Selecteer een pagina
Spinselblog gaat uitbreiden

Spinselblog gaat uitbreiden

De Spinselblog is ooit ontstaan uit een situatie waarin ik werd gedwongen mijn mond te houden maar dat overduidelijk niet kon. Eens een flapuit, altijd een flapuit. Menig lezer heeft, waarschijnlijk grinnikend, achter z’n scherm de avonturen van deze alleenstaande moeder mee zitten lezen alsof ze er zelf bij waren. De chaos, de frustratie maar ook de emotie. Alles kwam voorbij.

Nu de kinderen officieel geen kinderen meer zijn maar volwassenen, wordt er van mij verwacht dat ik hun privacy niet meer schend, wat een beetje jammer is want er valt nog steeds té veel te beleven in dit dagelijks chaotische huishouden. Waarschijnlijk valt er zodra de kleinkinderen in aantocht zijn weer heel wat te schrijven. Voor ieder die dat op dit moment wekelijks aan mij moet vragen, nee er zijn nog geen plannen voor kleinkinderen! Maar in de tussentijd krijgt de Spinselblog er wel een kindje bij, namelijk de Spinselshop.

Het zal misschien een no-brainer zijn dat ook DTP-hulp.nl nieuwe uitdagingen aangaat om het Corona-tijdperk te overleven. Nu ik naast grafisch vormgever en webdesigner ook auteur en illustrator ben, krijg ik steeds vaker de vraag waar mijn artwork, boeken en kaarten te koop zijn. Steeds lastiger was het uit te leggen hoe, wat en waar. Dus daar was ineens het nieuwe kindje de Spinselshop De shop staat nog een beetje in de kinderschoentjes maar gaat de komende tijd steeds groter groeien met bijzonder artwork en producten.

Wil je eens iets anders aan de muur dan de standaard Ikea of Action-buddha die je in elk huis tegen komt? Neem dan eens een kijkje in de Spinselshop, bestel iets leuks en laat me weten wat je er van vindt.

Zoals we hier dagelijks roepen: help een artiest de winter door!

Een jaar erbij

Een jaar erbij

Na een onrustige nacht word ik alweer vroeg wakker door het voortrazende verkeer onder mijn slaapkamerraam. Helaas nog steeds geen zingende prins zoals bij Rapunzel. Ik sla mijn ogen open en bedenk me dat ik er weer een jaar heb bij gekregen. Veel leeftijdsgenoten hebben al moeten uitchecken om wat voor reden dan ook. Bij elk kuchje roep ik in paniek dat ik nu ook Corona heb en dood ga. In gedachte begin ik al mijn crematie te regelen en schiet ik al vol bij het idee afscheid te moeten nemen van mijn kinderen. Maar dan is er mijn mini-me-dramaqueen om me wakker te schudden: “Mam, je hebt al zoveel overleefd, daar ga jíj echt niet dood aan hoor.” De koele kikker in huis vraagt naar alle symptomen, zet een overheerlijk kopje thee en daarmee moet het snel over zijn. Wat het doorgaans dan ook is. Hij doet gelukkig nooit aan drama. Wat ben ik een gezegend mens met die twee om me heen.

48 hard op weg naar de 50. Wat een jaar! Een jaar waarin vrienden veranderden in vage kennissen en vage kennissen in goede vrienden. Een jaar waarin we met z’n allen juist afstand moesten nemen, maar waar ik, altijd al tegen de stroom in gaand, juist het tegenovergestelde deed en meer naar buiten ben gegaan. Niet omdat ik niet geloof in afstand houden of de pandemie. Maar omdat ik het weer kan. Ik hou me aan de regels van mondkapjes en afstand maar ik geniet wel van de terug gewonnen energie.

Het jaar waarin ik eindelijk mijn chronische ziekte enigszins onder de knie kreeg en het jaar waarin ik voor een volle klas met knikkende knieën en klotsende oksels stond les te geven, wat ik wonderbaarlijk genoeg zelfs leuk begon te vinden. Ik heb boeken geschreven en mijn eerste illustratie verkocht. Ze zeggen weleens: “hoe ouder, hoe wijzer.” Ik begin dat ondertussen wel te geloven. Ik ben ondertussen de beste versie van mezelf geworden waar ik trots op ben.

