Zoon ploft aan het eind van de avond bij me op bed, zoals hij elke avond doet. De storm probeert door alle hoeken en gaten mijn huis binnen te dringen. ‘Vanavond was saai.’ zegt ie met een verveeld gezicht. Ik zie voor mezelf weinig verschil met andere avonden dus ik kijk hem vragend aan. ‘Was er niemand ON?’ Voor de niet-gamers onder ons, dat betekent dat er niemand online is, om mee te gamen. Hij schudt z’n hoofd. ‘En er was ook al niks op tv, gewoon saai dus.’

Mijn bed is niet alleen mijn plek om te slapen maar ook, wat bij anderen ‘De Keukentafel’ is. Hier komen de kinderen praten over dingen die ze dwars zitten. Maar ook leuke dingen worden, ’s avonds voor het slapen gaan, gedeeld en eens in de zoveel tijd, als de maan en de sterren goed staan en Mars even een ATV-dagje heeft, hebben broer en zus een stoei-momentje precies op het moment dat ik wil gaan slapen. Wat zij natuurlijk hilarisch vinden want zij slapen natuurlijk uit. Toen ze nog klein waren en als jonge honden over mijn bed raasden was het nog geen probleem. Maar nu ze allebei het lichaam van een volwassene hebben gekregen, hoor ik mijn bed kraken en piepen als zij rondspringen en ik mezelf hoor gillen: ‘Jongens hou op! M’n bed moet nog langer mee! Doe nou rustig! Pas nou op.’

Maar vanavond zat zoonlief alleen en vertelde dat hij bij Muziekles de enige was die alle nummers kende van de muziekleraar. Hij zocht de liedjes op zijn telefoon op; Rolling Stones, Red Hot Chilli Peppers, Coolio, ze kwamen allemaal voorbij. Bij de eerste seconde van het liedje wist ik al direct welk liedje het was en zo ontstond een klein mini-quizje. We zochten om de beurt een liedje op wat de ander moest raden. Ik was onder de indruk van zijn keuzes en hij gefrustreerd van mijn snelheid. Binnen de seconde wist ik de antwoorden al. Zijn keuzes waren geweldig. ‘If you wanna be my lover; I never gonna give you up, never gonna let you go. First I was afraid, I was petrified, For the first time in history. It’s gonna start raining men.’ We zaten te swingen in bed.

Daarna was het mijn beurt. ‘Don’t need reason, don’t need rhyme. Ain’t nothing I would rather do.’ Het volume gaat wat omhoog terwijl we ons zachtjes verontschuldigen tegenover de buurman aan de andere kant van de muur en blèren samen keihard mee ‘I’m on a highway to hell…’ Er komt wat Metal voorbij wat zoonlief foutloos meezingt wat ik totaal niet van hem had verwacht. Terug naar de oudheid komen we weer bij Elvis terecht en Nina Simone, om uiteindelijk weer bij de Rolling Stones uit te komen. ‘You can’t always get what you want. But if you try sometimes you just might find. You’ll get what you need.’ Die laatste kende hij nog niet. Ik zei dat ik ooit een keer naar de Stones ben geweest en dat ze dit nummer toen ook speelden. ‘Ooooh, dat is zeker heel lang geleden? Die zijn toch allang dood?’ Het scheelt misschien niet veel maar nee, ze zijn niet dood en treden nog steeds op. ‘Ik wil erheen!’ riep zoonlief wild enthousiast.

Ik kijk hem aan. Mijn grote zoon. Geen fan van nietszeggende, lege DJ-muziek maar gewoon de echte oude rock wat hij liever hoort. Kindje opvoeden valt niet altijd mee, maar de muzikale opvoeding is denk ik ondertussen wel goed gelukt. Terwijl hij zijn eigen bed op zoekt, kijk ik snel naar de tour data van de Rolling Stones. Helaas, een retourtje Mexico is toch wat ver om een concert mee te maken. I don’t always get what I want, maar met avondjes als deze is what I get, all that I need!

 

Loading