“De taxidienst is morgen gesloten.” zeg ik tegen Dochter. Ze zit naast me vrolijk mee te zingen met Gotthart. Ik heb haar net weer opgehaald bij een vriendinnetje.
Ze kijkt verschrikt. “Waarom?”
“De auto moet morgen gekeurd worden en krijgt gelijk een grote beurt.”

Ik weet wel dat ik mijn kinderen teveel verwen. Ik ben altijd de wegbreng- of ophaalmoeder. Ze hoeven maar te bellen en ik sta al klaar. Of dat nu ’s morgens, ’s middags of midden in de nacht is na een feestje. Ik maak mezelf wijs dat ik dan tenminste weet, dat ze ergens veilig zijn aangekomen. Dat ik überhaupt weet waar ze zijn. Maar echt pedagogisch verantwoord is het natuurlijk niet. Ik moest vroeger zelf ook altijd op de fiets. Ik heb wat kilometers gemaakt want Bleiswijk lijkt strategisch goed te liggen tussen Den Haag en Rotterdam maar ga dat maar eens fietsen. Ik heb nog nooit zo strak in m’n vel gezeten als in de tijd zonder rijbewijs.

“Oh, nouja, ik heb morgen toch geen afspraken.” zegt dochter luchtig.
“Gelukkig maar dat het zo goed voor je uitkomt.”

 

 

 

 

Loading