Ondanks dat ik in de stromende regen en een dikke file sta, ben ik blij. Nog geen half uur geleden hebben dochter en ik haar ingeschreven voor een nieuwe opleiding. Toen ze acht was, riep ze al heel betweterig: ‘Mama, ik ga dit werk later ook doen maar dan op de goeie manier want hier snappen ze er niets van.‘ Ondertussen is mijn lieve dochter geen eigenwijze achtjarige meer, die mij af en toe tot waanzin kon drijven. Ze is veranderd in een mooie, jonge vrouw die al teveel van het echte leven heeft meegemaakt. Maar die negatieve ervaringen gaat ze nu juist positief gebruiken. Zoveel kinderen die in benarde situaties boos zitten te zijn. Zij snapt ze. Zij kan ze helpen. Ik heb er vertrouwen in. Zij gáát ze helpen. Ik weet het, het is pas een inschrijving. Zij moet het gaan doen. Zij moet het diploma halen maar op dit moment barst ik toch al van trots uit elkaar omdat zij nu die stap heeft genomen.
Ik denk terug aan alle azijnpissers in ons leven, die al die tijd aan de zijlijn negatief hebben staan schreeuwen. Ik geloofde er niet in en ging stug door. Zelfs tegen het advies in van alle betweterige dokters. Ik stond achter haar, naast haar, trok haar er door heen. Bleef sjorren, slepen en zeuren, tot er ineens een ommezwaai kwam. Het liedje waar ik op dat moment naar luister, klink zo herkenbaar. ‘As long as she’s alive, you’re not alone. You’ve got each other. That’s your mother. When you fail her, when you’re afraid. And crying in the careless mess you’ve made. She’ll make you clean it up yourself and offer you a little help. And dry your weary eyes when you let her. But she’ll look at you and know you can do better. She’s your mother.‘
Op het moment van aanmelding kijkt ze me aan met haar grote blauwe ogen, zoals ze zo vaak heeft gedaan vanaf de dag dat ze werd geboren. Grote blauwe ogen die zeggen: ‘Mam, ik kan dit niet alleen.‘ Gelukkig hoeft dat ook niet want ik ga er gewoon tot vervelens toe mee door, net zolang tot ze daar is, waar alles op z’n plek valt. ‘She stands here to help you, there’s nothing she won’t do. As long as she’s alive , you’re not alone.’