Woede is slechts bewijs

Woede is slechts bewijs

Woede is slechts het bewijs van hoe onrealistisch je verwachtingen zijn

‘Stom! Ik vind alles stom! Stom! Stom! Stom!’ Met gebalde vuistjes staat Dondervlieg stampvoetend te schreeuwen. ‘Aaaaargh!!!’ brult hij boos.

‘Potverdikkie’ roept Vuurvlieg geschrokken. ‘Jij bent boos!’
‘Ugh!’ dondert Dondervliegje door en slaat zijn armen over elkaar. ‘De hele dag wacht ik op de donder en bliksem. Het enige wat ik zie, is die vervelende rotzon. ‘

‘Wat had je dan verwacht?’ vraagt Vuurvlieg voorzichtig. Dondervlieg kijkt Vuurvlieg boos aan: ‘Ik wil storm, regen, donder en bliksem!’ Driftig zwaait hij met zijn kleine armpjes. ‘Maar je weet toch dat er na zonneschijn altijd wel weer gedonder komt? Alleen niet wanneer jij het wilt! Het gebeurt pas wanneer het tijd is om te donderen.’

Dondervlieg kijkt Vuurvlieg beteuterd aan. Z’n gebalde vuisten ontspannen en hij laat zijn armpjes hangen. Vuurvlieg heeft gelijk. De verwachting maakt hem boos. Natuurlijk gaat het echt wel weer donderen. Dat weet hij ook wel. Op het moment dat Dondervlieg op een steen gaat zitten wachten, hoort hij gerommel in de verte.

‘Zie jewel?’ knipoogt Vuurvlieg naar hem, ‘alles op z’n tijd!’

Koop de sticker!

Koop de mini art framed

Koop de art print

Loop je al heel lang met een idee rond voor een prentenboek? Wil je graag een illustratie laten maken voor een speciale gelegenheid en je vindt mijn stijl helemaal geweldig? Neem dan vrijblijvend contact met mij op en ik beantwoord graag als je vragen.

Blegh

Blegh

‘Geen idee, gewoon een apathisch gevoel.’ krijg ik als antwoord als ik vraag hoe het gaat. Alhoewel hij dat niet kan zien, knik ik toch naar mijn telefoon. Ik snap het. Ik heb vandaag ook zo’n blegh gevoel. We hebben allebei een blegh-gevoel waardoor we allebei niet veel meer zeggen, wat zeer ongebruikelijk is voor ons. Normaal hebben we aan drie uur bellen nog niet genoeg maar raken de accu’s van onze telefoons leeg. Zijn blegh-gevoel heeft een andere oorsprong dan de mijne maar we snappen elkaar wel. Al snel zit zijn pauze er weer op, klikt hij zijn telefoon uit en gaat terug naar binnen. Ik klik ook mijn telefoon uit, wil mijn potlood weer pakken maar voordat ik mijn iPad aankan zetten hoor ik de sleutel in het slot. ‘HALLOOOOOO…’ galmt er door de gang.

Dochterlief moet vandaag weer aan de studie. Omdat het bij haar bloedje heet is, brengt ze de hond naar mij. Zij heeft haar blegh-gevoel gelukkig gisteren van zich afgeschud en is weer haar vrolijke zelf, behalve dan het geklaag over de warmte, we moeten natuurlijk wel wat te klagen hebben. Ze geeft haar hondenkind een knuffel en verdwijnt net zo snel als dat ze gekomen is. De hond kijkt haar teleurgesteld na. Toch is hij haar in een nanoseconde vergeten als ik alleen al het woord ‘Bos’ roep. Wat lijkt het me toch heerlijk om zo simpel te zijn.

