Na een lange, vermoeiende maar gezellige dag in de Efteling waar alle prinsessen al sliepen en de prinsen waarschijnlijk in de rij stonden voor de achtbanen, zijn we weer terug in het normale leven.
Tijdens het ontbijt kijk ik mijn woonkamer rond. Overal troep. Ik bedenk me, dat ik moet opruimen maar heeft het zin?
Twee bankhangende kinderen doen een poging te beginnen met de vraag: “Mama…..mag ik…..”
Ho, Stop! Roep ik gelijk. Wat je ook wil op dit moment, ik wil het niet weten! Ik ben gister een hele dag met jullie op pad geweest. Ik heb voor jullie de meest verschrikkelijke achtbanen overwonnen. Tot de laatste minuut zijn we gebleven en nu is het even genoeg! Mag ik nu even?
Twee paar vragende ogen kijken me aan. Wat heeft mama nou ineens? Mama is altijd zo makkelijk. Iedereen weet toch dat mama een watje is? Maar Mama is het zat! Het hoeft hier niet spik en span te zijn maar er zijn grenzen.
Terwijl ik allebei de kinderen mopperend naar boven stuur om hun kamer op te ruimen vraag ik me af waar ik de fout in ben gegaan. Ik kan me nog zo goed herinneren van mijn eigen jeugd dat ik zelf twee keer in de week mijn kamer moest opruimen, zeker in de vakanties. We hadden tafeldek- en afdroogdiensten. Als je troep maakte ruimde je dat ook zelf weer op. Discussies waren er niet, je deed het gewoon.
Misschien dat mijn kinderen de gemakzucht van hun vader hebben. Ze zien het niet. Ze zien het pas als het opgeruimd is. Dochterlief is echt een ster in chaos creëren. Pas wanneer ik weer orde schep in haar chaos ziet ze hoe fijn een opgeruimde kamer is en slaapt ze zelfs weer beter. Maar na vijf weken vakantie met meer kinderen in huis dan ik ooit op de wereld heb gezet, ben ik het nu zat om orde te scheppen. Het wordt tijd dat ze het zelf leren. En zo pakken we alle drie al foeterend een kamer. Zoonlief wil terug naar de Efteling. Dochter moppert omdat ik op haar mopper. Ik mopper omdat ik het zaagsel van de hamsterfamilies zat ben. Chaos.
Uiteindelijk hebben we ons alle drie goed boos gemaakt en de kamers zijn weer redelijk netjes. Een opgeruimd huis helpt altijd goed voor een opgeruimd humeur en ik voel me een stuk beter na deze ‘keiharde opvoedactie’. Ik trakteer mezelf op een kopje thee. Wanneer ik tevreden de woonkamer rondkijk springt dochterlief ineens voor mijn neus: “Mama, mijn kamer is opgeruimd, mag mijn vriendje dan nu blijven slapen?” Ik zucht en knik gedwee. “Natuurlijk, schat. Nu mag hij blijven slapen.” Dochter juicht. Niet zozeer vanwege het vriendje maar omdat dit de moeder is die ze kent. Superwatje!

Dagje Efteling

Loading