Selecteer een pagina

[:nl]Het was vast George!‘ zegt zoonlief terwijl hij een hap van z’n burger neemt. George is de overleden vader van Vriendlief, waarvan wij het vermoeden hadden, dat ie nog steeds door het huis spookt. Voor de tweede keer binnen een week zitten we opnieuw vast op een vliegveld. Zes uur eerder arriveerden we, met een toch wat raar voorgevoel, op Luton London Airport. Ik dacht dat het kwam, omdat we zes dagen eerder op Schiphol, zonder echte reden, geweigerd waren voor een vlucht naar Engeland. Maar toen al snel bleek dat de vlucht naar huis vertraging had, keken zoonlief en ik elkaar aan en dachten hetzelfde. ‘Niet weer!’

De hele trip was vanaf het begin gedoemd te mislukken. De uitvaart was uitgesteld en ik moest snel nieuwe vluchten boeken. Ik wilde natuurlijk de goedkoopste vluchten, klikte teveel en zorgde er eigenhandig voor dat het systeem op tilt ging. Ik probeerde de Spaanse helpdesk te bellen maar dat schoot niet op. Uiteindelijk vond ik iemand die wel verstaanbaar Engels sprak. ‘Vul voor dit moment een andere naam in.‘ legt de mevrouw aan de lijn uit, ‘maak de boeking en bel ons dan terug, zodat wij het ticket op de correcte naam kunnen zetten.‘ Zo gezegd, zo gedaan. Ik was blij dat ik uiteindelijk toch nog de goedkope tickets had kunnen bemachtigen.

Toch bleef ik een raar gevoel houden. Het voorgevoel klopte als een bus, toen we op donderdagochtend op Schiphol klaar stonden om in te checken en we door een erg vervelend mannetje geweigerd werden in te stappen, een naamdingetje. Mijn uitleg wilde hij niet eens aanhoren dus boekten zoonlief en ik een andere vlucht en kwamen alsnog aan in Engeland, waar ik aanwezig was bij de uitvaart van mijn schoonmoeder en zoonlief zijn derde internationale concert van Iron Maiden meemaakte.

Nog een half uurtje en dan is hij hier.‘  zeg ik tegen hem. Het personeel van de Burgerking waar we gecrasht zijn, is al druk bezig met opruimen en afsluiten. Ik zie onze medepassagiers ronddwalen zonder duidelijk plan wat ze moeten doen. Met een uur vertraging mochten we dan uiteindelijk die avond toch aan boord van het vliegtuig. We waren al een stap verder gekomen dan de week ervoor. Het zou nu nog maar een uurtje vliegen zijn, en dan lekker naar huis. ‘Het lijkt wel of de vleugels eraf gezaagd worden.‘ zeg ik tegen zoonlief. Het vliegtuig maakt een heel raar geluid alsof de motor niet wil starten. De Spaanse piloot houdt ons op de hoogte wat er aan de hand is, in het Spaans. De temperatuur in het vliegtuig begint tot ongekende hoogtes te stijgen en mensen worden ongeduldig en agressief. Plotseling springt een man op en wil het vliegtuig uit, wat betekent dat zijn koffers ook weer uit het ruim moeten worden gehaald. Zoonlief rolt met z’n ogen. Het vliegtuig naast ons, wat later was aangekomen, vertrekt eerder.

Als de stewardessen uiteindelijk halve kopjes water beginnen uit te delen omdat de hitte niet uit te houden is, komt de piloot met het verlossende woord. ‘Dit vliegtuig blijft aan de grond. Iedereen wordt terug gebracht naar de terminal.‘ Ik begin keihard te lachen. ‘You gotta be fucking kidding me!‘ Zoonlief en ik blijven rustig op onze plek zitten, terwijl er rondom ons totale paniek ontstaat over het hoe en wat. Wanneer er ruimte is, gaan wij ook van boord. We worden met z’n allen een bus ingejaagd. ‘We krijgen nu een hotelovernachting en ontbijt.’ roept iemand. ‘Ja en een massage erbij.’ denk ik bij mezelf. ‘Ik wil geen hotelovernachting, ik wil gewoon naar huis.‘ zeurt een andere vrouw. Wanneer je budget vliegt, kun je niet het onderste uit de kan verwachten. Ik ben blij, dat Vueling mij veilig aan de grond houdt, in plaats van ons de lucht in te schieten met een kapotte motor maar dat lijken anderen niet te beseffen.