Hij kijkt mij guitig en vragend aan of we nu gelijk weg gaan, of nu, of nu dan….. Ik kijk hem aan met mijn blegh-zicht maar kan een glimlach niet onderdrukken. ‘Vooruit dan, we gaan nu naar het bos!’ Ik grijp m’n spullen en de hond maakt een megasprong richting de deur. Lopen is altijd een goed idee om van je blegh af te komen. Wat heb ik het afgelopen jaar gelopen. Ki-lo-me-ters per dag. Stap na stap. Voet voor voor. Zolang ik de ene voet voor de andere bleef zetten, wist ik dat ik door zou kunnen blijven gaan, ondanks de zoveelste tegenslag in het leven. Lopen stond synoniem voor door blijven gaan, niet opgeven, ook al is het stapje voor stapje, voetje voor voetje. Na iedere hobbel een gevoel van victorie om vervolgens weer de volgende hobbel te moeten nemen. Het houdt niet op, niet vanzelf.

Terwijl de hond vrolijk door het park rent, mijmer ik verder door mijn hersenspinsels. De zon probeert door mijn huid heen te branden maar het boeit me niet want ik zoek naar antwoorden en oplossingen. Ik weet dat zijn vrouwtje wil dat hij zwemt dus af en toe probeer ik hem het water in te duwen maar hij trapt er niet in, liever duwt hij mij het water in. Al spelende verdwijnen de problemen voor heel even naar de achtergrond. Na een uur zweten en puffen in het bloedverzengende hitte, komen we terug bij de auto. Hond moe. Ik zo rood als een kreeft maar het blegh gevoel is weg.

‘De zonkracht was heel even minder hoor want er was een eclips.‘ vertelt zoonlief als fun fact of the day als ik niet veel later thuis kom en hem vertel over de hitte. De laatste zonsverduistering die ik me nog goed kan herinneren was toen dochterlief net geboren was. Ik had mezelf wijsgemaakt dat ze zoveel huilde omdat ze de aankomende zonsverduistering aan voelde komen. Wat natuurlijk onzin was, ze huilde daarna zelfs nog meer en harder.

Toch gaat er ineens een spaarlampje in mijn bovenkamer branden. Misschien hebben we daarom allemaal dat blegh gevoel. Ik grijp naar mijn telefoon in mijn kontzak om een berichtje te schrijven. ‘It’s not you, it’s the eclips.’ Maar ik bedenk me en haal de tekst weer weg. Zijn blegh gevoel is van een heel ander kaliber. Megashit die opgelost moet worden wat geen makkelijke weg zal zijn. In plaats daarvan stuur ik een grappig filmpje van de hond, hopende dat zijn blegh gevoel daardoor ook een beetje verdwijnt, zoals de maan voor de zon, of was het de zon voor de maan? Of als sneeuw voor de zon? Hoe het ook verdwijnt, als het maar verdwijnt want blegh-gevoelens verlammen op een moment dat je juist actie moet nemen. Blegh!

 

 

Degene die het moeilijkste is om van te houden

Degene die het moeilijkste is om van te houden

Degene die het moeilijkste is om van te houden,
heeft het juist het hardste nodig

‘Help…’ piept een stemmetje. ‘Help…hier beneden,’ jammert het stemmetje. ‘ik hang hier.’ Victor kijkt verbaasd naar beneden, waar een verdrietig spinnetje ondersteboven aan z’n spinnendraadje bungelt.
‘Wat is er met jou gebeurd?’ vraagt Victor.
Sita Spin zucht moedeloos. ‘Ik heb acht poten,’, ze wiebelt met al haar acht voetjes. ‘maar die zitten nu allemaal in de knoop.’
Victor vliegt onderzoekend een paar rondjes om Sita heen, zoekend naar een oplossing om Sita weer uit de knoop te krijgen.
‘Iedereen is bang is voor mij,’ zegt Sita sip, ‘Ik hoopte dat als ik vier voetjes zou verstoppen, niemand meer bang voor mij zou zijn.’
‘Zo eng zien ze er toch niet uit? Alleen een beetje harig.’ merkt Victor op die een beetje zus en een beetje zo doet, zodat plots al haar pootjes uit de knoop zijn. Hoera, het is gelukt!

Sita vliegt Victor om zijn nek en geeft hem een dikke knuffel. Eerst schrikt Victor heel even maar als hij merkt dat Sita hem niet wil opeten, geeft hij haar een dikke knuffel terug. Sita heeft er van nu af aan een vriendje bij!

