[:nl]’Nee, ik hoef geen leugens te lezen van aandachtsgeile, trieste figuren.’ zegt hij tegen mijn dochter wanneer ze vraagt of hij weleens een blog heeft gelezen van haar moeder. De blogs zijn een weerspiegeling van haar gevoel en ze hoopt dat ze hem op die manier kan bereiken. Ik weet dat hij liegt. Opnieuw. Want hoe slim hij zich ook voordoet, hij onderschat me mateloos. Opnieuw. Zoals ik vroeger al zijn liefjes terug kon vinden in zijn chache geheugen op de computer, zo zie ik nu zijn bezoeken via mijn tracker. Hij begint agressiever te worden wanneer ze moeilijke vragen stelt waar hij geen duidelijk antwoord op heeft. Ze snapt zijn agressieve houding niet. Ik snap het helaas wel. Dit is de reden waarom het niet werkte. Hij wil tegen wil en dank zijn gelijk hebben. Het is zijn waarheid en daar valt niet aan te tornen. Spreek hem niet tegen want hij zal er tegen in gaan. Kom met bewijzen en hij gooit met een duivelsachtig lachje zijn hoofd in zijn nek. Het geluid lijkt nooit meer uit mijn oren te verdwijnen. De minachting die daaruit voort komt is met geen pen te beschrijven. Nog steeds wanneer dochter en ik het over hem hebben, hoor ik dat lachje in combinatie met zijn bedreigingen, zijn leugens en ik voel me opnieuw kleiner dan klein. Het werkt….bijna. Voor een nano-seconde en dan herstel ik me snel. Ik weet ondertussen wie ik ben en ik weet wie hij is. De waarheid ligt ergens in het midden.

Nu, jaren later, doet hij hetzelfde bij mijn lieve dochter. Het is zijn waarheid, er valt niet aan te tornen. Wanneer ze er tegenin gaat wordt hij agressief. Hij wil geen goede band met zijn dochter, hij wil geen fijne relatie met haar opbouwen. Hij wil gelijk hebben! Hij wil winnen. Koste wat het kost. Bij winnen hoort een verliezer, in zijn ogen moet ik dat zijn. In zijn ogen moet dochter een keus maken, hij of ik maar nooit allebei. Wanneer Dochterlief me tijdens een wandeling met de hond vertelt over haar gesprek met hem, luister ik met zorg en aandacht. Honderdduizend emoties overspoelen mijn lichaam maar ik luister, ik hum, ik knik. De oermoeder in mij schreeuwt onhoorbaar dat ze moet wegwezen, ren, vlucht, ga, laat het los! Hij zal nooit een vader worden. Hij weet gewoon niet hoe. Hij heeft het nooit geleerd. Maar ik zeg niks en laat haar praten en zelf besluiten. Ze weet ook dat wat ze ook besluit, welke kant ze ook op gaat, dat ik haar altijd zal steunen. Ik zal er altijd zijn. Zij en ik, de band is voor eeuwig.

Ze zeggen altijd dat de waarheid in het midden ligt. Tussen jouw waarheid en mijn waarheid ligt de echte waarheid. De waarheid in de vorm van twee hele mooie kinderen. Dat is de enige echte waarheid die tussen hem en mij in staat. In een perfecte wereld zou ik een kop thee met hem gaan drinken om elkaar in het midden te ontmoeten bij de echte waarheid zodat ook hij van zijn kinderen kan genieten. Maar in de echte wereld weet ik dat zoiets nooit zou kunnen gebeuren. De paus zal zich nog eerder bekeren tot de Islam, er zal eerder vrede zijn in het Midden Oosten voordat hij ooit met mij een kop thee wil drinken. De haat is te diep. Ik geloof niet in haat, agressie en vechten. Elke bom die wordt gelanceerd vang ik op en leg ik naast me neer, wat hem overigens nog bozer maakt want de bom heeft zijn doel gemist. Het is soms vermoeiend maar ik weiger, te allen tijde, mee te gaan in een oorlog die ik nooit begonnen ben.[:]

Loading