Door alle commotie in de bus, zien mensen niet dat we met de bus rondjes aan het rijden zijn op een groot platform. ‘Ennnn de wielen van de bus gaan rond en rond….‘ begin ik te zingen. Het slaat niet aan bij mijn gestreste medereizigers. Na drie rondjes van de zaak met de bus, stoppen we voor de personeelsingang. ‘Dit is real-life Dora.‘ merkt Zoonlief droogjes op. ‘met onze rugzakken en Zwieber die daar stiekem met ons mee loopt.‘ Ergens heb ik toch iets goeds gedaan in de opvoeding. In wat voor ellendige situatie ik vroeger terecht kwam met de kinderen, ik verzon er altijd een groots en spannend avontuur bij, zodat ze niet bang zouden worden of gestrest zouden raken. Zoonlief doet nu precies hetzelfde en ik vind het geweldig. Via een tussendeur staan we ineens weer aan de andere kant van het vliegveld, bij de bagageband. Terug bij af, u ontvangt geen 200 euro, als u langs start komt. ‘Now what?‘ Zoonlief en ik kijken elkaar aan. Het enige wat we kunnen doen, is terug lopen naar de ingang.

Hier en daar zie ik onze medepassagiers naar Departure gaan. Voor deze ene keer volgen we de meute. Halverwege de hal zien we een mannetje van het vliegveld een lichte zenuwinzinking krijgen, terwijl hij de woedende menigte probeert te kalmeren en uit te leggen wat er aan de hand is. ‘No flights out this evening. Next flight tomorrow. You all got a textmessage from Vueling. We can’t reach them either for more information. Manager is still asleep.’ On cue trekt iedereen tegelijk hun telefoon te voorschijn. Niemand heeft een bericht gekregen. Ik check mijn Vueling app en zie dat we op de vlucht van zaterdag gezet zijn. Het mannetje begint wat vreemde trekken rond zijn mond te krijgen. Ik verwacht dat ie elk moment begint te schuimbekken. Ik hoop voor hem dat hij de avond overleeft. Of hij wordt opgegeten door de hongerige meute, of hij zakt binnen enkele seconden in elkaar. Ik heb medelijden met hem.

Kom,‘ zeg ik tegen zoonlief en trek hem mee naar een rustigere plek. ‘Hier blijven heeft geen zin, we bedenken een ander plan.’ Ik bel Vriendlief en leg hem de situatie uit. ‘I’m on my way.’ Ik laat de rest van mijn medepassagiers achter, druk typend en zoekend op hun tablets en laptops naar andere vluchten. We sloffen naar de Burgerking, waar we eindelijk even rustig kunnen zitten.

Hij houdt wel heel veel van je, dat ie ons weer op komt halen.
Ik knik. ‘Dat denk ik ook.
Jullie zijn ook twee dezelfde weirdo’s bij elkaar met dezelfde stomme, sarcastische humor.
Ik grinnik om Zoonlief z’n nauwkeurige observatie.
Kom op!‘ zeg ik tegen hem. ‘Hij is 10 minuten van de roundabout. Laten we maar eens gaan lopen.

Natuurlijk zou deze week niet compleet zijn, als we eerst compleet de verkeerde kant oplopen. Nadat we in ons beste Engels de weg vragen, worden we uiteindelijk herenigd met Vriendlief. ‘Wow, time flew by so fast! We are back again.‘ Als vanaf dit punt alles normaal zou zijn gelopen, zouden we binnen een uurtje thuis zijn geweest maar helaas. De snelweg was afgesloten. Een omleiding leidde ons, samen met duizenden andere auto’s en vrachtwagens met een slakkengangetje, via een toeristische route door kleine dorpjes over afgelegen wegen. Uiteindelijk na uren wachten op het vliegveld, een gecancelde vlucht, een autorit van twee uur en tien vliegtickets verder, zijn we rond twee uur ’s nachts weer terug, waar we die middag vol goede moed waren vertrokken. Ik hoop dat George blij is dat we weer terug zijn. Schoenen werden uitgetrapt, rugzakken in de hoek gegooid. Eerst slapen, de rest komt later!

Vueling, for a dream‘ stond er op ons vliegtuig. Ik denk dat ik er een photoshopje op los laat, ‘Vueling, what a nightmare!

 [:]

Loading