Selecteer een pagina
Nederland geëmancipeerd

Nederland geëmancipeerd

[:nl]Na de chaos van de afgelopen weken, scan ik door mijn 318 mailtjes. Het is pas 9.10 en de telefoon gaat al vroeg.

*Goedemorgen, met blabla van blablabla. Zou ik misschien met de eigenaar kunnen spreken?

Ik ben even sprakeloos. Niet vanwege wéér een telemarketeer maar omdat ik wordt aangesproken alsof ik de secretaresse ben, terwijl meneer op een mobiel nummer belt. Mijn mobiele nummer van mijn bedrijf wat ik heb opgericht en met veel liefde heb laten groeien tot wat het nu is. Mijn brein schakelt snel en ik besluit het spelletje mee te spelen.

> Helaas, die is op dit moment niet aanwezig.
* Wanneer is HIJ dan wel aanwezig? Wanneer kan ik hem terug bellen?
> Hij is op dit moment op vakantie maar probeer het over twee weken nog een keer.
* Bedankt, ik bel hem over twee weken!

De meneer in kwestie hangt direct op en laat mij in verbazing achter. Ik check mijn kalender. Het is toch écht 2018, een tijdperk waarin vrouwen gelijke rechten en plichten zouden moeten hebben als de man. Maar helaas is het een tijdperk, waarin het echte, ouderwetse feminisme is doorgeslagen tot klinkklare onzin. Waar mannelijke straatnaambordjes vervangen worden door vrouwelijke namen. Waar mannen zes weken kraamverlof krijgen, terwijl zij niet degene zijn, waarvan het lichaam uiteengerukt is door een tienponder die door een klein gaatje is gekropen, en moet herstellen. Waar mannen extra papa-dagen krijgen, terwijl vrouwen alleen maar méér moeten gaan werken, want je mag niet afhankelijk zijn van je partner. Mocht hij ooit vertrekken, moet je voor jezelf én je kinderen kunnen zorgen want er is geen vangnet.

Een tijdperk waarin je als alleenstaande vrouw, nog steeds vogelvrij verklaard bent en iedereen een publieke mening over je mag vormen. Een speelbal van de maatschappij omdat je niet in staat bent zelf beslissingen te nemen. Een wereld waarin je nog steeds onveilig bent als vrouw want je bent een ieders bezit. Waar je een man aan je zij nodig hebt, om een auto of een computer te kunnen kopen. Regelmatig val ik nog steeds van de ene verbazing in de andere. Ik hoor het mannen zo vaak roepen dat ze het feminisme steunen. ‘Als het jou uitkomt.’ denk ik dan. Maar niet in dingen die er toe doen. Ze worden boos als ik ze er op wijs. Mijn advies is om eens een jaar als alleenstaande vrouw door het leven te gaan. Pas dan zie je de verschillen. Pas dan weet je waar je over praat.

Ik weet ook dat mijn relaas over feminisme, een hoop gezucht en gepuf oplevert van mannen én vrouwen, meestal vrouwen in een relatie die het afdoen als onzin. Hysterisch gezeur. Ik ben vijftien jaar single geweest en zie nu hoe anders mensen reageren wanneer je ineens een man naast je hebt staan. In plaats van je te betuttelen tot een infantiele nietsnut, word je gezien als de vrouw van…. Men spreekt hem aan in plaats van mij. In ons geval kijkt hij mij wazig aan want hij spreekt de taal niet en ik neem het dan alsnog over, tot grote irritatie van de vraagsteller die stug naar hem blijft kijken.

Nederland geëmancipeerd? Nee, we hebben hier nog een hele lange weg te gaan!
En Meneer Dropbox? Als u over twee weken terug belt, krijgt u opnieuw de CEO van dit bedrijf aan de telefoon, niet de secretaresse. Zij zal opnieuw zeggen dat ze geen interesse heeft in uw product, alleen al vanwege uw vooroordeel over mannen en vrouwen.[:]

Vueling, for a dream

Vueling, for a dream

[:nl]Het was vast George!‘ zegt zoonlief terwijl hij een hap van z’n burger neemt. George is de overleden vader van Vriendlief, waarvan wij het vermoeden hadden, dat ie nog steeds door het huis spookt. Voor de tweede keer binnen een week zitten we opnieuw vast op een vliegveld. Zes uur eerder arriveerden we, met een toch wat raar voorgevoel, op Luton London Airport. Ik dacht dat het kwam, omdat we zes dagen eerder op Schiphol, zonder echte reden, geweigerd waren voor een vlucht naar Engeland. Maar toen al snel bleek dat de vlucht naar huis vertraging had, keken zoonlief en ik elkaar aan en dachten hetzelfde. ‘Niet weer!’

