[:nl]‘Alweer?‘ zucht zoon als ik hem de doktersafspraak van die dag doorgeef. ‘En morgen?‘ vraagt hij. ‘Morgen om 11 uur en vrijdag om 12 uur.‘ Zuchtend en mopperend loopt hij slenterend naar boven. ‘Ik dacht dat ik gewoon even één dagje rust zou hebben van al die dokters.‘ roept hij nog vanaf de trap.
Ik staar naar mijn agenda en ik geef hem gelijk.  Het afgelopen jaar was een rollercoaster aan onderzoeken, afspraken, naalden en therapieën. Dokters gaven mij het gevoel dat ik de overbezorgde moeder was en hij gewoon een luie tiener. Hij was niet lui maar ik was wel bezorgd. Met reden. Vandaag vertelt de zoveelste arts, dat het herstellen van de schade wel twee jaar kan duren. Twee jaar achterstand. Twee jaar als die verdomde kinderarts eerder naar me had geluisterd. Twee jaar! De arrogantie der artsen. Ze denken dat ze alles weten en geloven niet in het voorgevoel van een moeder. Twee jaar geleden riep ik het al maar geen enkele dokter luisterde want het was niet mogelijk op deze leeftijd.

Uiteindelijk na twee jaar word ik met de ene na de andere diagnose om de oren geslagen en ik houd me groot. Voor hem, voor mezelf en omdat het moet, omdat er geen schouder is om op uit te huilen. Wanneer aan het eind van de dag het werk is gedaan, de dokters hun diagnose hebben verteld en de deur in het slot valt. Wanneer het stil wordt in huis en de enige die je vragend aankijkt is je kat. Wanneer je naar je telefoon staart en je afvraagt wie er tijd heeft om echt te luisteren, weet je dat er niemand is. Zeg nou eens eerlijk, snapt iemand het echt, als ik vertel hoe zwaar het is, om alleen te zijn? Of is het een loze opmerking in de lucht die al zo vaak gezegd is. Het is de vraag die ik laatst ook aan iemand in mijn omgeving stelde, toen hij laconiek zei dat uiteindelijk alles toch allemaal goed is gekomen dus wat zat ik nou te zeuren. Begrijp je me als ik je vertel, dat het goed is gekomen omdat ik ervoor zórg dat het goed komt maar dat daar wel ontzettend veel energie en tijd in gaat zitten. Energie die ook bij mij niet onuitputtelijk is.

Het is al donker in de kamer wanneer mijn scherm oplicht. ‘Hoe weet je dat toch iedere keer?‘ antwoord ik. Zelfs als ik lieg over hoe het gaat, vraagt hij hoe het nu écht gaat. Wanneer hij de snik in mijn stem hoort, twijfelt hij geen moment om langs te komen. Samen staren we wat later over het water.  ‘Wat gebeurt er als ik je in het water gooi?’ zegt hij ineens. ‘Dan blijf ik drijven.‘ antwoord ik gelijk. ‘dat doen heksen namelijk.’ Ik grijns terug. We bedekken alles met de mantel der humor. Daar zijn we wel goed in. Humor en sarcasme. Maar dan draait ie zich ineens naar mij om en pakt mijn hand. ‘Ik kan niet veel voor je doen. Ik kan alleen maar luisteren. Gebruik me maar als klaagmuur. Stop er een briefje in en hoop op het beste, net als bij de echte klaagmuur.‘ Ik voel me net zo’n tekenfilmfiguurtje waarbij het waterspiegel in mijn ogen steeds hoger stijgt. Toch schiet ik in de lach. Met zijn Israëlische roots, creëert hij hier een soort mobiele klaagmuur. Voor heel even sta ik er niet alleen voor. Voor heel even heb ik een arm om me heen en een schouder om op uit te huilen. Voor heel even weet ik hoe het is om een zware last te kunnen verdelen. Voor heel even is er iemand die niks zegt maar het écht begrijpt.

 [:]

Loading