[:nl]’Alweer?‘ vraagt dochter als ik haar in een appje vertel dat ik een longontsteking heb. Ik sta nog in het ziekenhuis op mijn medicijnen te wachten bij de apotheek. Dat ‘alweer’ is overigens ook al even geleden. 2006 als ik me niet vergis en met een dramatisch vervolg. Ik had een baan bij een drukkerij, mijn eigen bedrijf en ik moest het alleen zien te rooien met twee kleintjes. Zonder ziek te worden was dat al geen makkelijke taak, laat staan als je begint te wankelen. Ik begon te hoesten maar bleef gewoon doorwerken, ik begon wat meer te hoesten, ik begon wat harder te hoesten, zo erg dat het mijn collega’s en vooral mijn baas begon te irriteren. Ik werd naar de huisarts gestuurd die een zwaar verwaarloosde longontsteking concludeerde. Ik moest per direct rust houden. Het scheelde in ieder geval al één baan want ik mocht thuis uitzieken. Toch werd ik nóg zieker en ik bracht mezelf uiteindelijk op een zondagochtend strompelend van de pijn naar de huisartsenpost. Een zwaar verwaarloosde longontsteking én een pleuritis. Het bestaat en het is een hele pijnlijke ziekte. Ontsteking aan de pleura. Het kostte me zeker ruim een half jaar om er van te herstellen. Geloof me als ik zeg dat je dit niet wilt meemaken.

Terug in 2018. De hele week voelde ik me al niet zo lekker maar met een rondtrekkende griepepidemie, dacht ik dat ik gewoon één van de velen was. Op vrijdag maakte ik verse kippensoep en kopjes thee met gember en verse citroen. In combinatie met een goeie nachtrust zou ik er zo weer helemaal bovenop zijn. Of toch niet. Zaterdag voelde ik me nog rotter en toen ik zondagochtend wakker werd, wist ik het zeker, dit is niet goed. Ik belde de huisartsenpost en ik kon gelijk komen.

Het voelt net als de vorige keer, alsof er zoutzuur in mijn borstkas wordt gegoten. Alsof ik naalden ophoest. Alsof zojuist het laatste longblaasje geklapt is.’ De dokter luistert naar mij en naar mijn longen. Hij knikt en humt en geeft het oordeel wat ik eigenlijk al wist. De longontsteking is weer terug. Ik was trots op mezelf dat het nog geen verwaarloosde was. Alleen al het idee aan die pleurus pleuritis gaf me de rillingen. Ik had er van geleerd. Met een glimlach pak ik de antibiotica van de apotheker en wens haar een fijne dag. Nu zou ik écht binnen 24 uur opknappen…..dacht ik.

Als ik thuiskom slaapt zoon nog. Ik neem direct mijn medicijnen en nestel mij op de bank in afwachting van de grote genezing. Als zoon wat later die ochtend naar beneden komt en vraagt hoe het gaat ben ik semi-optimistisch. Het duurt natuurlijk even voordat de medicijnen aanslaan. Na vier uur neem ik de tweede pil. Toch ga ik me juist zieker voelen. De koorts begint naar ongekende hoogtes te stijgen. Mijn lichaam voelt alsof er een bus overheen is gereden….zeven keer. Als de avond valt neem ik de derde pil. Ik lig, onder twee dekens en met een warme kruik, te rillen als een chihuahua op de tocht. Ik zak af en toe even weg zak, slapen kun je het niet echt noemen. Zoon bestelt voor zichzelf een pizza voor avondeten. Ik word al misselijk door de chocoladelucht van de chocoladekoekjes die hij, zo lief, naast me had neergezet. Nu begint hij zich echt zorgen te maken. Ik geef hem daarom een korte instructie wat te doen als ik te ziek word. Dit zijn mijn meest gehate momenten als alleenstaande moeder want je bent alleen. Je kind, ook al is hij ondertussen al zestien en geen vier zoals de vorige keer, zou niet op zijn zieke moeder hoeven letten. Dit voelt voor mij als de omgekeerde wereld en zo fout. Maar wat ben ik blij met hem.

Ik hoor te vaak vrouwen zeggen dat ze zich alleenstaande moeder voelen omdat hun man veel van huis is, of wanneer hun man weekenddiensten doet, of omdat ie op locatie werkt. Maar je bent niet alleenstaand want zodra er wat is, dan kun je hem bereiken, bellen, dan zorgt hij voor oplossingen. Alleenstaande moeder betekent dat je je zoon een instructie moet geven, wat hij moet doen als je zelf te ziek bent geworden om te reageren. Alleenstaand betekent je eigen bezwete koortsbed verschonen, je eigen kippensoep maken en je eigen shit regelen. De eenzaamste momenten van het alleenstaand moederschap zijn niet de kerstdagen, is niet Valentijnsdag, dat is wanneer je doodziek in je bed ligt en tegelijkertijd aan het welzijn van je kinderen blijft denken.

Die bus komt nog een keer of vijf terug. De koorts gaat door tot bijna 41 graden. Maar dan ineens lijkt de pijn samen met de koorts te zakken. M’n maag knort om eten en wanneer zoon voor de derde keer die avond komt checken of ik nog leef, kunnen we weer een grapje maken. ‘Je moet ook geen grappen maken he, over de HAP-bezoeken.‘ Een paar dagen voordat ik ziek werd, merkte ik op dat we al zolang al niet meer op de HAP waren geweest, of ze ons al zouden missen. ‘Je had er daarmee ook wel een beetje om gevraagd om zo ziek te worden.’ Hij mag dan op normale dagen een moppersmurf zijn, maar op de cruciale momenten zoals deze, is hij de liefste en meest empathische zoon die er bestaat. Pas als hij zeker weet dat ik me beter voel, kunnen we allebei weer gaan slapen.

De volgende ochtend ben ik alweer vroeg wakker en moet aan het werk. Ik ben nog wel ziek maar als ZZP-er kun je het werk niet laten liggen dus neem ik tegelijk met mijn ontbijt, m’n medicijnen en ga aan de slag. Een half dagje maar want in de verte hoor ik die bus alweer toeterend aankomen sjezen. Voordat ie me kan raken, spring ik gauw een uurtje op de bank om te doen wat normale mensen doen: uitzieken.[:]