De hele trip was vanaf het begin gedoemd te mislukken. De uitvaart was uitgesteld en ik moest snel nieuwe vluchten boeken. Ik wilde natuurlijk de goedkoopste vluchten, klikte teveel en zorgde er eigenhandig voor dat het systeem op tilt ging. Ik probeerde de Spaanse helpdesk te bellen maar dat schoot niet op. Uiteindelijk vond ik iemand die wel verstaanbaar Engels sprak. ‘Vul voor dit moment een andere naam in.‘ legt de mevrouw aan de lijn uit, ‘maak de boeking en bel ons dan terug, zodat wij het ticket op de correcte naam kunnen zetten.‘ Zo gezegd, zo gedaan. Ik was blij dat ik uiteindelijk toch nog de goedkope tickets had kunnen bemachtigen.

Toch bleef ik een raar gevoel houden. Het voorgevoel klopte als een bus, toen we op donderdagochtend op Schiphol klaar stonden om in te checken en we door een erg vervelend mannetje geweigerd werden in te stappen, een naamdingetje. Mijn uitleg wilde hij niet eens aanhoren dus boekten zoonlief en ik een andere vlucht en kwamen alsnog aan in Engeland, waar ik aanwezig was bij de uitvaart van mijn schoonmoeder en zoonlief zijn derde internationale concert van Iron Maiden meemaakte.

Nog een half uurtje en dan is hij hier.‘  zeg ik tegen hem. Het personeel van de Burgerking waar we gecrasht zijn, is al druk bezig met opruimen en afsluiten. Ik zie onze medepassagiers ronddwalen zonder duidelijk plan wat ze moeten doen. Met een uur vertraging mochten we dan uiteindelijk die avond toch aan boord van het vliegtuig. We waren al een stap verder gekomen dan de week ervoor. Het zou nu nog maar een uurtje vliegen zijn, en dan lekker naar huis. ‘Het lijkt wel of de vleugels eraf gezaagd worden.‘ zeg ik tegen zoonlief. Het vliegtuig maakt een heel raar geluid alsof de motor niet wil starten. De Spaanse piloot houdt ons op de hoogte wat er aan de hand is, in het Spaans. De temperatuur in het vliegtuig begint tot ongekende hoogtes te stijgen en mensen worden ongeduldig en agressief. Plotseling springt een man op en wil het vliegtuig uit, wat betekent dat zijn koffers ook weer uit het ruim moeten worden gehaald. Zoonlief rolt met z’n ogen. Het vliegtuig naast ons, wat later was aangekomen, vertrekt eerder.

Als de stewardessen uiteindelijk halve kopjes water beginnen uit te delen omdat de hitte niet uit te houden is, komt de piloot met het verlossende woord. ‘Dit vliegtuig blijft aan de grond. Iedereen wordt terug gebracht naar de terminal.‘ Ik begin keihard te lachen. ‘You gotta be fucking kidding me!‘ Zoonlief en ik blijven rustig op onze plek zitten, terwijl er rondom ons totale paniek ontstaat over het hoe en wat. Wanneer er ruimte is, gaan wij ook van boord. We worden met z’n allen een bus ingejaagd. ‘We krijgen nu een hotelovernachting en ontbijt.’ roept iemand. ‘Ja en een massage erbij.’ denk ik bij mezelf. ‘Ik wil geen hotelovernachting, ik wil gewoon naar huis.‘ zeurt een andere vrouw. Wanneer je budget vliegt, kun je niet het onderste uit de kan verwachten. Ik ben blij, dat Vueling mij veilig aan de grond houdt, in plaats van ons de lucht in te schieten met een kapotte motor maar dat lijken anderen niet te beseffen.

