[:nl]Soms zijn er van die momentjes, tussen het geploeter door, dat je je afvraagt of het ooit ophoudt; dat gevoel dat je altijd de heuvel op rent, tegen de stroom in zwemt of zoals Alanis het zo mooi kon omschrijven, altijd in de file staat wanneer je toch al laat bent. Is het ene probleem net opgelost, klopt het andere alweer aan. Het zwaarste om mee om te gaan is het feit dat beide kinderen nu eigenlijk als chronisch ziek bestempeld kunnen worden. Ik race van de ene dokter naar de andere, van de ene school naar de andere. Ik leg uit, verklaar, verontschuldig, nee ik ben geen slechte moeder en ja ik ben al voor allebei meer dan een jaar op zoek naar hulp maar er zijn weinig dokters die gaan zitten en luisteren. Gewoon luisteren en samen met mij zoeken naar een oplossing.

Het was zo’n dag dat allebei de kinderen het ook niet meer zagen zitten. Eerst had ik dochterlief snikkend van de pijn en de reddeloosheid in mijn armen, zonder gevoel in haar benen, niet meer kunnen lopen, laat staan paardrijden en niemand die hielp. Ik sprak haar moed in, gaf haar een knuffel en liet haar weer even lachen zodat ze het nog heel even kon volhouden in afwachting van de MRI. Maar daarna kwam zoonlief thuis, moe, ziek, strontziek zijn van het ziek zijn. Boos dat er maar geen oplossing gevonden werd. Ik opende mijn armen, knuffelde hem, liet hem lachen en praatte hem moed in dat de kinderarts vast wel een oplossing wist. Het was zo’n dag dat er heel wat extra gewicht op mijn schouders wordt gelegd maar niemand in de buurt die dat gewicht samen met mij helpt te dragen.

Onderweg naar dochterlief en haar nieuwe paard schalt de nieuwe cd van Beth hard uit mijn speakers. ‘These dreams, live beyond the dark, give unto the heart and wait to feel the light of the moon.’ Captor was gekocht zonder zadel dus moest er een nieuw zadel aangemeten worden. Ik ben geen held met paarden maar ik ga ze ook niet uit de weg. Als ik paarden uit de weg ga, zou ik ook dochterlief uit de weg moeten gaan want het paardenleven is haar leven. Eigenlijk zou ik mijn werk af moeten maken maar de zadelmaker had een plekje over, wat drie maanden wachten scheelde. Als ik de stal binnenkom staat Koning Captor, zoals ik hem ondertussen noem vanwege zijn oranje deken, al te wachten. Hij begroet me zachtjes door zijn snuit in mijn handpalm te leggen. Zijn blik zegt genoeg; Doe maar even rustig, Vrouwke, het komt wel goed!’ en legt zijn hoofd nog even tegen me aan alsof hij me een knuffel wil geven. Mijn hart smelt en ik weet nu al dat wanneer hij ooit verkocht zal worden mijn hart wel breekt. Dit paard is anders. Het liedje wat net zo hard op repeat stond in de auto begint zich weer in mijn hoofd te herhalen. ‘Stay with me Baby and save me from the grave. I don’t need no doctor to keep me alive. It’s a good day to cry.‘ Koning Captor kijkt me aan alsof hij wil zeggen: ‘Kom op, we gaan haar weer even laten lachen.’

Met z’n drieën lopen we van de Noordzijde naar de Zuidzijde. Iedereen is een beetje gespannen hoe het zal gaan over de weg maar Captor kijkt erbij alsof hij wil zeggen: ‘Relax, I got this shit handled.’ We komen zonder kleerscheuren aan bij de zadelmaker aan de andere kant van het water. De zadels worden één voor één gepast. Ondanks haar pijn en de rugblessure, rijdt dochterlief alsof er niks aan de hand is en knipoogt Koning Captor naar mij dat het prima gaat. De zadelmaker staat een uur lang complimentjes te maken over dochterlief, hoe goed ze rijdt ondanks haar blessure en pijn. Het beste zadel wordt gekozen zodat wij daarna weer terug kunnen naar de Noordzijde. Ook nu wandelt Captor mee alsof hij dit al jaren doet. Als een echte koning schrijdt hij door de straten van Bodegraven, wuivend met zijn snuit in de wind.

Voordat ik weer naar huis ga om aan het werk te gaan, krijg ik nog even een klein knuffeltje van hem. We kijken elkaar nog even aan; ‘het komt wel goed’ denken we allebei. En voor heel even was ik niet alleen. Voor heel even leek het paard me te begrijpen en de zware last van mijn schouders te lichten. Als ik later die dag weer achter mijn computer kruip om het laatste werk af te maken, zet ik eerst de muziek aan en bekijk de foto’s die ik die middag genomen heb. ‘It’s a good day to cry.‘ zingt Beth maar voor heel even glimlach ik door de foto’s en filmpjes van mijn mooie dochter en haar Koning Captor.[:]

Loading