6.28 uur. Ik schrik wakker. Het is tergend stil buiten, op een vogeltje na, wat stoer doorfluit terwijl de zon een poging doet te ontwaken. Vandaag is de dag die zoveel moeders vrezen. Oudejaarsdag. Ik vind vuurwerk schitterend en het hoort ook echt bij Oud&Nieuw. Maar dan wel graag afgestoken door iemand anders en niet door mijn eigen kinderen.
6.46 De eerste knal. Er bekruipt me een naar gevoel. Ik hoop dat de komende 24 uur snel voorbijgaan. Ik heb de HAP en de SEH afgelopen jaar iets teveel bezocht. Ik stuur vriendin C een succes-voor-de-operatie-berichtje en spreek mezelf moed in, als ik terugdenk aan het moment dat zoonlief zijn gekregen vuurwerk al wat eerder wilde afsteken. Hij steekt z’n vuurpijl aan en er gebeurt niks. Hij kijkt of het lontje wel brand en ik zie hem de vuurpijl op zijn oog richten. “Gooi weg! Niet doen!” roep ik. De vuurpijl was uit en er gebeurde niks maar als in een flits zag ik de pijl zijn oog raken, ontploffen, z’n glansrijke toekomst als piloot of astronaut in het water vallen. Adem in, adem uit. Zoonlief zucht ergelijk. “Sjonge mam doe eens niet zo bezorgd! Ik kijk heus wel uit.” Hij ziet die kloppende ader niet op mijn voorhoofd.
6.53 Ik zou eigenlijk aan het werk moeten. Ik draai me nog een keer om. De kloppende ader in mijn voorhoofd is nog steeds naargeestig aanwezig. Kan ik ze niet stiekem opsluiten voor een nacht? Gewoon veilig terug in hun Maxi-Cosi’s?
Ook de ogen van dochterlief beginnen te glinsteren als haar vriendinnetje met de meest grote bommen aan komt zetten. Ze was met het vriendinnetje samen naar de film geweest. Op die momenten heb ik alle vertrouwen in haar, dat ze niet in zeven sloten tegelijk loopt. Haar moeder doet nog een poging om ze tot rede te brengen door een foto van een ontplofte hand te laten zien. Zij willen het niet zien, dus duwt ze het fotootje onder mijn neus. Mijn benen lijken de vorm aan te nemen van jelly-pudding. Dochter roept dat ze nog wat gaan afsteken en ik hoor mezelf hard nee! roepen. Ik sleur haar nog net niet aan haar haren mee naar huis. Weg van de bommen en granaten. Gedwee stapt ze in de auto en roept vrolijk dat ze dan morgen echt wel gaan afsteken. De ader in mijn voorhoofd staat op springen.
10.23 Broer en zus komen te gelijk opgetogen uit bed. Vandaag is de dag! Shit, denk ik direct, ik had hun kamerdeuren op slot moeten draaien. Nu is het te laat. Ik ben echt geen overbezorgde moeder. Ik kan ook heel makkelijk loslaten als ze een weekje op kamp gaan of logeren. Maar oudejaarsdag met pubers die vuurwerk willen afsteken, is zelfs voor mij even teveel. Wat zou er eerder knallen? Die kloppende ader op mijn voorhoofd of de vuurpijlen in hun tasje?
Ik kan alleen maar hopen dat de komende uren voorbij vliegen en we morgen weer gezellig met 6 ogen, 6 oren, 3 neuzen en 30 vingers en 1 suffe kat aan het ontbijt zitten.