Door alle commotie in de bus, zien mensen niet dat we met de bus rondjes aan het rijden zijn op een groot platform. ‘Ennnn de wielen van de bus gaan rond en rond….‘ begin ik te zingen. Het slaat niet aan bij mijn gestreste medereizigers. Na drie rondjes van de zaak met de bus, stoppen we voor de personeelsingang. ‘Dit is real-life Dora.‘ merkt Zoonlief droogjes op. ‘met onze rugzakken en Zwieber die daar stiekem met ons mee loopt.‘ Ergens heb ik toch iets goeds gedaan in de opvoeding. In wat voor ellendige situatie ik vroeger terecht kwam met de kinderen, ik verzon er altijd een groots en spannend avontuur bij, zodat ze niet bang zouden worden of gestrest zouden raken. Zoonlief doet nu precies hetzelfde en ik vind het geweldig. Via een tussendeur staan we ineens weer aan de andere kant van het vliegveld, bij de bagageband. Terug bij af, u ontvangt geen 200 euro, als u langs start komt. ‘Now what?‘ Zoonlief en ik kijken elkaar aan. Het enige wat we kunnen doen, is terug lopen naar de ingang.

Hier en daar zie ik onze medepassagiers naar Departure gaan. Voor deze ene keer volgen we de meute. Halverwege de hal zien we een mannetje van het vliegveld een lichte zenuwinzinking krijgen, terwijl hij de woedende menigte probeert te kalmeren en uit te leggen wat er aan de hand is. ‘No flights out this evening. Next flight tomorrow. You all got a textmessage from Vueling. We can’t reach them either for more information. Manager is still asleep.’ On cue trekt iedereen tegelijk hun telefoon te voorschijn. Niemand heeft een bericht gekregen. Ik check mijn Vueling app en zie dat we op de vlucht van zaterdag gezet zijn. Het mannetje begint wat vreemde trekken rond zijn mond te krijgen. Ik verwacht dat ie elk moment begint te schuimbekken. Ik hoop voor hem dat hij de avond overleeft. Of hij wordt opgegeten door de hongerige meute, of hij zakt binnen enkele seconden in elkaar. Ik heb medelijden met hem.

Kom,‘ zeg ik tegen zoonlief en trek hem mee naar een rustigere plek. ‘Hier blijven heeft geen zin, we bedenken een ander plan.’ Ik bel Vriendlief en leg hem de situatie uit. ‘I’m on my way.’ Ik laat de rest van mijn medepassagiers achter, druk typend en zoekend op hun tablets en laptops naar andere vluchten. We sloffen naar de Burgerking, waar we eindelijk even rustig kunnen zitten.

Hij houdt wel heel veel van je, dat ie ons weer op komt halen.
Ik knik. ‘Dat denk ik ook.
Jullie zijn ook twee dezelfde weirdo’s bij elkaar met dezelfde stomme, sarcastische humor.
Ik grinnik om Zoonlief z’n nauwkeurige observatie.
Kom op!‘ zeg ik tegen hem. ‘Hij is 10 minuten van de roundabout. Laten we maar eens gaan lopen.

Natuurlijk zou deze week niet compleet zijn, als we eerst compleet de verkeerde kant oplopen. Nadat we in ons beste Engels de weg vragen, worden we uiteindelijk herenigd met Vriendlief. ‘Wow, time flew by so fast! We are back again.‘ Als vanaf dit punt alles normaal zou zijn gelopen, zouden we binnen een uurtje thuis zijn geweest maar helaas. De snelweg was afgesloten. Een omleiding leidde ons, samen met duizenden andere auto’s en vrachtwagens met een slakkengangetje, via een toeristische route door kleine dorpjes over afgelegen wegen. Uiteindelijk na uren wachten op het vliegveld, een gecancelde vlucht, een autorit van twee uur en tien vliegtickets verder, zijn we rond twee uur ’s nachts weer terug, waar we die middag vol goede moed waren vertrokken. Ik hoop dat George blij is dat we weer terug zijn. Schoenen werden uitgetrapt, rugzakken in de hoek gegooid. Eerst slapen, de rest komt later!

