Het is 03.32 als er een, uit Jurassic Parc ontsnapte, Mammoet het zwanenmeer probeert te dansen in mijn hoofd. Bij elke slag knijp ik mijn ogen dicht. Pijnstillers! Ik moet pijnstillers hebben. Net als ik wil op staan begint de Mammoet in mijn hoofd pirouetjes te draaien en ik draai mee. Ik strompel naar beneden en voel dat het de spuigaten uitloopt, letterlijk. Met pijnstiller en emmer draai ik terug mijn bed in terwijl ik de fluit van het boemeltreintje in mijn hoofd, dat vol gedachtes zit die er niet toe doen, begint te rijden. Terwijl de Mammoet in tutu al draaiend flink door springt, gaat het treintje in mijn hoofd rond en rond met gedachtegang die er niet toe doet en niet te stoppen is; ‘ik moet op tijd weer beter zijn voordat de kinderen naar school gaan‘, ‘ik heb straks nog een afspraak‘, ‘die uitnodiging moet vandaag echt naar de drukker anders loopt het event in de soep‘, ‘wat als ik nou dood ga dan is er niemand die die kaart door stuurt‘, ‘help ik ga doooood en de kat zit nu al te kijken welk gedeelte ze als eerste gaat opeten‘, ‘ik kan toch niet doodgaan voordat ik Australie ben geweest, hoe ironisch is dat?‘, ‘Djeez, dat zou echt weer iets voor mij zijn‘ ‘And as the plane crashed down he thought. Well isn’t this nice…And isnt it ironic’. Om vervolgens het hele liedje Ironic te horen afspelen in mijn hoofd inclusief ’the good advice that you just didnt take.’
Ik zie het langzaamaan half zeven worden maar echt veel beter voel ik me nog niet. Ik maak ze allebei wakker met de mededeling dat ze vandaag zelf hun ontbijt en lunch moeten maken want ik ben bezig dood te gaan denk ik er bij. Wat ik natuurlijk niet zeg. Pedagogisch verantwoord zeg ik dat ik me niet zo lekker voel. Wat ze overigens al gehoord hadden. Voor het eerst in 13 jaar blijf ik in bed liggen. Aan de ene kant een schuld gevoel van hier tot aan de maan en terug, aan de andere kant trots dat ze, als het er op aan komt, toch gewoon zelfstandig naar school kunnen gaan. Kansloos roep ik nog naar dochterlief haar tekenboek niet te vergeten. Het huiswerk hadden we de vorige dag nog samen gedaan. Ze vergat haar tekenboek.
Natuurlijk ging ik niet dood. Misschien was het mijn oude vriend Migraine die weer eens op visite kwam of misschien was het de nieuwe medicijnen van de dokter. Ook wanneer de kinderen weer uit school komen, voel ik me nog ziek. Voor het avondeten geef ik ze geld voor patat. Zelf ga ik me puffend en steunend aankleden. Ik moet en zal naar die ouderavond gaan. Ik doe het niet vaak maar dit zijn de momenten die je vervloekt als alleenstaande ouder wanneer je geen partner of vader van de kinderen kunt sturen.
Ruim op tijd zat ik te wachten bij het kamertje van Mevrouw Nederlands. Zoonlief had me al gewaarschuwd hoe streng ze is dus ik ben bij voorbaat al een beetje bang wanneer ik naar binnen wordt geroepen.
‘Laat ik beginnen met wat een ontzettend lief en leuk mannetje uw zoon is. Zoals hij zou ik er wel 200 in de klas willen en dan nog zou ik nog geen enkel probleem hebben.’ Ik kan alleen maar glimlachen en knikken. We bespreken zijn valkuilen en ze zou hem wat extra aandacht geven op die gebieden. Grammatica is voor allebei mijn kinderen moeilijk en ik google regelmatig hoe je een bijwoord of bijvoeglijke bepaling kan vinden. ‘Dan heeft u het ook druk met uw kinderen.‘ zegt de lerares meelevend. ‘U heeft geen idee.’ denk ik.
Door naar kamertje 2 van de mentrix. ‘Wat een heerlijk mannetje is hij toch en een echte VWO leerling.‘ Ik knik weer trots. Voor heel even is mijn trots groter dan de Mammoet in mijn hoofd. Na zeven minuten gaat ook hier de zoemer en ik mag naar huis. Ik ben oprecht blij dat ik geen partner of vader van de kinderen heb gestuurd, dan had ik deze geweldige complimenten ook niet gehoord. Het alleenstaand ouderschap heeft ook weer zoveel voordelen denk ik positief.
Dacht ik thuis gelijk mijn bed weer in de te kunnen, had ik het goed mis. Ik moest nog even wat Latijn doen en een toets, hoe raad je het zo, Nederlands grammatica.
Maar dan toch kan ik uiteindelijk terug mijn bed in. Ik ben niet doodgegaan en de kat heeft me niet opgegeten. Ik heb de dag overleefd, ik LEEF! De Mammoet, de trein en de dramaqueen zijn verdwenen. Voordat ik in een diepe slaap val, grinnik ik om m’n eigen dramatische verhaal. Ik zou boeken moeten schrijven, filmscripts, wereldberoemd zijn of toch maar gewoon moeder blijven van twee geweldige kinderen en af en toe een blogje schrijven.