Selecteer een pagina

[:nl]Met smart wachten sommigen op mijn blog over dit weekend. “Nu moet je ook over jezelf schrijven hoor!” wordt er nog geroepen. De muziek staat aan. “I’m a bitch, I’m a lover, I’m a child, I’m a mother.” De vele gezichten van mij.
Vrijdagmiddag was ik nog een moeder op weg met dochterlief naar therapie. Een paar uur later werd, met het uittrekken van mijn degelijke kleding en het aantrekken van mijn nieuwe kanten topje en strakke spijkerbroek, de Bitch zichtbaar. Ik schreef al eerder dat mijn leven nooit verloopt zoals ik het gepland en zo stond ik als verrassingseffect samen met vriend R ineens voor de neus van vriend L. Laat de baco’s maar komen! We gaan een feestje bouwen. “I’m a sinner, I’m a saint.” De band speelde fantastisch en hoe meer baco’s er door heen gingen des te meer de zanger op Keanu Reeves ging lijken. “I do not feel ashamed.”
Waar ik eerst nog alleen stond te dansen, werd ik na enige tijd steeds meer naar de achtergrond verdrongen door alle vrouwen die dat zelfde idee hadden.
Halverwege de nacht had een boertje alle moed bij elkaar gedronken om mij aan te spreken. Na zeven baco’s kun je het platte dialect in combinatie met een rockband niet echt meer ontcijferen. Wat dacht ie nou te willen? Ik liet hem maar een beetje aanmodderen in zijn eigen niet verstaanbare verhaal, tot hij mijn leeftijd dacht te schatten op 27. Ik zette mijn glas neer, keek hem aan en liep weg. Eikel! Kom ik uit een ei ofzo?
Op de wc dacht ik een momentje voor mezelf te hebben. Achteraf blijkt dat baco’s er voor zorgen dat momentjes ook best een uur kunnen zijn. De avond was hiermee aan zijn eind gekomen. Met het uittrekken van mijn schoenen, verdween de Bitch en kwam het kleine meisje weer boven met de waarom-vraag. Maar juist op die ene waarom-vraag had niemand antwoord.
De volgende dag stapte ik iets minder fris en fruitig maar zonder kater, want zelfs een kater is niet aan mij besteed, de kroeg weer in.
Na een heerlijk ontbijt wat er met moeite inging, moest ik mij opmaken voor een volgend feest. Van moeder naar Bitch, naar Child, moest ik me nu weer terug omtoveren naar zakenvrouw.
Onderweg naar Wassenaar had ik het idee dat de baco’s nog steeds vrolijk doorfeesten in mijn bloedbaan. Leuke combinatie, ladderzat naar de opening van een afkickkliniek voor drugs en alcohol.
Terwijl ik naar de vele speeches luister van zowel clienten als counselors, bedenk ik me dat de wereld vol zit met bijzondere mensen. Je moet ze alleen wel willen zien. Ik ontmoet iemand die halverwege zijn afkickperiode zit en weer licht aan het eind van de tunnel ziet. Ik ontmoet iemand die twaalf jaar op straat heeft geleefd maar nog even hoopvol in het leven staat. Allemaal stuk voor stuk bijzondere verhalen.
Ik wil naar huis. Ik zoek Keith om gedag te zeggen en veel succes te wensen met zijn kliniek. Ik zou beter moeten weten met hem want even gedag zeggen is er niet bij. “Ga zitten, vertel, wat is er de afgelopen maanden gebeurd.” Ik vertel hem de korte versie. Hij reageert boos. Ik haal mijn schouders op en zeg sarcastisch: “story of my life.”
Ondertussen schuiven er wat mensen aan en ik word met een knipoog voorgesteld als de sarcastische mannenhaatser. We roken nog één sigaret. Als ik terugloop naar mijn auto roept ie me nog wat na. “Ik bel je!”
Naar huis ga ik niet. Ik rij door naar een vriendin. De fles wijn staat al op tafel. De bacardi had het net verloren van alle jus d’oranges. Ik vertel haar mijn verslag van de avond en ineens schettert het nummer ‘I will survive’ uit haar speakers. Ik barst in lachen uit. Dat nummer speelden ze op mijn bruiloft. Over tekens gesproken. Ze lacht mee. Het was het eerste nummer waar zij en haar ex op hebben gedanst.
Na de nodige wijn, huil- en lachbuien besluit ik mijn auto te laten staan en naar huis te lopen. Tussen alle flikkerende lichtjes en kerstversieringen, slinger ik door de stille straatjes terug naar huis. Mijn telefoon piept. Een berichtje van Keith. Ik schiet keihard in de lach.