Vueling, for a dream‘ stond er op ons vliegtuig. Ik denk dat ik er een photoshopje op los laat, ‘Vueling, what a nightmare!

 [:]

Next stop: Holland

Next stop: Holland

‘Robert? Are you home?‘ Het is de zaterdagmorgen na de crematie. Broer2 en Schoonzus komen binnen zonder kloppen. Again. Vriendlief en ik kijken elkaar aan maar zeggen niets. Onze blik spreekt boekdelen. Als een razende rennen ze door het huis, om spullen mee te nemen, totaal niet bewust van onze geïrriteerde houding. Nog geen 24 uur geleden namen we afscheid van hun moeder. Dit is de zoveelste keer dat het gebeurt. Binnen komen rennen, zonder enige vorm van communicatie, waarbij ze ons op de meest onmogelijke momenten overvallen.

Al die weken heb ik echt mijn best gedaan om me stil te houden. Beleefd te blijven. Ik ben nieuw in de familie. Maar deze keer stapten ze over mijn grens. Autisme is de rode draad in deze familie. Donaties na de crematie waren bedoeld voor het autismefonds. Ik heb de herkenbare verhalen van Schoonzus aangehoord over haar autistische zoon. Ze weten hoe autisme werkt. Iedereen moet rekening houden met haar zoon. Waarom is het dan zo moeilijk om rekening te houden met mijn zoon? Hij zit veilig boven op zijn kamer, zich niet bewust van de chaos die beneden gaande is. Een week geleden had vriendlief aan zijn broers gevraagd, om niet zomaar binnen te komen rennen, omdat mijn zoon hier ook zou zijn. Mijn zoon die er nog niet aan toe was, om nieuwe mensen te ontmoeten in een vreemd land maar wel graag naar zijn favoriete band wil in Birmingham.  Ze hebben er maling aan. Ze hebben maling aan ons.

Wanneer Schoonzus haar verhaal wilt doen, tegen mij over haar zoon, negeer ik haar compleet. Zoals ze mijn verzoek ook heeft genegeerd. Ik blijf stug naar mijn beeldscherm kijken, een oplossing zoekend voor onze terugvlucht. ‘Have you sorted out your flights?‘ vraagt ze geïnteresseerd.  ‘Nope!’ zeg ik kort en bondig. Na zo’n twintig minuten aan de telefoon te hebben gezeten met Barcelona, heb ik wat meer antwoorden maar nog steeds geen vlucht naar huis.

De stress stijgt tegelijk met de temperatuur tot ongekende hoogtes. Ik wil gewoon naar huis! Broer en Schoonzus graaien uit het huis, wat ze willen hebben en verdwijnen weer. ‘Zo, dat hebben we ook weer gehad.’ zeg ik opgelucht. Ondertussen heb ik eindelijk een betaalbare vlucht terug naar huis gevonden. Bang om weer een fout te maken, check ik wel tien keer letter voor letter onze namen. Om de humor er van in te blijven zien, roep ik tegen zoon dat we vier stoelen hebben geboekt in hetzelfde vliegtuig dus we hebben ruimte zat.

Met alles wat er mis kon gaan op deze trip, hoop ik dat deze vlucht zonder problemen zal verlopen. Vriendlief laat een magere glimlach zien. Het liefst zou hij gelijk mee terugvliegen. Hij kan niet wachten tot hij de deur voorgoed achter zich dicht kan trekken om aan zijn nieuwe avontuur te beginnen. Next stop: Holland!

Uitvaart deel 3; closure

Uitvaart deel 3; closure

[:nl]’U kunt niet mee! De naam komt niet overheen, belt u maar met Vueling om het uit te zoeken maar u gaat niet mee met ons.‘ Het was half zeven ‘smorgens en we zaten al vanaf vijf uur klaar voor vertrek, zoonlief en ik. Hij, omdat hij weer naar een Iron Maiden concert gaat, ik, omdat ik een nieuwe poging doe om bij een crematie aanwezig te zijn. Mijn smeekbede en uitleg dat ik de vorige keer wel gewoon mee mocht met deze naam hield geen stand. Voor onze neus ging de deur van het vliegtuig dicht. Respectloos als de little prick was, rolde hij met zijn ogen naar zijn collega en zei daarbij dat hij onze stoelen al weg gegeven had. Vueling op dat moment bellen had geen zin. Na twee pogingen het hele bandje doorgelopen te zijn, werd de verbinding verbroken want de helpdesk was nog niet geopend.

