Het is 6 uur in de ochtend als ik naar het engelengezichtje naast mij kijk, wat zo diep ligt te slapen. Zijn handje in de mijne. Hij is weer thuis, mijn kleine binkie. De avond ervoor kwam hij zwaar vermoeid aan op Schiphol. Onze blikken kruisten elkaar en we vlogen elkaar in de armen. Eindelijk veilig thuis. Terug in de bus zag ik zijn vermoeide gezichtje, toch hield hij zich groot tegenover zijn vriendjes. Het liefst had ik hem op schoot getrokken en hem vastgehouden zoals ik altijd deed toen hij nog een babietje was.
Eenmaal thuis kwamen alle emoties eruit. Hij miste nu al het gezin waar hij tien dagen zo liefdevol was opgevangen maar had genoten van alle indrukken en toch ook wel heimwee gehad. Nu kroop hij wel in mijn armen en samen snotterden we om alle emoties bij het zien van de foto’s die het gastgezin op cd hadden meegegeven. Wat een bijzondere reis. Maar wat vergis je je in de emotionele achtbaan die het met zich meebrengt.
Zoonlief kruipt al snel in zn bedje en slaapt binnen een nanoseconde terwijl ik hem eindelijk weer welterusten kan knuffelen. Ikzelf lig natuurlijk weer lang wakker en hoor om half 4 ’s nachts een zachte ‘mama?’ uit zijn kamer komen. ‘Ik kan niet meer slapen’ Snel sla ik de deken open en kruipt ie gezellig bij mij in bed. Eigenlijk heeft ie nu wel honger dus maak ik een echt Hollands ontbijtje voor hem. Twee broodjes kaas. Terwijl hij zijn ontbijt om 4 uur smorgens wegsmikkelt hoor ik alle verhalen over wat ie allemaal heeft meegemaakt en ik geniet. Het is half zes als hij weer begint te gapen en ik eigenlijk ook. Het zijn drukke en zware weken geweest en Klaas Vaak kan wat mij betreft zijn naam beter veranderen in Klaas Vaak Niet. Zoals zoonlief al zo vaak heeft gedaan als hij niet kon slapen, pakt hij mijn hand en valt al snel in een diepe slaap. Ik kijk nog even naar zijn engelengezichtje en geniet. Wat vliegt de tijd en wat worden ze allebei groot. Toch bewijst zo’n enorme reis maar weer dat, waar ze ook gaan en hoe lang ze ook weg zijn, eenmaal thuis is het alsof ze nooit zijn weggeweest. De denkbeeldige navelstreng zal nooit echt doorgeknipt kunnen worden. Wat ben ik een gelukkig mens met twee van zulke bijzondere kinderen.