Vlak voordat ik naar bed, ga scroll ik nog even door m’n instafeed. Ik zie stuk voor stuk mooie illustraties, zelf gepubliceerde boeken en ander kunstige dingen voorbij komen. Ergens ben ik een beetje jaloers. Ik wil ook mijn illustraties, zelf gepubliceerde boeken en kunstige dingen posten. Gedurende de dag word ik meestal opgeslokt door de dag zelf. De grafische design opdrachten wachten ongeduldig in m’n mailbox. De website deadlines knipperen op Whatsapp en dan piepen er ook nog onbeluisterde voicemails. Wanneer het geen werk is, dan vlieg ik wel voor een kind of een ander familielid wat hulp nodig heeft. Ik ben altijd druk.
Elke morgen loop ik langs de openstaande deur van mijn tekenkamer en kijk wat weemoedig naar binnen. Morgen misschien, denk ik bij mezelf en stap in de ratrace van de dag. Ik ren. Ik race. Ik vlieg. Ik hol. Totdat de avond weer valt en ik opnieuw, zuchtend, langs de openstaande deur van mijn kamer loop, zonder dat ik ook maar één illustratie af heb kunnen maken. Mijn schrijfsels laat ik tegenwoordig niet meer wachten op de tijd, die krabbel ik snel in mijn telefoon, net voordat ik in slaap val.
Morgen misschien, denk ik opnieuw als ik het licht uit klik. Ik scroll nog even door mn instafeed en zie boek na boek voorbij komen, illustratie na illustratie. Bij elke ‘like’ die ik geef, plopt er weer een nieuw idee in mijn hoofd. Er zit nog zoveel in m’n hoofd wat gemaakt moet worden, geschreven moet worden, er is alleen zo weinig tijd. Ik wil nog zoveel.
Voor morgen zet ik m’n wekker een uurtje vroeger. Als ik nou een uurtje eerder begin, denk ik bij mezelf. Ach, wie probeer ik voor de gek te houden. Morgen is het ook deadlinend druk. Maar heel misschien de dag er na, als het weekend is, net voordat de drukte op maandag weer begint, misschien is er dan een uurtje waarbij ik heel even kan verdwijnen in mijn eigen wereld.