Precies drie jaar geleden lag ik samen met mijn twee kinderen, in het donker van de nacht, op onze rug naar boven te staren. De sterrenregen was al dagen in het nieuws. Iets wat we gewoon niet wilden missen. Ze waren nog jong en wakker blijven was moeilijk. Precies drie jaar later is er weer een sterrenregen voorspeld. Na het eten en net voordat ze hun mobieltjes pakken vraag ik aan mijn kinderen of we weer samen gaan kijken naar de sterrenregen. Dochterlief vindt het een geweldig plan en appt haar hele vriendenkring om mee te gaan naar een donkere plek, zonder haar moeder natuurlijk. Ik werp een blik op zoonlief en kijk hem vragend aan. ‘Pff nee hoor, mam, ik vind daar echt helemaal niks aan!’

Terwijl ze allebei wegvliegen naar hun eigen wereld, gaan mijn gedachten weemoedig terug naar 2012. Iets met ramen en deuren die sluiten en weer open gaan. Een constante verandering en toch blijvende factor. Een wens die half is uitgekomen omdat ik de wens misschien niet duidelijk geformuleerd heb of niet duidelijk gecommuniceerd. Misschien heb ik te zacht gemompeld naar het universum toen ik, drie jaar geleden, zoveel sterren zag vallen.

Tijdens de afwas doe ik een poging mijn ene wens zo goed mogelijk te formuleren. Je hebt natuurlijk maar één kans…toch? Of zouden er toch zo’n vijftig sterren speciaal voor mij vallen? Ik besluit een vriend een berichtje te sturen of hij nog wat te wensen heeft. ‘Wat jou gelukkig maakt.’ stuurt hij terug. Zijn antwoord brengt me terug naar het verzinnen van de perfect gecommuniceerde wens die ik de Kosmos in kan sturen. Zodra mijn wens is geaccepteerd zal ik dat zeker laten weten!

 

 

Loading