De grootste eye-opener dit jaar was het besef wat ik waard ben en wat ik verdien. Zoals Patrick 30 jaar geleden al zei: “Nobody puts Baby in the corner.” De eerste 48 jaar van mijn leven was oefenen, fouten maken en daarvan leren. Nu hoop ik te weten hoe het moet. De volgende 48 jaar zijn voor mij. Die reizen die ik altijd wilde maken? Die heb ik nu gepland! Die studie die ik wilde doen toen ik 17 was? Die ga ik nu doen. Mijn kinderen zijn volwassen, mijn bedrijf loopt op rolletjes. Het wordt tijd voor nieuwe uitdagingen wat ongetwijfeld een hoop nieuw blog materiaal zal opleveren. Want uiteindelijk is stil zitten iets wat ik absoluut niet kan!

Imposter syndroom

Imposter syndroom

Terwijl heel Nederland samen met Corona vakantie vierde, heb ik me de blubber gewerkt. Lange, zwoele ZOOM-meetings tijdens de hittegolf en muis-arm-opwekkende webontwerpen waren mijn dagelijkse kost in plaats van uitzicht op een verkoelende zee. Saaie kost voor de trouwe Spinsel-lezer. Toch zijn er wel veranderingen gaande in het altijd enerverende en nooit saaie leven van mij. Deze zomer werd ik gevraagd of ik twee jongeren wilde coachen. Nu coach ik al 21 jaar twee (ondertussen) jongeren maar dat is toch anders als ze je mama noemen.

Mijn eerste reactie was ‘Ik? Coachen? Wat weet ik nou, wat ik iemand anders kan leren?’ Een duidelijk geval van het impostersyndroom, ook wel het oplichterssyndroom genoemd. Voor wie hier nog nooit van gehoord heeft betekent dit, dat iemand niet in staat is zijn prestaties te internaliseren. Of in normaal Nederlands, je denkt van jezelf dat je niets weet en probeert dit verborgen te houden voor de buitenwereld zodat men er niet achterkomt dat je eigenlijk de boel oplicht en dus je succes niet verdient. Zoals je begrijpt komt dit probleem vooral bij vrouwen voor. Onzin natuurlijk want ik heb niet voor niets een vierjarige opleiding gedaan, daarna vele cursussen gevolgd en meer dan 25 jaar ervaring in de grafische industrie. Ik gooide alle bezwaren van tafel, zei ja tegen de opdracht en begon niet veel later met het coachen van twee geweldig leuke jonge mensen.

Tijdens het coachen kwam ik er achter dat mijn impostersyndroom natuurlijk hartstikke belachelijk is, want ik hoorde mezelf keer op keer vreselijk slimme dingen zeggen waar ik zelf verrast over was. Waar kwam dit vandaan? Om elke keer weer met een tevreden en voldaan gevoel terug naar huis te gaan. Het bedrijf wat mij had ingehuurd was zo tevreden over mijn kennis en kunde dat ze meer begonnen te vragen. Of ik iets van CRO af wist en of ik daar mee kon helpen? Ook daar zei ik geen nee tegen. Opnieuw kwam ik met opmerkingen en advies waarvan ik niet eens wist dat ik het in me had. De stemmetjes uit het verleden die ooit zo hard schreeuwden dat ik te dom was, goed genoeg om te trouwen en kinderen te krijgen maar verder moest ik mijn mond houden, gingen steeds zachter praten en besloten uiteindelijk in een donker hoekje weg te kruipen.

Het bedrijf besloot me nog meer uit te dagen. ‘Wil je twee dagen les geven aan 15 jongeren?’ *Slik* De laatste keer dat ik voor een groep van 50 vrouwen heb gestaan is jaren geleden maar staat me nog vers in het geheugen. Knikkende knieen, klotsende oksels en een droge mond. Het was de dag dat ik besloot dat nóóit meer te doen. Tot aan deze dag. Kan ik dit wel? Wil ik dit wel? Eén van de pestkopperige stemmetjes die uit z’n hoekje durfde te komen daagde me uit. ‘Dit kan jij niet. Zeg nee. Wat een onzin, jij voor een klas?’ Ik negeerde het stemmetje en vroeg advies bij een collega die op simpele en snelle wijze een antwoord uit mij trok. Wat is je angst en waarom wil je het wel doen?