Deze illustratie is eerder gepubliceerd in de Spinselshop. Loop je al heel lang met een idee rond voor een prentenboek? Wil je graag een illustratie laten maken voor een speciale gelegenheid en je vindt mijn stijl helemaal geweldig? Neem dan vrijblijvend contact met mij op en ik beantwoord graag als je vragen.

It cost nothing to be kind

It cost nothing to be kind

“Mevrouw, bent u een beetje bekend hier?” Ik haal de doppen van mijn koptelefoon uit mijn oren. Na een lange dag hard werken wilde ik net aan mijn wandeling beginnen toen een man me aansprak in het park. Zijn hond, een flinke uit de kluiten gegroeide american stafford achtige hond stond er kwispelend naast.
Ik knik en mompel dat ik een beetje bekend ben. Ook al ben ik geboren en opgegroeid in dit gat, heb ik toch de meeste tijd in mijn eigen bubbel gezeten en kunnen mensen van buitenaf me nog steeds haarfijn vertellen waar iets in mijn dorp schijnt te zijn.

“Ik ben op zoek naar een restaurant. Het moet hier ergens bij het water zijn.” Ik glimlach bij de opmerking ‘dichtbij het water’. Alles is hier dichtbij het water. Ik vraag hem naar de naam van het restaurant maar dat wist hij niet. Hij wist eigenlijk niet veel alleen dat er een restaurant moest zijn waardoor ik er vanuit ging dat hij misschien bij dat restaurant moest gaan werken. Of eten. Op de vraag of hij zijn moeder kon bellen voor de naam van het restaurant die hem hier ergens had afgezet, reageerde hij niet. Hij was dan ook wel al bijna veertig, vertelde hij trots.

Het is een behoorlijk eind lopen hoor naar dat restaurant.” zeg ik tegen hem. Hij kijkt beteuterd. “Zal ik je anders even met de auto brengen?” Zijn ogen lichten even op maar kijkt daarna naar de hond. “Mijn dochter heeft ook een hond, hij kan gewoon op de achterbank.” zeg ik tegen hem.

Ik breng hem eerst naar het eerste restaurant bij het water maar nee, nee hij herkende het niet. Dit was het echt niet dus ik keer de auto om en rij terug naar het andere, wat sjiekere restaurant. Terwijl de hond ondertussen met zijn enorme grote kop naast me uit het raampje hangt, begint hij te praten. “Dat maak je niet vaak mee dat een vreemde je ergens heen wilt brengen.” Ik glimlach.

“Vriendelijkheid kost niets.” zeg ik tegen hem. “Als ik iemand kan helpen dan doe ik dat graag.” In mijn achterhoofd hoor ik de afkeurende stem van mijn zus. “Ben je gek ofzo? Een wildvreemde in je auto?” We hebben namelijk wel vaker die discussie gehad. Ooit kwam ik ’s nachts naar huis rijden en zag een auto met pech langs de snelweg staan. Een jonge knul stond naar mij te wapperen terwijl zijn moeder bij de auto stond. Ik stopte direct en vroeg of ik kon helpen. Niet dat ik heel veel van auto’s weet, maar ik had wel een telefoon bij me. Ze hadden alleen startkabels nodig en laat ik die nou altijd standaard in mijn auto hebben. Toen bleek dat we alle drie niet wisten hoe we startkabels moesten aansluiten, wuifden we nog een auto langs de kant, die hun auto weer aan de praat kreeg. “Ze hadden je wel kunnen vermoorden. Of je auto kunnen jatten” had ze opgemerkt. Dat had gekund maar dat is niet gebeurd. Ik heb wel moeder en zoon weer op weg geholpen zodat zij ook van dat gevaarlijke punt langs de snelweg midden in de nacht veilig naar huis konden.

Ook het tweede restaurant was niet de plek wat hij bedoelde dus uiteindelijk komen we weer op de parkeerplaats uit waar we begonnen. “Ach het maakt ook niet uit, ik wilde alleen een stukje gaan lopen met de hond.” Ik kijk hem aan maar besluit er niets over te zeggen. “Als je die kant op loopt, kom je ook een groot water tegen.” zeg ik tegen hem als ik mijn oordoppen weer in plug en de andere kant op begin te lopen. De hond heeft ook zijn keus gemaakt, hij vond het zo gezellig met mij dat hij vrolijk met mij mee hobbelt. De man kijkt niet meer om en ziet niet dat zijn hond niet meer naast hem loopt. Pas als hij bijna uit zicht is, kiest de hond toch eieren voor zijn geld en rent zijn baasje achterna.