Ik kijk zoonlief aan en vraag me af hoe zijn gemoedstoestand is. Ondanks het drama wat zich zojuist had afgespeeld, was hij redelijk rustig. Snel belde ik vriendlief om te zeggen dat hij ons niet hoefde op te halen. Hij was al bijna bij het vliegveld. Paniek in twee landen. De little prick loopt met een vervelende grijns op zijn gezicht weg. ‘Wow, iemand moet jou wel heel erg gekwetst hebben, als je zo gemeen kunt doen in deze moeilijke situatie.‘ dacht ik bij mezelf. Mijn brein probeert op lichtsnelheid een oplossing te verzinnen. Zoon gaat ondertussen op zoek naar een informatiepunt van Schiphol. Wat zijn we samen toch een geweldig team. ‘Blijven we dit tot het einde doen?‘ vraag ik hem. ‘Samen op reis gaan.’ Terwijl we door de lange gangen van Schiphol rennen, check ik nieuwe online vluchten. Net als ik een vlucht gevonden heb, heeft zoonlief het informatiepunt gevonden. Gelukkig maar! Want met de vlucht die ik gevonden had, kon ik alleen met credit card betalen, die ik niet heb.

De vriendelijke mevrouw bij de desk hoort mijn verhaal aan en ik voel een golf van empathie mijn kant op stromen waardoor de tranen in mijn ogen beginnen te prikken. Het zijn een paar zware weken geweest. Nog maar net een nieuwe relatie wanneer zijn moeder ernstig ziek wordt en komt te overlijden. Ik blijf op en neer vliegen voor steun, hulp en uiteindelijk de crematie die bij aankomst in Engeland plotseling verzet was naar twee weken later. ‘It can only happen in England.’ blijven we maar zeggen maar er rustte duidelijk een vloek op de crematie. ‘Wat erg, mevrouw.‘ zegt de vriendelijke dame bij de desk en ze raakt even mijn arm aan. ‘Hij had je gewoon door moeten laten. We gaan op zoek naar een andere vlucht voor u.‘ Een vriendelijke meneer mengt zich in het gesprek en vraagt wat het probleem is. Nadat ik opnieuw mijn hele verhaal heb verteld, neemt hij het over van de vrouw en leidt ons op subtiele wijze door de overvolle hallen van Schiphol. Bij de Easyjet balie vertelt hij me dat er nog drie stoelen vrij zijn, die ik kan boeken. Hij geeft me zijn kaartje met de garantie, hem opnieuw te bellen als het weer mis gaat en laat ons achter in de lange rij, klagend vakantievolk, voor de Easyjetbalie. Op zijn kaartje lees ik dat hij de kapelaan van Schiphol is. Schoonmoeder heeft van bovenaf God’s afgezant ingeschakeld als hulptroepen. We wachten rustig onze beurt af en luisteren naar alle woede uitbarstingen van reizigers die vast zitten. Ik heb respect voor de meisjes achter de balie die ondanks alle geweld zo rustig blijven.

Niet veel later zitten zoon en ik aan de andere kant van Schiphol tussen gate één en zeven want ergens moet onze vlucht van kwart voor negen vertrekken. Een gate nummer verschijnt maar niet en opnieuw worden vluchten gecanceld. Ook zoonlief begint nu wat nerveus te worden. Wat wordt ons plan C? Uiteindelijk verschijnt om half tien het verlossende woord BOARDING. We hebben het gered, vliegen ‘businessclass’ en landen niet veel later in Engeland.

