Selecteer een pagina

Terwijl ik, zoals altijd, alle bordjes in de lucht probeer te houden, zie ik een oproep voorbij komen waarin wordt gevraagd je aan te melden als vrijwilliger bij de opvang van vluchtelingen in Lansingerland. Eigenlijk hoef ik er niet lang over na te denken. Ik kies geen kant, ik wil enkel een ander mens helpen. Ik meld me aan voor de shifts waar nog weinig vrijwilligers staan ingepland; de vrijdagavond en zaterdagavond. Ik had geen idee wat ik kon verwachten maar het gevoel uit de haat van de dag te willen stappen was groot.

Na een korte instructieronde van de leiding, was het voor de mannen etenstijd. Wij moesten de borden opscheppen. Ze hadden blijkbaar honger, alhoewel de instructie was niet eerder dan half acht te beginnen met opscheppen, werd ik smekend aangekeken door een jonge knul om toch iets eerder te beginnen. Met een vriendelijke glimlach, een woordje Nederlands probeerde hij de minuten eraf te snoepen. Net even voor half acht mochten de deksels eraf en begonnen we met opscheppen. ‘Iets meer’ gebaarden ze me en ik deed er een schepje bovenop, tot grote ergernis van mijn buurvrouw die de leiding wilde nemen over de bakken eten. Eigenwijs als ik was gaf ik er iedere keer als ze niet keek, nog een schepje bovenop. Er was genoeg voor iedereen en er bleef zelfs nog over.

Na het eten was het de bedoeling om te gaan socializen met de groep maar hoe doe je dat? Hoe begin je een gesprek als je niet eens weet of ze wel Engels spreken. Ik zag een jongen gefrustreerd boven een puzzel hangen, misschien wilde hij wel wat hulp. Ik sloot bij hem aan maar terwijl ik driftig de stukjes bij elkaar zocht, deed hij steeds meer een stapje achteruit tot ik alleen een puzzel zat te maken.

Op naar de volgende. Verderop zat iemand alleen wat voor zich uit te staren dus ik besloot op hem af te stappen. ‘Do you speak English?’ vond ik wel een goede openingszin. Hij glimlachte en schudde nee. Maar ik gaf niet zo maar op en probeerde met korte woorden en hand- en voetwerk een gesprek te voeren. Hij glimlachte en zag al snel dat dit niet ging werken dus riep hij zijn vriend erbij. Tot mijn grote verbazing sprak zijn vriend vloeiend Engels en begon te praten, over zijn land, zijn reis, de onzekerheid, zijn werk, zijn toekomstidealen. Toen ik zei dat wij instructies hadden gekregen om vooral niet te praten over de traumatische reis, politiek of geloof, lachte hij dat weg en bleef praten. Hij was altijd een marketing strateeg geweest in Dubai en had voor Proctor en Gamble gewerkt. Leuk! We zitten in dezelfde ‘line of business’. Over het geloof hoeveel dat kapot maakt en hoeveel indoctrinatie er is. En toen ineens kwam daar het bericht over de aanslagen in Parijs. We lazen de berichten en gruwelden van de daden en wisten alle drie dat dit nog meer haat zou zaaien dan wat er tot nu toe al was. Een koude rilling gleed over mijn rug. ‘Are you cold?’ vroeg hij. Zijn vriend stootte hem aan dat hij zijn jas aan mij moest geven. Ik bedankte hem vriendelijk en vroeg me af hoe het ene kamp zo hatelijk kan spreken over deze mensen. Ze zijn alles kwijt, hebben enkel een rugzakje bij zich en bieden nog hun enige jas aan omdat ze denken dat je het koud hebt. Waarom wordt alles over één kam geschoren? Zitten er niet in elke groep rotte appels? En komen terroristen toch wel naar Europa om dit soort dingen te doen? Dat zijn juist de mensen die gefinancierd worden. Zoals mijn gesprekspartner die avond al opmerkte, it’s all about the money.

Het is al ver voorbij de tijd dat mijn shift is afgelopen als ik zeg dat ik nu echt wel naar huis moet. Vragende ogen kijken me aan. Nou nog één kopje thee dan en dan ga ik echt naar huis! Ik zie dat de rest van de vrijwilligers allang vertrokken zijn. Wanneer ik mijn spullen pak en mijn hesje weer inlever, lopen ze mee naar buiten. Elke deur wordt voor me geopend.  Ze bedanken me keer op keer voor de gezellige avond. ‘Please apologize to you son that we kept you busy!’ Ik glimlach en zeg dat ik de boodschap zal doorgeven. Zij blijven achter in een grote gymzaal zonder enige privacy en ik ga terug naar mijn veilige huis en mijn veilige toekomst. Het duurt lang voordat de gesprekken in mijn hoofd vervagen en ik na uren wakker liggen eindelijk in slaap val.

 

 

 

Loading