‘Geen idee, gewoon een apathisch gevoel.’ krijg ik als antwoord als ik vraag hoe het gaat. Alhoewel hij dat niet kan zien, knik ik toch naar mijn telefoon. Ik snap het. Ik heb vandaag ook zo’n blegh gevoel. We hebben allebei een blegh-gevoel waardoor we allebei niet veel meer zeggen, wat zeer ongebruikelijk is voor ons. Normaal hebben we aan drie uur bellen nog niet genoeg maar raken de accu’s van onze telefoons leeg. Zijn blegh-gevoel heeft een andere oorsprong dan de mijne maar we snappen elkaar wel. Al snel zit zijn pauze er weer op, klikt hij zijn telefoon uit en gaat terug naar binnen. Ik klik ook mijn telefoon uit, wil mijn potlood weer pakken maar voordat ik mijn iPad aankan zetten hoor ik de sleutel in het slot. ‘HALLOOOOOO…’ galmt er door de gang.
Dochterlief moet vandaag weer aan de studie. Omdat het bij haar bloedje heet is, brengt ze de hond naar mij. Zij heeft haar blegh-gevoel gelukkig gisteren van zich afgeschud en is weer haar vrolijke zelf, behalve dan het geklaag over de warmte, we moeten natuurlijk wel wat te klagen hebben. Ze geeft haar hondenkind een knuffel en verdwijnt net zo snel als dat ze gekomen is. De hond kijkt haar teleurgesteld na. Toch is hij haar in een nanoseconde vergeten als ik alleen al het woord ‘Bos’ roep. Wat lijkt het me toch heerlijk om zo simpel te zijn.
Hij kijkt mij guitig en vragend aan of we nu gelijk weg gaan, of nu, of nu dan….. Ik kijk hem aan met mijn blegh-zicht maar kan een glimlach niet onderdrukken. ‘Vooruit dan, we gaan nu naar het bos!’ Ik grijp m’n spullen en de hond maakt een megasprong richting de deur. Lopen is altijd een goed idee om van je blegh af te komen. Wat heb ik het afgelopen jaar gelopen. Ki-lo-me-ters per dag. Stap na stap. Voet voor voor. Zolang ik de ene voet voor de andere bleef zetten, wist ik dat ik door zou kunnen blijven gaan, ondanks de zoveelste tegenslag in het leven. Lopen stond synoniem voor door blijven gaan, niet opgeven, ook al is het stapje voor stapje, voetje voor voetje. Na iedere hobbel een gevoel van victorie om vervolgens weer de volgende hobbel te moeten nemen. Het houdt niet op, niet vanzelf.
Terwijl de hond vrolijk door het park rent, mijmer ik verder door mijn hersenspinsels. De zon probeert door mijn huid heen te branden maar het boeit me niet want ik zoek naar antwoorden en oplossingen. Ik weet dat zijn vrouwtje wil dat hij zwemt dus af en toe probeer ik hem het water in te duwen maar hij trapt er niet in, liever duwt hij mij het water in. Al spelende verdwijnen de problemen voor heel even naar de achtergrond. Na een uur zweten en puffen in het bloedverzengende hitte, komen we terug bij de auto. Hond moe. Ik zo rood als een kreeft maar het blegh gevoel is weg.
‘De zonkracht was heel even minder hoor want er was een eclips.‘ vertelt zoonlief als fun fact of the day als ik niet veel later thuis kom en hem vertel over de hitte. De laatste zonsverduistering die ik me nog goed kan herinneren was toen dochterlief net geboren was. Ik had mezelf wijsgemaakt dat ze zoveel huilde omdat ze de aankomende zonsverduistering aan voelde komen. Wat natuurlijk onzin was, ze huilde daarna zelfs nog meer en harder.
Toch gaat er ineens een spaarlampje in mijn bovenkamer branden. Misschien hebben we daarom allemaal dat blegh gevoel. Ik grijp naar mijn telefoon in mijn kontzak om een berichtje te schrijven. ‘It’s not you, it’s the eclips.’ Maar ik bedenk me en haal de tekst weer weg. Zijn blegh gevoel is van een heel ander kaliber. Megashit die opgelost moet worden wat geen makkelijke weg zal zijn. In plaats daarvan stuur ik een grappig filmpje van de hond, hopende dat zijn blegh gevoel daardoor ook een beetje verdwijnt, zoals de maan voor de zon, of was het de zon voor de maan? Of als sneeuw voor de zon? Hoe het ook verdwijnt, als het maar verdwijnt want blegh-gevoelens verlammen op een moment dat je juist actie moet nemen. Blegh!