Ik zet mijn muziek aan en denk terug aan mijn ochtend. Alle kattenogen waren op een gewonde baby ekster gericht, die hulpeloos in mijn tuin zat. Het arme beestje kon niet vliegen. Snel pakte ik hem op en bracht hem in veiligheid. Het leek alsof hij gewond was. Het enige wat ik kon doen was de dierenambulance bellen die hem niet veel later kwam ophalen. Terwijl ik het somber in zag voor het beestje, was de ambulancebroeder vreselijk optimistisch over zijn toestand.
“Ik hoop dat ik hem binnenkort weer terug zie in mijn tuin.” zeg ik bij afscheid.
“Dankzij uw snelle optreden waarschijnlijk wel, mevrouw! Bedankt voor het bellen.” zegt hij als hij met vogel weer de deur uitloopt. “In de vogelklas gaan ze uitvogelen wat hem mankeert. Daar lappen ze alle vogels weer op.”

Als ik niet veel later puffend de top van de heuvel bereik, besef ik dat ik vandaag mijn karmapunten wel weer verdiend heb. Toch is het met mijn karmapunten hetzelfde als met mijn supermarktpunten, of welk puntenspaarsysteem dan ook, ik vergeet ze altijd te cashen tot ze ineens verlopen zijn.

Toch is dat niet de reden waarom ik een helpende hand blijf bieden, kindness cost nothing, het kost niets om een beetje vriendelijkheid in een wereld te verspreiden, waarin zoveel ellende gaande is. Een helpende hand, een glimlach of een vriendelijk praatje. Voor veel mensen kan het een verschil zijn van dag of nacht.

Zondagmorgen

Zondagmorgen

Eindelijk is de langverwachte lente aangebroken, die dan ook zonder schaamte gelijk over gaat in de zomer. Temperaturen van drie graden schieten ineens omhoog naar 23 graden. Puffend en zwetend probeer ik me aan te passen aan de weersverandering. Truien duw ik in mijn kledingkast naar achteren op zoek naar iets wat op een shirt lijkt.

Van jongs af aan heeft de zondagmorgen voor mij altijd iets speciaals gehad. Terwijl mijn moeder zich naar de kerk haastte, pakte mijn vader de gelegenheid om zijn oude vinyls te draaien. Kenny Rogers en Dolly Parton schalden door de speakers terwijl ik me buiten in een tuinstoel met een boek nestelde. Er hing een onverklaarbare serene sfeer waar ik nog altijd met weemoed aan terug denk. Alhoewel mijn vader en ik niet echt praters zijn, was het goed. Hij deed zijn ding en ik deed mijn ding. Zonder wat te zeggen, genoten we van elkaars gezelschap.

Mijn jeugd is allang vervlogen maar nog steeds, als de lente begint, gooi ik de tuinstoelkussen naar buiten, zet een kop thee en geniet van het heerlijke zonnetje. Dit zijn de mooiste uren om in alle rust en stilte aan een nieuw boek te werken, of een nieuw boek te lezen, een illustratie te maken of gewoon te genieten.

Alhoewel? Rust? Nog voordat ik mijn kop thee op tafel zet, gaat er twee tuinen verder een hoge drukreiniger aan. Er raast een snerpende scooter veel te hard langs mijn tuinpad. Rechts van me beginnen Hollandse smartlappen te bleren.
Als ik me probeer te focussen op het schrijven van een nieuwe verhaal, hoor ik ineens het gebrom van wat lijkt op een te grote hommel. Ik kom bedrogen uit. Er hangt een enorme drone boven mijn tuin. Het gevoel van bekeken te worden geeft mij een umheimlich gevoel en ik trek langzaam mijn vestje maar weer aan ook al brand de zon indringend op mijn blote huid.