De crematie is gelukkig pas de volgende dag, zodat we nog een dag hebben om bij te komen van alle commotie. Wanneer de dag aanbreekt, blijkt dat plan óók weer gewijzigd te zijn. Opdringerige Vriendinnen nemen mijn plek in, in de familie auto. Vriendlief staat aan de ene kant van de weg te wachten op de limo en ik sta aan de andere kant van de weg bij Vriendelijke neef en zijn lieve Schotse maar o-zo onverstaanbare vrouw, met wie ik naar het crematorium zou rijden. ‘Je had geluk dat je niet in de limo zat.‘ zegt vriendlief als we herenigd worden bij het crematorium. ‘De airco was kapot en blies alleen maar hete lucht. We hingen allemaal met onze hoofden naar buiten.‘ Gelukkig kunnen we er nog een beetje om grinniken hoe echt alles fout gaat. De limo was te laat, de rolstoel van broer paste niet in de limo, de airco blies helshete lucht, alles lijkt gedoemd te mislukken met deze crematie. Ook in het crematorium plaatsen Opdringerige Vriendinnen hun poezelige derrière op de eerste rij, zodat vriendlief, broer en ik wat onhandig rondkijken waar we dan zouden kunnen zitten.

Het kwam goed, de dienst begon en hoe kon het ook anders, dat op bijna elke foto die voorbij gleed op de slideshow, de Opdringerige Vriendinnen ook stonden. Ik schudde vol ongeloof mijn hoofd en probeerde me maar op de dienst te focussen. Ik zie vriendlief vol ongeloof met z’n hoofd schudden als hij zijn eigen foto uit de tijd dat hij ziek was voorbij ziet komen. Er waren zoveel leukere foto’s. Ook broer rolt met zijn ogen als zijn ongeluk vermeld wordt. De afgelopen weken heb ik mijn schoonouders leren kennen via heel veel foto’s, verhalen en spullen. Hoarders waren het. Alles werd bewaard, van oude uitlaten tot aan halflege zakjes suiker uit 1960. Maar ook alle kaarten, liefdesbrieven en vakantiekiekjes. Samen met vriendlief hebben we de afgelopen weken al heel wat opgeruimd in het huis. Tientallen klokken, boeken en kranten van begin 1900, oude navy en verpleegsters instructieboeken. Het was een reis door de tijd. De afgelopen weken waren intens maar lang niet zo intens als voor de twee broers die naast me zitten.

Wanneer dan eindelijk het laatste en haar favoriete nummer ingezet wordt, ‘Oh What An Atmosphere!
I Love A Party With A Happy Atmosphere.‘ probeer ik mijn lach in te houden. Terwijl de Opdringerige Vriendinnen zich overdreven snikkend op de kist werpen, lopen vriendlief, broer en ik naar buiten. ‘So let me take you there. And you and I’ll be dancing in the cool night air.‘ Het is goed zo. Ik heb mijn schoonmoeder op een bijzondere manier leren kennen door middel van foto’s, brieven, verhalen en haar oneindige verzameling elfjes, vlinders en bloemen. Ze was zorgzaam, lief en doortastend, met een flinke dosis humor. Ik denk dat ze een geweldige schoonmoeder geweest zou zijn. Ik vind het jammer dat ik haar nooit echt heb leren kennen. Dag lieve schoonmoeder, ik neem het stokje van je over. Ik hoop dat je je rust gevonden hebt.

 [:]

Do Dutch people burp?

Do Dutch people burp?

[:nl]‘Is Holland playing for Worldcup too?’  Ik heb net mijn twee nieuwe zwagers ontmoet. Ze willen niets weten over mij, mijn werk, mijn kinderen of mijn familie, nee, ze zijn geïnteresseerd in mijn land. Ik geef hem een blik die boekdelen spreekt. Nee, Holland doet niet mee. Wat ik overigens niet heel erg vind want die gekte die hier uitbarst tijdens een WK, is niet grappig meer. ‘You like football?‘ gaat hij voorzichtig verder. ‘Oh ja, ik ben er gek op! Ik heb geen wedstrijd gemist van de Word Cup!‘ Wat in feite niet eens gelogen is, want vriendlief kijkt namelijk wel naar de wedstrijden en ik kijk vrolijk mee.
Oh really?‘ merkt hij verrast op.
‘It’s sarcasm!‘ mompelt vriendlief. Iets wat blijkbaar ook heel onhollands is.
Do Dutch people burp?‘ gaat zwager onverstoord verder. Ik weet niet goed hoe ik hier op moet antwoorden.
Does MacDonalds deliver in Holland?
I’ve once been to Holland and we stayed in a hotel in Rotterdam at the end of a long street. You know that one?’
‘Do you know that one pub in Amsterdam, near the Cricket?’
‘Isn’t Germany always the big brother of Holland?’
Neeee, ga weg! Wij hebben hekel aan Duitsers!
And Belgium people?’
‘Idiots!‘ roep ik uit.