Ik mag dan wel een sarcastische mannenhaatster zijn, ik ben nog steeds harstikke gek op die paar fantastische vrienden die het al zo lang bij mij uithouden. Ze hebben lef![:en]Met smart wachten sommigen op mijn blog over dit weekend. “Nu moet je ook over jezelf schrijven hoor!” wordt er nog geroepen. De muziek staat aan. “I’m a bitch, I’m a lover, I’m a child, I’m a mother.” De vele gezichten van mij.
Vrijdagmiddag was ik nog een moeder op weg met dochterlief naar therapie. Een paar uur later werd, met het uittrekken van mijn degelijke kleding en het aantrekken van mijn nieuwe kanten topje en strakke spijkerbroek, de Bitch zichtbaar. Ik schreef al eerder dat mijn leven nooit verloopt zoals ik het gepland en zo stond ik als verrassingseffect samen met vriend R ineens voor de neus van vriend L. Laat de baco’s maar komen! We gaan een feestje bouwen. “I’m a sinner, I’m a saint.” De band speelde fantastisch en hoe meer baco’s er door heen gingen des te meer de zanger op Keanu Reeves ging lijken. “I do not feel ashamed.”
Waar ik eerst nog alleen stond te dansen, werd ik na enige tijd steeds meer naar de achtergrond verdrongen door alle vrouwen die dat zelfde idee hadden.
Halverwege de nacht had een boertje alle moed bij elkaar gedronken om mij aan te spreken. Na zeven baco’s kun je het platte dialect in combinatie met een rockband niet echt meer ontcijferen. Wat dacht ie nou te willen? Ik liet hem maar een beetje aanmodderen in zijn eigen niet verstaanbare verhaal, tot hij mijn leeftijd dacht te schatten op 27. Ik zette mijn glas neer, keek hem aan en liep weg. Eikel! Kom ik uit een ei ofzo?
Op de wc dacht ik een momentje voor mezelf te hebben. Achteraf blijkt dat baco’s er voor zorgen dat momentjes ook best een uur kunnen zijn. De avond was hiermee aan zijn eind gekomen. Met het uittrekken van mijn schoenen, verdween de Bitch en kwam het kleine meisje weer boven met de waarom-vraag. Maar juist op die ene waarom-vraag had niemand antwoord.
De volgende dag stapte ik iets minder fris en fruitig maar zonder kater, want zelfs een kater is niet aan mij besteed, de kroeg weer in.
Na een heerlijk ontbijt wat er met moeite inging, moest ik mij opmaken voor een volgend feest. Van moeder naar Bitch, naar Child, moest ik me nu weer terug omtoveren naar zakenvrouw.
Onderweg naar Wassenaar had ik het idee dat de baco’s nog steeds vrolijk doorfeesten in mijn bloedbaan. Leuke combinatie, ladderzat naar de opening van een afkickkliniek voor drugs en alcohol.
Terwijl ik naar de vele speeches luister van zowel clienten als counselors, bedenk ik me dat de wereld vol zit met bijzondere mensen. Je moet ze alleen wel willen zien. Ik ontmoet iemand die halverwege zijn afkickperiode zit en weer licht aan het eind van de tunnel ziet. Ik ontmoet iemand die twaalf jaar op straat heeft geleefd maar nog even hoopvol in het leven staat. Allemaal stuk voor stuk bijzondere verhalen.
Ik wil naar huis. Ik zoek Keith om gedag te zeggen en veel succes te wensen met zijn kliniek. Ik zou beter moeten weten met hem want even gedag zeggen is er niet bij. “Ga zitten, vertel, wat is er de afgelopen maanden gebeurd.” Ik vertel hem de korte versie. Hij reageert boos. Ik haal mijn schouders op en zeg sarcastisch: “story of my life.”
Ondertussen schuiven er wat mensen aan en ik word met een knipoog voorgesteld als de sarcastische mannenhaatser. We roken nog één sigaret. Als ik terugloop naar mijn auto roept ie me nog wat na. “Ik bel je!”
Naar huis ga ik niet. Ik rij door naar een vriendin. De fles wijn staat al op tafel. De bacardi had het net verloren van alle jus d’oranges. Ik vertel haar mijn verslag van de avond en ineens schettert het nummer ‘I will survive’ uit haar speakers. Ik barst in lachen uit. Dat nummer speelden ze op mijn bruiloft. Over tekens gesproken. Ze lacht mee. Het was het eerste nummer waar zij en haar ex op hebben gedanst.
Na de nodige wijn, huil- en lachbuien besluit ik mijn auto te laten staan en naar huis te lopen. Tussen alle flikkerende lichtjes en kerstversieringen, slinger ik door de stille straatjes terug naar huis. Mijn telefoon piept. Een berichtje van Keith. Ik schiet keihard in de lach.
Ik mag dan wel een sarcastische mannenhaatster zijn, ik ben nog steeds harstikke gek op die paar fantastische vrienden die het al zo lang bij mij uithouden. Ze hebben lef![:]

Loading