Ik groeide ooit op in een dorp waar het altijd stil en rustig was. Jammer genoeg is dat door de jaren heen veranderd in een plek waar iedereen hutjemutje op elkaar zit gepropt en totaal geen rekening meer met elkaar lijkt te houden.
Als dan ook de buurman zijn elektrische grasmaaier start voor de drie grassprieten in zijn tuin, ben ik het zat. Ik geef het op. Ik drink in twee slokken mijn thee op, klap mijn laptop dicht en vertrek geïrriteerd naar binnen. Met een klap gooi ik de achterdeur dicht alsof ik een statement wil maken in de buurt. Niet dat het iemand opvalt want er wordt hier dagelijks met deuren gesmeten.

Misschien ooit. Ooit vind ik een plekje waar het gewoon nog stil en rustig is. Somewhere on an island, in the stream of zo….

 

Orde in de chaos

Orde in de chaos

‘Kun je zo snel mogelijk langskomen?!’ belde een klant bijna in paniek op. We komen er zelf niet meer uit. Ik werk al langer voor deze klant, ze willen altijd alles zelf doen, wat niet gaat en pas als ze met hun handen in het haar zitten roepen ze mij om hulp maar dan is het meestal al chaos.

Zoals beloofd stond ik zo snel mogelijk op de stoep. 112-grafischespoed had ik best op mijn brandweerrode auto kunnen plakken. Ik heb alleen nog een zwaailichtje nodig. Ze kennen me al zo goed dat er gelijk een hete kop thee voor me neergezet. Nog voordat ik mijn schrijfblok uit mijn tas heb gehaald, beginnen ze al door elkaar te praten, problemen op tafel te gooien, met oplossingen er achteraan. Het verhaal gaat van de hak op de tak, van links naar rechts en van binnen naar buiten. Een ander zou er geen touw aan vast hebben kunnen knoppen, maar ik ga rustig zitten, drink mijn te hete thee en luister.

Het is een techniek die ik mezelf aangeleerd heb, toen mijn kinderen nog jong waren. Elke avond tijdens het avondeten wilden ze allebei tegelijk hun verhaal vertellen, door elkaar heen. Uiteindelijk schreeuwden ze allebei dat ik niet luisterde, om vervolgens allebei hun verhaal na te vertellen en er ineens een vreselijke stilte aan tafel viel. De skills die je leert als alleenstaande moeder, krijg je niet mee op een dure universiteit en het is nog gratis ook!

Als ze door hun eigen chaos heen het verhaal zelf niet meer begrijpen, stel ik een paar simpele vragen; wie is je klant? en wat komt die klant op je website doen? Ze kijken me aan alsof ze water zien branden, Jezus tot leven hebben zien komen of het eind van de wereld aan zien komen. Ik kijk ze vragend aan. ‘Wie is je klant en wat komen ze doen? Willen ze alleen informatie over het bedrijf? Komen ze een product kopen?’ Eigenlijk wisten ze dat niet eens.

Stap voor stap lopen we door het proces heen. Wie zijn hun klanten, waar komen ze vandaan en wat komen ze doen op de website. Ik schep orde in de chaos. Ik hou van orde. Simpel. Het leven is al moeilijk genoeg. Mijn leven is altijd al één grote chaotische rollercoaster geweest. Alles om mij heen is altijd chaos en ingewikkeld, daarom hou ik zo van versimpelen. Ik maak graag dingen simpel en duidelijk. Niet te moeilijk doen. Als ik het zelf niet begrijp, kan ik het ook niet aan mijn klant, of wie dan ook in mijn omgeving verkopen.

Uiteindelijk krabbel ik wat aantekeningen op een blaadje. Ik zie mijn klant met angst in zijn ogen kijken naar mijn aantekeningen. ‘Denk je dat je orde kan scheppen in onze chaos?’
Ik kijk hem met een niet te onderdrukken grijns aan; als er iets is waarin ik mijn Masterdegree heb gehaald, als dat zou bestaan, dan is het orde scheppen in chaos. Filteren, lijstjes maken, schrappen, ordenen. Het is een guilty pleasure die ik maar al te graag met beide handen aanpak.