Selecteer een pagina

Dochterlief is op kamp en samen met zoonlief rij ik naar Antwerpen. In de CD-speler zit de nieuwe cd van Bon Jovi. Samen luisteren we naar de nieuwe liedjes. ‘Mama?’ vraagt zoonlief ineens, ‘Wat betekent dat eigenlijk, live before you die?’ Terwijl ik nog in gedachten zit geef ik de platte vertaling; leef voordat je dood gaat. Maar tegelijkertijd weet ik dat hij daar niet mee akkoord gaat. Zoonlief is een doordenker. Hij komt met vragen waar je niet zomaar een pasklaar antwoord op hebt. ‘Maar je leeft toch voordat je doodgaat? Anders ben je al dood, toch?’
Hoe leg je dit uit aan een bijna acht-jarige? Ik haal eens diep adem en begin gewoon ergens. ‘Je hebt leven en leven. Je kunt elke dag met veel plezier in het leven staan, elke dag omarmen alsof het je laatste dag is en elke uitdaging aangaan. De wereld ligt aan je voeten en wat je hoofd verzint kun jij bereiken. Dat vertel ik je toch elke dag?’ vraag ik hem. Hij knikt. ‘Als jij een wereldberoemde drummer wil worden, dan kun je dat ook omdat je er in gelooft! Maar je kunt ook leven zonder echt te leven. Dan wordt je ’s morgen wakker. Je staat op, kleed je aan, sloft naar je werk of naar school. Komt weer thuis, je eet, kijkt tv en gaat naar bed. Weinig spannends aan he?’ Daar is hij het helemaal mee eens. Echt leven betekent ook dat je je dromen volgt en je door niemand laat tegen houden. Terwijl ik dit aan hem uitleg denk ik terug aan mijn eigen keuzes in het leven. Soms waren die keuzes niet altijd de beste maar wel mijn keuzes waardoor ik wel mijn eigen pad volg. Opnieuw ben ik in het diepe gesprongen om mijn droom te volgen. Ik heb me  ingeschreven voor een nieuwe cursus. Een cursus waarvan de meeste mensen om mij heen zich afvragen wat ik er mee moet. Maar ik wil het graag en mijn kinderen moedigen het aan.
Ondertussen zijn we in Antwerpen aangekomen. Op een woensdagmiddag op en neer naar Belgie. Zoonlief vindt het een vieze, stinkende stad maar de dierentuin zou hij graag een keer willen zien. Ik moet hem beloven dat we daar nog een keer heen gaan. Ik geef hem een dikke knuffel midden op het plein en beloof dat we in de vakantie nog een keer terugkomen. Ik laat ze alle grote steden zien; Londen, Parijs en dan nu Antwerpen. Ik ben niet rijk maar ik geef ze wel de wereld. Live before you die!

Loading