You don’t really like people, do you?‘ vraagt zwager als we aan de thee zitten. Ik schud mijn hoofd. ‘Ik ben gewoon geen peoples person. Ik ben liever alleen.‘ Hij probeert me afkeurend aan te kijken maar grinnikt stiekem. ‘Hij is de enige die ik nog een beetje in mijn buurt tolereer.’ zeg ik terwijl ik naar vriendlief wijs.
‘I heard the Dutch people are always very friendly.‘ gaat zwager stug verder.
Ik grijns. ‘Are you freaking kidding me? Ik weet niet van wie je dat gehoord heeft maar dat klopt duidelijk niet. We zijn zeurpieten. We zeuren over alles. Het weer, het eten, het verkeer, politiek, toeristen. You name it en wij zeuren er over.’

Ik was al gewaarschuwd voor de familie dat het geen doorsnee familie is. Als niet veel later neef en schoonzus ook langskomen is het spul compleet. ‘I like you!‘ roept schoonzus als ik haar vriend op z’n plek zet, na weer een opmerking over Nederlanders. Ondanks de nare situatie waarvoor ik hier naar toe ben gekomen, hebben ze me op een warme en hartelijke manier ontvangen, dat ik me direct thuis voel, in dit oude arbeidershuisje in een industriële stad niet ver van Londen. Ik voelde me al thuis in Engeland maar dit bevestigde het toch maar weer. Niet veel later moet ik helaas toch terug naar het vliegveld, terug naar mijn eigen gezin. Ik mis mijn kinderen en had ze het liefst mee genomen. De familie is teleurgesteld als ik zo snel alweer naar huis ga en ze vragen wanneer ik weer terug kom.

Een paar uur later sta ik weer in het drukke Amsterdam. Het eerste wat ik hoor is het Hollandse geklaag en ik kan alleen maar met m’n ogen rollen en diep zuchten. Gosh, wat ben ik hier zo niet thuis. De buschauffeur rijdt als een madman, het weer is ruk, iedereen klaagt over het feit dat de autosleutels ingeleverd moesten worden, toen ze hun auto naar langparkeren brachten. Allemaal gaan ze de kilometerstand checken want ja, wie wil er nou niet stiekem in een Prius uit 1990 rijden, terwijl de eigenaar op vakantie is. Als ik niet veel later sta te wachten op mijn autosleutel, gaan er twee stelletjes tegen de carparkmeneer compleet uit hun wokpan. Waarom? Denk ik bij mezelf. Je komt van vakantie. Je zou relaxed moeten zijn. Ik had de klaagzang al zo’n 10 minuten in de bus aangehoord en het ging nu nog eens 15 minuten door. Ik ben er uiteindelijk maar bij gaan zitten en wens mezelf terug naar Engeland. Ik heb medelijden met de Carparkmeneer die er ook allemaal niks aan kan doen. Om zijn avond op te fleuren maak ik een vriendelijk praatje hem. ‘Mevrouw,‘  begint hij met zijn vol Surinaamse accent, ‘de meeste scheidingen komen door vakanties. Mensen zijn zo gestresst tegenwoordig.’ Ik knik. ‘Daarom reis ik ook altijd alleen.’ zeg ik lachend en gooi m’n rugzak weer op mijn rug om op zoek te gaan naar mijn auto. Hij lacht terug. ‘Goede reis terug.’ roept hij me nog na. In de file op weg naar huis neem ik een slok van mijn net gekochte fles bubbelwater en voel een burp omhoog borrelen. ‘Yup, Dutch people burp too!‘ en grinnik zachtjes om de meest vreemde maar lieve familie die ik nog maar net leer kennen en weet nu al dat ik weer snel een vlucht terug zal boeken![:]