terug naar buiten. De huisvriend rende achter ons aan. ‘Was er niet iets met geld?‘ Vriendlief gaf hem de lege envelop. Wij sprongen in de auto en reden weg. Dit was wel heel makkelijk.

Nog geen vijf minuten later belt Dochterlief: ‘Waar ben je?‘ vroeg ze in paniek. ‘Hij is in de auto gesprongen om de achtervolging in te zetten en je van de weg te rijden. Je moet nú direct van de hoofdweg af en naar het politiebureau gaan.‘ Ik gooi het stuur om en pak de binnenwegen. Als een idioot scheur ik over landweggetjes en check elke drie seconden mijn spiegels. Geen dikke niet-afbetaalde Dodge achter me. Ik kijk vriendlief aan. ‘We lijken Bonny en Clyde wel!‘ Hij zit rustig naast me en laat alles maar over zich heen komen. Gelukkig is hij gewend aan bizarre situaties en drama. Niets verbaast hem nog. Op het politiebureau doe ik mijn verhaal. ‘Het was niet echt een handige actie, mevrouw, maar grappig is het wel.‘ De politie kon op dat moment alleen geen bescherming bieden. Pas als er daadwerkelijk wat gebeurt, kunnen zij in actie komen. Heel even word ik terug in de tijd gegooid naar de dagen, waar ik zelf op de vlucht was voor een ex. Ook toen kon de politie niets doen. Ondertussen belt dochterlief alweer terug, dat hij was gestrand met een lege tank. Sukkel! dacht ik bij mezelf. Maar zo konden wij wel ons gemak naar huis rijden.

Die avond en ook de volgende dag hoorde ik niets meer. Ik hoopte dat hij zijn eigen stupiditeit had geaccepteerd. Tot het SMS-je. Hoe dichter we bij Schiphol kwamen, hoe moeilijker Vriendlief ging kijken. Ook ik was er niet gerust op. Ik parkeerde de auto op de Kiss&Go plek. ‘Wat nu?’ Ik kijk hem aan. ‘Ik ga niet!‘ zegt hij resoluut. ‘Ik laat je niet alleen. Ik zou me continue zorgen maken over je veiligheid. Fuck it!‘ Ik knik.
Ik kan niet voor je bepalen of je terug gaat of hier moet blijven, je moet doen waar jij je goed bij voelt. Ik red me wel.‘ zeg ik stoer, blij dat ik zit omdat ik m’n benen steeds slapper worden en warme tranen prikken achter mijn ogen. Wanneer houdt het op, denk ik bij mezelf. Wanneer ben ik klaar met klootzakken, geweld en oplichters? Ik ben zo moe. Moe van het vluchten. Ik ben het vechten zat.

Rij maar terug.‘ zegt hij nog een keer. ‘Ik ga echt niet weg. Ik laat je niet alleen.‘ Ik voel een golf van emotie door mijn lijf gaan, als ik besef wat een offers hij brengt om mij te beschermen. Op het moment van zijn besluit om te blijven, raakt hij zijn leven in Engeland kwijt. Dus zo voelt het, wanneer je partner je beschermt. Ik ken dit niet. Mijn gevechten waren altijd, ik tegen de rest van de wereld. Zoals tijdens de gymlessen op school, koos niemand voor mijn team. Het was té moeilijk. Ineens is daar mijn rots in de branding. Ik begin me al direct veiliger te voelen. Een zucht van opluchting ontsnapt stiekem als ik de auto in gang zet. Als we naar huis rijden, praten we over de onzinnigheid van de smsjes die hij heeft gestuurd. Zijn warme hand pakt mijn ijskoude hand. Samen slaan we ons er door heen.

Zoonlief kijkt vreemd op, als ik even later weer thuiskom met vriendlief. ‘Lang verhaal.‘ zeg ik tegen hem. Hij haalt zijn schouders op. Alles wat met zijn zus te maken heeft, is een lang en dramatisch verhaal. Dochterlief vraagt ondertussen of ik veilig thuis ben gekomen. Ik stuur haar snel een berichtje terug dat alles goed is. Op de iPad, die ik eindelijk weer terug heb, staat een andere code. Voor de zoveelste keer heeft hij me ook daarmee willen oplichten. Maar deze keer was ik hem net te slim af. De oplichter opgelicht.[:]