Het is duidelijk. Ik ga dit gewoon doen! Net voordat het weekend begint, stuur ik de mail naar het bedrijf dat ik de opdracht graag aanneem. Ik sluit mijn computer af en plof met een hete kop thee op de bank. Even lekker zinloos kanaal zwemmen voordat ik aan mijn studie begin. “De overgang is eigenlijk het grootste cadeau van moeder natuur voor vrouwen” hoor ik ineens. Mijn duim stopt abrupt met doorzwemmen en luister naar wat Arjan de Boswachter te vertellen heeft. “Normaal wanneer dieren niet meer vruchtbaar zijn gaan ze dood. Anders wordt de populatie te groot.” Oh lekker dan, dus mannen leven twee keer zo lang als vrouwen, denk ik bij mezelf. Hij gaat verder. “Maar in de mensenwereld krijgen vrouwen hun derde levenstaak na de overgang. Ze worden dan leiders.

Verdomd! Hij heeft nog gelijk ook. De puzzelstukjes vallen weer geweldig op z’n plek.
De interviewer kapt hem verder af in zijn geweldige verhaal. Ik heb genoeg gehoord. Ik klik de tv uit en begin aan mijn studie. Met een glimlach bevestig ik zijn verhaal. Ik vind het een goed verhaal. Van impostersyndroom naar leiderschap!

Kleine verhuizing

Kleine verhuizing

Ineens was ik het zat. Ik had net de zoveelste ZOOM-meeting afgesloten waarbij de andere ZOOM deelnemers toch een beetje raar tegen mijn koelkast aan hadden gekeken. Een beetje verontschuldigend had ik gezegd dat ik in de keuken werk. Toen ik, ergens in de vorige eeuw, nog op de drukkerij werkte, had ik een baas die op z’n Twents elke dag heel bruut riep dat vrouwen niet op de werkvloer horen, maar thuis in de keuken, ook al werkte deze vrouw dan wel van half acht ’s morgens tot negen uur ’s avonds zodat de persen niet stil zouden staan. Hij had er overigens niet bij gezegd wát voor werk ik dan in de keuken moest doen dus toen we naar dit huis verhuisden, was het voor mij de beste optie om de werkplek in de keuken te maken omdat er plek was, én omdat ik dan continue mijn, toen nog jonge kinderen, in de gaten kon houden.

Ondertussen zijn de kinderen geen kinderen meer maar behoorlijk volwassen. De één is al jaren het huis uit en gaat met haar vriend op vakantie. De ander gaat met vrienden op vakantie naar Frankrijk. Ik ga helemaal niet op vakantie want ik heb teveel werk liggen en blijf achter in een leeg huis. Maar dan ineens weet ik het, de oude kamer van dochter gaat mijn nieuwe studio worden. Ik heb het heel lang moeilijk gehad met de manier waarop ze het huis uit is gegaan op zo’n jonge leeftijd. Jarenlang heb ik gehoopt dat ze weer thuis zou komen wonen maar nu ze 21 is geworden, lijkt er bij mij een knop om gegaan te zijn. Ze heeft al een jaar haar eigen huisje, boompje en beestje. Ook zoonlief pruttelt al over het huis uit gaan dus het wordt tijd om mijn huis weer terug te veranderen in mijn huis.

Terwijl iedereen bruin ligt te bakken op het strand, in de file staat richting de vakantie-oorden en van het leven geniet, scheur ik naar de Gamma. Kleur kiezen is nog steeds moeilijk. Ik vind alle kleuren mooi maar ik ga voor een licht-aubergine kleur of zoals mijn zoon het noemt: grijs! Met 35 graden trek ik de kamer leeg (en echt, er stond veel!) en kwak ik enthousiast dikke lagen verf op alle quotes op de muren. Ik vraag me af of ze dat nu ook in haar eigen huis doet. Op de muren schrijven. De ene na de andere verloren vriendin kleur ik weg met mijn grijs-aubergine-kleur en de kamer wordt steeds mooier.

Het zweet gutst van mijn lijf maar ik ga stug door. Ik kan het niet laten om even terug te denken aan die tropenjaren voordat ze weg ging. Ze was een flinke uitdaging toch is dat gelukkig allemaal goed gekomen. Zoonlief verbreekt mijn gedachtespinsels als hij komt helpen. Zonder wat te zeggen gaan we in stilte verder. Ik ben blij met zijn hulp. Ik weet dat ie me voor gek verklaard en toch kan hij me niet alleen laten ploeteren ondanks de zinderende hitte. Als er eenmaal iets in mijn hoofd zit, moet het gewoon gelijk gebeuren.

