Het is op de vooravond van Kerst2020 dat er nog een laatste ZOOM-meeting gepland staat. Het zou een oriënterend gesprek zijn over illustreren en subsidies. Stipt half vier vlogen onze beide camera’s aan en maakte ik kennis met de aardige mevrouw aan de andere kant van de lijn. Na de eerste introducties ging het gesprek al snel over de onzekerheden van elk creatief persoon. ‘Ben ik wel goed genoeg.’

Vanaf jongs af aan zat ik altijd al met een potlood in m’n handen, tot grote ergernis van m’n moeder. In plaats van de creativiteit te stimuleren, werd ik er juist in afgeremd. ‘Daar kun je geen droog brood mee verdienen.’ was steevast het antwoord en ‘volg een opleiding waar je een normale baan mee kunt krijgen’.

Die opleiding deed ik en die banen kreeg ik. Uiteindelijk creëerde ik mijn eigen baan zodat ik het alleenstaand moederschap perfect met mijn werk kon combineren. Toch bleef dat potloodje een aantrekkingskracht hebben die ik niet langer meer wilde onderdrukken. Uiteindelijk werden de kinderen ouder en besloot ik stiekem ‘gewoon’ weer te beginnen, zonder het aan iemand te vertellen of überhaupt te laten zien. Stiekem online cursussen volgen, stiekeme workshops, boeken en artikels lezen en heel veel oefenen.

‘Ik kijk nu even naar je werk en ik zie dat je écht heel goed bent. Je werk ziet er professioneel uit dus ik vraag me af wat we je kunnen bieden.’ Ik voel mijn wangen kleuren. Stiekem ben ik, zelfs zonder dat ik het zelf door had, steeds beter geworden. Natuurlijk kreeg ik complimentjes van vrienden maar ik ging er van uit dat ze beleefd waren, niet dat ze het echt meenden.
‘Die motormol op de Harley is echt gewéldig.’ gaat ze verder terwijl ze met een gedeeld scherm door mijn website bladert. Ook de boeken vindt ze geweldig.

‘Wat hoop je bij ons te leren?’ Dat was duidelijk een vraag die ik niet verwachtte en dus ook niet direct een antwoord op had. Professioneel illustrator worden maar dat heb ik blijkbaar stiekem al bereikt. Ik heb al vaker naar hun cursusaanbod gekeken maar het idee om in een groep te moeten illustreren geeft echt rode vlekken in mijn nek.

‘Dus als ik het goed begrijp, heb je na je scheiding de puinhopen van je ex-man opgeruimd, twee kinderen opgevoed en een bedrijf opgebouwd met de nodige tegenslagen wat behoorlijk zwaar is geweest. Maar gezellig met andere creatievelingen een cursus volgen vind je doodeng?’
Als je het zo stelt, klinkt het belachelijk. Ik heb de grootste monsters verslagen toch lijkt mezelf kwetsbaar opstellen en mijn artwork delen ineens onoverkomelijk eng. Ik besluit dat het onzin is. Ik beloof haar de komende week te beslissen wat bij mij past zodat we over een week weer contact hebben.

Het zijn van die stiekeme Ah-Ha momentjes die je ineens overvallen. Momentjes die een glimlach op m’n gezicht toveren en een blos op m’n wangen. Met dat trotse gevoel sluit ik mijn computer af. Het is half vijf. De Kerst is officieel begonnen. Ineens voel ik de moeheid als een zware deken over me heen vallen. Ik heb deze week weer knetterhard aan mijn droom gewerkt. Ik wéét dat het me gaat lukken, want dat enorme Monster der Onzekerheden blijkt eigenlijk maar een heel klein piepend woestijnregenkikkertje te zijn.

Loading