Het is 11 februari 2014 wanneer alle groep acht leerlingen ten strijde trekken om de landelijke CITO te gaan maken. Volgens veel ouders een achterhaalde toets waarvoor het niet nodig is om nerveus voor te zijn. Maar toch….door alle aandacht omdat het landelijk is, merk je een bepaalde spanning. Vooral bij de ouders.

11 februari 2014. 08.20 uur. Ik zet zoonlief af voor school. Normaal gaat hij altijd op de fiets maar deze drie dagen mag alles anders. Hij mag in pyama naar school en luxe met de auto. Ondanks zijn zware verkoudheid, waarbij het snot harder uit z’n neus holt dan een Afrikaanse hardloper op de 1500meter sprint, lijkt hij weinig zenuwachtig te zijn als ik hem succes wens. Ik zou geen echte moeder zijn als ik stiekem een snikje wegslik. Het lijkt nog maar gisteren dat ik hem hier voor het eerst bracht en nu zijn de laatste dagen op deze school geteld.

11 februari 2014. 12.52 uur. Mijn telefoon geeft een vrolijke pling. Ik kijk op mijn beeldschermpje en zie: “Ik had maar zeven fout!!!”  Samen met een andere jongen was hij de beste van de klas. Supertrots app ik meteen terug. Zoonlief appt vrolijk door. Hij verveelt zich nu. Het werk is gedaan en ze hebben niks meer te doen. Ik ga hem die middag iets eerder uit school halen want we hadden hem ingeschreven voor een assesment op de middelbare school. Een asses-wattus? Ja u hoort het goed, een assesment. Een toelatingsexamen voor een speciaal plus-programma voor leergierige kinderen. Van de honderd aanmeldingen is er maar plek voor vijftig.

11 februari 2014. 14.53 uur. We melden ons op de nieuwe school. Zoonlief is al onder de indruk van de bibliotheek waar het verzamelpunt is. Een bibliotheek op school? Heb ik die ooit bij dochterlief gezien?
Terwijl ik de formulieren invul, waarom juist mijn zoon geschikt is voor dit programma, gaat hij op de foto. Ik rol met mijn ogen en kijk geïrriteerd naar mijn formulier. Kan ik er opschrijven: “Dat is toch duidelijk? Kijk dan naar hem! De meest geweldige, slimme zoon die je ooit bent tegen gekomen.” Xavipedia noemen we hem ook wel eens. Omdat ie altijd alles weet of wil weten.
Zoonlief opvoeden zonder vader is geen probleem, maar hem opvoeden zonder Google zou een drama geweest zijn.
Al snel vertrekt hij enthousiast met de groep naar het eerste lokaal en ik? Ik hoor mezelf weer een snikje wegslikken en schuifel onzichtbaar tussen de andere ouders naar buiten.

11 februari 2014. 17.51. Ik ben weer terug in de bibliotheek samen met alle andere moeders en vaders wachten we op de terugkeer van onze kinderen. En dan zie ik hem. Met een rechte rug en een vrolijk gezicht stapt hij de bibliotheek weer in. Onze blikken vinden elkaar in de mensenmassa en hij komt gelijk op me afgerend. “Hoe was het?” vraag ik zo rustig mogelijk.
Hij begint te vertellen hoe geweldig leuk het was, dat ie dit echt graag wil. En dat de meneer die hem geïnterviewd had, “onder de indruk was” van hem. Ja duh! Natuurlijk! Wie is er niet onder de indruk van hem?

Ik geef hem een dikke knuffel voordat we naar huis gaan. Nu mag het nog. Mijn normaal zo stille jongetje kwebbelt de hele weg naar huis. Nu is het enkel wachten op de uitslagen.

11 februari 2014. 22.16 uur. Het is donker in huis. Iedereen heeft zijn bedje gevonden. Als een film trekt de dag nog eens aan me voorbij. Voor heel even slik ik mijn snikje niet weg. Niemand die het ziet, niemand die het hoort. Maar iedereen die mag weten hoe ongelooflijk trots ik ben op mijn twee pubers.

Loading