Zondagochtend 7 uur en ik staar naar het plafond. Ik moet van mezelf blijven liggen. Iedereen heeft het geroepen deze week: “Neem je rust!!”. Zelfs m’n dagelijkse horoscoop meldde elke dag dat ik rust moest nemen. Dus daar lig ik dan, verschrikkelijk druk m’n rust te nemen. Het is nog stil in huis. Dat krijg je met pubers. Die drijven je tot waanzin tot diep in de nacht en slapen de volgende dag tot in de middag. Het plafond ziet er nog steeds hetzelfde uit maar langzaamaan begint de re-run van de afgelopen week als een film over het plafond aan mij voorbij te trekken.
Werk, heel veel werk. Maar ook een ouderavond waar Meneer Wiskunde-NASK nog steeds hoop had, dat dochterlief met gemak zessen en zevens kon halen. Hij wilde zelfs helpen orde te scheppen in haar chaos. Fijne man dat ie alles zo goed begreep. Verbazingwekkend ook voor een wiskundeleraar. Meneer Frans bleek ook wat meer ontdooid te zijn na ons laatste gesprek. “Ik zie in dat het toch wel beter is voor uw dochter als ze af en toe een loopje heeft.” Zo he he, een wonder is geschied. Er gaan lichtjes branden in Frankrijk. Met schaamrood op zijn kaken gaf hij toe dat hij in zijn schoolwerk ook altijd tekeningetjes zat te maken.
“Mam, wil je een afspraak maken bij de fysio. M’n voet doet weer pijn.”
“Mam, maandag heb ik paardrijles. Waar zijn mijn paardrijspullen gebleven?”
Werk en kinderen wisselen elkaar in een rap tempo af. Ik moet opletten dat ik de twee niet door elkaar haal. Zus belt tussendoor of ik vrij kan vragen op de scholen van de kinderen. Tuurlijk! Maar ik mail bijna een klant in plaats van de school van zoonlief.
Twee dagen lang ben ik de uitvalbasis voor Greenpeace. Ze gooien hun spullen in de gang, maken gebruik van de wc en om de kou te verdrijven bied ik ze warme thee aan en breng ze naar de cafetaria in het dorp. Foto’s worden gemaakt en handtekeningen uitgedeeld als één van de Greenpeace-gangers trots vertelt dat hij toevallig ook bij Feijenoord speelt. Dochter en zoon stuiteren nu samen door het huis van opwinding waardoor we bijna te laat komen bij de orthodontist.
Terwijl een collega vraagt of alles wel goed gaat met me omdat ik er zo moe uit zie, schuift een andere collega nog wat extra werk op de stapel. Een nieuw te ontwerpen magazine met logo en huisstijl. Graag voor het weekend klaar. Het laatste beetje kleur trekt uit mijn gezicht. Het is vrijdagmiddag als ik mijn uren optel. Verbaasd vraag ik me af, hoe ik zoveel uur heb kunnen werken.
Zaterdag is een dag vol verplichtingen zoals boodschappen, opruimen, boekhouding. Ik hoopte aan het eind van de dag, tijd te kunnen maken voor mijn studie die ik er ook nog bij doe. “Doe nou eens rustig, mens!” appt een vriendin. Ik sta op de race-stand. Iemand moet het toch allemaal doen? Ik vlieg van de ene winkel naar de andere winkel. Ergens tussen alle verplichtingen trakteer ik mezelf op een nieuw kledingstuk. Ik sta in de paskamer als mijn telefoon piept. “Wat doe je?” Half aan- of eigenlijk uitgekleed sta ik vol enthousiasme mijn week te vertellen. Ik krijg alleen als antwoord: “Je moet niet hard denken”. In de spiegel zie ik een dikke frons op mijn gezicht verschijnen. Ik denk na. Dit is weer eens wat anders dan ‘neem je rust’. Ik moet altijd zo lachen om hem. In één korte zin weet hij altijd direct de kern te raken. Mijn persoonlijke Boeddha omdat hij me altijd aanzet situaties anders te bekijken.
Ik stuur grinnikend een half boekwerk terug want ik weet dat ie daar zo’n hekel aan heb, kleed me aan, reken af en ga naar huis. Ondertussen krijg ik alleen een lachend smiley terug.
Zondagochtend, bijna half acht. Nog steeds staar ik naar het plafond. Ik moet en zal rusten. Ik voel de RSI prikken in mijn schouder, de verkrampte plek in mijn rug, waar ik de afgelopen week doorheen ben gegaan, en ik krijg het letterlijk op m’n heupen. Hoe zouden andere mensen dat doen? Rust nemen? Alsof ik vastgebonden ben aan bed, blijf ik liggen. It aint rocketscience. Dit moet ik toch ook kunnen? Gewoon rustnemen?! Een diepe zucht, ik moet nog zoveel doen vandaag voordat de week weer begint. Op het plafond heeft de film plaats gemaakt voor lijstjes. Huiswerk met dochterlief. Een enorme strijk. Stofzuigen. En die *&%#@boekhouding van het laatste kwartaal. Dan schiet ik ineens keihard in de lach. Dit schiet duidelijk niet op. Ik besluit op te staan, een grote kop thee te maken en maar weer gewoon te beginnen aan de dag. Een nieuwe week, nieuwe rondes, nieuwe kansen.