Na drie dagen leegruimen, verven en alles weer terug zetten, ben ik erg blij met het resultaat. Mijn boekenbusiness en art-studio aan de ene kant van de kamer en mijn grafische vormgeving en ontwerp aan de andere kant van de kamer. Alles staat nu netjes op één plek in één kamer en kan ik met een gerust hart mijn volgende online meeting in.

Al ben ik nu soort van klaar met het coachen van mijn eigen kinderen (want ben je daar eigenlijk ooit klaar mee?), heb ik ondertussen nieuwe jongelingen gevonden die ik ook mag gaan coachen in die online meetings. Het leuke hier aan is dat het mij geld oplevert, in plaats van dat het mij geld kost. Ik kan nu al bijna niet wachten tot mijn volgende online gesprek!

 

21 jaar

21 jaar

 

“Loving you the way I do. I know we’re gonna make it through. And I would go to the ends of the earth. ‘Cause, darling, to me that’s what you’re worth”

21 jaar geleden gleed er een enorme hittegolf over het land. Met enkels zo dik als olifantenpoten, stond ik die middag met een kar vol planten bij de kassa van een tuincentrum.
“Hoe lang moet u nog?” vraagt het kassameisje wijzend naar mijn enorme buik.
“Volgens de planning van de verloskundige had ik twee weken geleden al moeten bevallen.” Ik zie haar witjes weg trekken alsof ze bang was dat ik het daar ter plekke ter wereld had gebracht. Maar nee, eerst moest en zou mijn huis én mijn tuin op orde zijn voordat de eerste wee zich ook maar mocht aandienen. Die avond stonden alle plantjes netjes in de tuin en mijn huis was aan kant. De volgende morgen begonnen de weeën en werd niet veel later mijn wonderlijk mooie dochter geboren. Mijn eerste gedachte was: “help, wat moet ik hier mee.” Het was de eerste baby die ik in mijn wereld leerde kennen en mocht vasthouden. Die angst en twijfel om geen goede moeder te zijn voor haar is nooit meer verdwenen. Mijn wereld zoals ik het kende zou nooit meer hetzelfde zijn.

Mijn telefoon bliebt. “Mam, wil jij morgen die plantjes ophalen want ik heb het druk met mijn huis opruimen, boodschappen doen, onkruidvrij maken, alles aanvegen en schoonmaken voordat ik de visite kan ontvangen.” Gelukkig is er dit jaar geen hittegolf maar verder zitten we behoorlijk op dezelfde golflengte. Ik stuur terug dat ik haar broer wel even op pad stuur. Het is even een investering, twee rijbewijzen, maar jeetje wat een plezier heb ik er van.

Het voelt alsof ik twee keer met mijn ogen geknipperd heb en ineens is er 21 jaar voorbij gegleden. “Officieel ben ik nu niet meer financieel verantwoordelijk voor je.” zeg ik met een knipoog. “Dit was het! Ik laat je nu helemaal los.” Even weet ze geen weerwoord. Alsof ik ooit mijn kinderen los zou kunnen laten, overigens tot grote ergernis van anderen want is dat nu echt nodig, elke dag bellen of op whatsapp. Ja, wij vinden dat het echt nodig is.

“If you’re out on the road. Feeling lonely and so cold. All you have to do is call my name. And I’ll be there on the next train”

Ik wil nog steeds de verhalen horen. Ik wil nog steeds de vrienden kennen. Ik wil nog steeds weten hoe ze zich voelt en ik wil nog steeds dat ze mij belt wanneer er iets niet goed gaat. Overigens bel ik dan in de meeste gevallen mijn eigen vader weer want wat zouden we in de meeste gevallen zonder hem moeten doen. Ze is niet voor niets naar haar opa vernoemd.

21 jaar. Ik kan het nog steeds niet geloven. Ik ben al 21 jaar moeder. Steeds vaker horen we de vraag wanneer ik oma ga worden, wanneer zij moeder gaat worden. Doe nog maar even niet. Geniet van je vrijheid, leef, reis en geniet nog even zonder angst en twijfel of slapeloze nachten door krampjes, doorkomende tandjes of nachtelijke feestjes, want zodra dat moment aanbreekt dat je moeder wordt, zal het leven dat je kende nooit meer hetzelfde zijn.

“You never know how it’s all gonna turn out, but that’s okay. Just as long (just as long) as we’re together, we can…”