Het is meivakantie. Kind Twee komt enthousiast vertellen dat hij bij een vriendje blijft slapen die avond. Mededelen ja, want ze weten toch wel dat ik ja zou zeggen, als het een vraag zou zijn geweest. Kind Eén weet direct wat haar te doen staat. Ook zij zoekt een slaapplaats voor de nacht zodat haar mama ook een avond weg kan. Mijn mailbox rinkelt. Heb je zin in thee? Het leek haast afgesproken werk, in elkaar gepuzzeld door de Kosmos. Ik sloeg de thee niet af en ging samen met Beth Hart op pad, op bezoek bij een oude bekende.

Er waren heel wat jaren verstreken maar toch lijkt de tijd stil te hebben gestaan, als je de draad weer oppakt daar waar die is blijven liggen. Serieuze gesprekken wisselen we automatisch af met opmerkingen waar het sarcasme of de humor van afdruipt. Het is een overlevingsmechanisme die we ons beiden hebben aangeleerd. De e-mails die er aan vooraf gingen, bezorgden me al ongekende lachbuien, waarbij de kinderen vaak verbaasd opkeken omdat ze dat al zolang niet meer gehoord hadden. Het werd pas echt erg, toen we besloten onze muziek uit te wisselen. Dat wil zeggen, ik draaide vooral mijn ik-ben-nu-boos-liedjes die hij wel móest horen en natuurlijk de oh-wat-ben-ik-toch-zielig-liedjes.

Na zoveel thee verdwijnt je schaamte om mee te zingen. “We should start a band! We call it the Worst Band In The World.” Geweldig idee! We zouden een enorme hit zijn op youtube. Let’s face it, we hebben veel kwaliteiten maar zingen is daar niet één van. Ik ben verbaasd dat hij zo weinig liedjes kent, “Djeez, where have you been for the last three years?!” zeg ik met een grijns. Bij elk liedje wat ik op zoek op Youtube, komen er weer vijf bij in mijn hoofd. “Sugarland! Ken je Sugarland niet? Je kunt bij haar met zo’n overdreven Amerikaans accent meezingen” Hij kijkt me vragend aan. Ik grinnik en zet Sugarland op. “I ain’t settling for just getting by. I’ve had enough so so for the rest of my life. Tired of shooting too low, so raise the bar high. Just enough ain’t enough this time. I ain’t settling for anything less than everything.” Hij hoeft niet z’n best te doen op dat overdreven Amerikaanse accent en ik gooi er maar wat uit.

Mijn hele muziekrepertoire en twee films verder zijn we moe van het bankhangen. “Ze zouden van ons een film moeten maken na de Worst Band in the World. Two crazy people on a couch.” Hij protesteert. “Hey, we are the normal people, the rest of the world is just crazy.” Ondanks dat het al laat is, schiet ik in de lach. I like that idea. Met die gedachte, pak ik mijn spullen. “Hey, do you know that song…All my bags are packed and I’m ready to go….” Met een ongekende Worst-World-Band-stem maakt hij het liedje af. Eindelijk eentje die hij wel kent, maar ja die is dan ook wel ergens van begin vorige eeuw.

Grinnikend rij ik terug naar huis. Niet vaak kom je iemand tegen, die snapt wat je bedoelt en het dan ook nog begrijpt. Ze zeggen vaak “Great minds think alike.” Misschien geldt dat ook voor crazy minds. Of zeggen we dan gewoon “It takes one, to know one.” Wat het ook is, het wordt tijd dat dit hoofd eens stopt met denken en analyseren. Voordat ik wegging nam ik nog snel een foto van een geweldige uitspraak aan de muur. Die moet ik onthouden! Die is mij op het lijf geschreven. “Today is the tomorrow, you worried about yesterday, and all is well”

Ik kan niet beloven minder zorgen te maken maar ik kan wel vaker die zorgen weglachen en vooral heel hard mee blijven zingen. Voor mijn medebandlid van de Worst Band of the World. Bedankt voor de gezellige avond! Let’s practice the singing again soon.

20140505_202826

 

 

 

Loading