Sinds de val van haar paard, moddert dochterlief aan met haar rug. Wel naar school, niet naar school, dikke tranen vanwege de pijn en geen oplossingen uit het medisch circuit. Ik probeer zoveel mogelijk van haar over te nemen om haar pijn te ontlasten; ik taxi dagelijks heel wat ritjes op en neer, spreek met fysio’s, dokters en iedereen die er mee te maken heeft dus ook school.
Na weer een zoveelste update-mailtje van mij aan school, word ik uitgenodigd voor een gesprek om te kijken of we tot een oplossing kunnen komen. Ik weet het, het is belachelijk maar alleen het al het idee dat ik bij de ‘directeur’ moet komen, geeft me een knoop in mijn maag. Dochterlief kijkt me lachend aan. ‘Zeg! Ik was vroeger altijd hartstikke braaf hoor! Deed mijn huiswerk altijd, kwam nooit te laat en had nooit een grote mond. Eén keer was ik per ongeluk te laat gekomen en moest ik een telaat briefje halen. Ik had gewoon de bel niet gehoord. Ik ben er dagen door van slag geweest.’ Dochterlief begint keihard te lachen. ‘Mam, serieus!’ en ze kijkt me uitdagend aan. ‘Wij zouden zo géén vriendinnen zijn geweest als we bij elkaar in de klas hadden gezeten.’
Ze heeft gelijk, we verschillen als dag en nacht. Zij is een chaotische flierefluiter die houdt van herrie, feestjes en drukte en ik was vroeger al een stil typetje die hard werkte op school. Terwijl ik een teruggetrokken bestaan leefde, staat zij vol met beide benen, luidruchtig in het leven. Een paar dagen later stappen we samen het kantoortje binnen bij de directeur en de mentor van dochterlief. Zij vol zelfvertrouwen en ik toch wat voorzichtiger erachteraan. Het is toch een dingetje, bij de directeur komen. Belachelijk want de leraren van tegenwoordig zijn van mijn leeftijd of misschien wel jonger. Maar toch.
Het gesprek verloopt prima en school kan en wil meehelpen om dochterlief te helpen de pijn te verlichten zodat ze langer op school kan blijven en we gaan met een goed gevoel naar huis. Thuis pak ik de foto van mijn zestienjarige ik er nog maar eens bij en leg die naast de foto van dochterlief. Nee, vriendinnen zullen we nooit geworden zijn, gelukkig maar dat de moeder-dochterrelatie ons beter af gaat!