[:nl]‘Is dit je paaldanspaal geweest?‘ vraagt zoon als hij me een oude gordijnroede aangeeft. Ik kijk hem verrast aan en schiet in de lach. Wat ooit de zolder was, heeft hij ondertussen geconfisqueerd tot slaapkamer. Jarenlang hebben hij en dochter om de grote zolder gevochten. Beiden wilden het tot slaapkamer maken, maar ik vond dat onhandig. Er stonden teveel dozen, er is geen deur, er hangt een ketel. Gewoon nee! Veel te onhandig. Totdat de kinderarts vond dat game- en slaapkamer gescheiden moesten worden dus maakten we een gamekamer en heel stiekem zonder gevecht ging er steeds meer naar zolder totdat de ruimte ineens tot zijn eigendom behoorde en ik hem nu enthousiast sta te helpen ruimte te creëren voor zijn nieuwe game/werkstation.

Het voordeel van om de twee jaar verhuizen, wat ik mijn hele leven heb gedaan, is dat je weinig troep hebt. Het nadeel van voor het eerst in je leven al 13 jaar op dezelfde plek wonen, is dat je zoveel troep hebt, dat je niet eens meer weet dat je het had en waarom je het in de eerste plaats hebt bewaard. Van Pietendiploma tot mijn eerste visitekaartjes. We kwamen het allemaal tegen en we gooiden het allemaal weg. Wat ruimt dat heerlijk op. Goed idee die zolder aan te pakken!

Niet veel later zitten we samen uitgeput maar tevreden op de bank te praten over wat ooit was en wat nog gaat komen. Grinnikend over de ‘wat-ooit-was’ en een nerveuze kriebel in de buik over wat nog gaat komen. ‘Het zou toch naaiend zijn als ze over twee jaar met een chip komen, die ze in je hoofd planten waardoor je gewoon niet meer naar school hoeft want alles zit al in je hoofd.‘ mijmert zoon.
Dan voel je je echt genaaid‘ zegt hij.
Zonder glijmiddel.‘ voeg ik er droog aan toe.
In je kont.‘ merkt hij op.
Als je aan de diarree bent.‘ roepen we allebei in koor en gieren het uit van het lachen.

Ooit reden we om de week naar Flakkee voor wat drumles voor zoon. Het was altijd een hele onderneming. Drumstel inladen, kids inladen, uurtje rijden. Drumstel uitladen, kids uitladen. Terwijl ene kind drumles kreeg, probeerde ik andere kind te entertainen. Tijdens één van die vele ritjes naar Flakkee riep zoon ineens vanuit het niets: ‘BROODDEEG!’ Dochter en ik gierden het uit van het lachen. We reden tussen de akkers en er was niets wat in onze ogen, maar een beetje leek op brood of brooddeeg. Nu na tien jaar is dat raadsel eindelijk opgelost. ‘We reden langs tarwe, van tarwe maak je brooddeeg dus brooddeeg op de akkers.‘ Ik moet het heel even laten bezinken. Een woord waar hij sowieso al een hekel aan heeft, want tegenwoordig moet alles bezinken. ‘Ja, logisch. Nu snap ik het eindelijk na tien jaar.’  zeg ik. Hij zegt nooit veel maar als hij wat zegt, dan geeft dat ook gelijk stof tot nadenken. Zoals die ene keer toen hij wat probeerde te vertellen aan zijn zus. Ik probeer grinnikend het verhaal opnieuw aan hem te vertellen maar hij herinnert het zich niet meer. ‘En daarom schrijf ik dus al die blogjes.‘  roep ik ter verdediging van alle grappige verhalen. ‘Zodat je het later allemaal nog eens terug kunt lezen.

Dat is later, mam, we leven in het hier en nu. Niet later!‘ Daar heb je zó gelijk in, zoon, maar later zal je snappen wat je nu nog niet begrijpt en later zal je met veel plezier alles weer terug lezen en net als ik, af en toe grinniken, bij de verhalen die ik nu heb opgeschreven.[:]

Loading