[:nl]Boodschappen doen is voor mij vaak een meditatiemomentje. Schuifelend langs de lange rijen producten, gangpad in, gangpad uit terwijl mijn hoofd op de automatische piloot is geschakeld en mijn hand steevast altijd dezelfde producten pakt, loop ik mijn vaste route door de supermarkt. Ik hoef met niemand te overleggen, ik heb nooit een hangman bij me en ik hoef ook geen nietszeggende kletspraatjes te houden omdat ik nooit bekenden tegenkom of omdat ik ze misschien simpelweg gewoon niet zie door mijn meditatiemodus.
Toen mijn vaste supermarkt ineens twee weken dicht ging, was het toch wel even slikken. Mijn irritatielevel was al tot ongekende hoogtes gestegen maar een dichte supermarktdeur duwde me net over dat bekende randje. In eerste instantie weigerde ik gewoon boodschappen te doen maar een hongerig kind gaf toch de doorslag. Dan maar naar een die supermarkt, met andere producten die in andere gangpaden stonden. Wat heb ik binnensmonds gevloekt, getierd en gefoeterd. Ik wilde hier niet zijn. Het voelde als vreemdgaan. Ik wil mijn supermarkt terug!
Twee weken later kreeg ik mijn supermarkt terug. Nouja, het zat in hetzelfde gebouw en het had dezelfde naam. Maar na vijf stappen was ik de weg al kwijt. ‘Zoekt u iets mevrouw?’ vraagt een aardige medewerkster. ‘Een karretje.’ mompel ik. Ze wijst naar de rij boodschappenkarren naast mij waar ik al eventjes, vertwijfeld door alle veranderingen, voor stond te dreutelen.
Vol goede moed stap ik door de klapdeurtjes de winkel in maar help?! Waar ben ik, waar is alles, waar is mijn vaste route. Zelfs het licht lijkt anders te zijn in de vernieuwde winkel en wat is dit voor rare muziek? Waar is mijn meezingmuziek? In plaats van rechtsaf moet ik ineens linksaf. Langs mij heen zie ik zombie-achtige vrouwen zoeken naar de producten die ze normaal ook automatisch pakken. Ik pijnig mijn brein door diep te graven naar de artikelen die ik altijd als vanzelfsprekend pakte. De groenteafdeling lukt, brood kan ik vandaag overslaan maar daarna wordt het al moeilijk. Halverwege de winkel schrik ik me de ramptetampies. In plaats van een kinderhoek, is er in mijn supermarkt een mannenhangplek gemaakt met koffie, thee en een koekje. Gepensioneerde mannen hangen er dan ook letterlijk rond op rollators en stoeltjes terwijl ze flirterig het karrenduwend vrouwvolk checken.
Ik ga snel door naar de drankafdeling, daarna langs de koekjes en eindig bij de diepvries. De kassa is in zicht. Snelkassa? De ‘wtf’ prevel ik ondertussen aan de lopende band. Of ik nog een gratis kerststol wil. Ik gooi er snel eentje in mijn karretje en vlucht naar de uitgang. Pas buiten durf ik weer adem te halen, alsof ik zojuist uit een donkere kerker ben ontsnapt. Terwijl ik de boodschappen in de auto zet, besef ik dat ik de helft ben vergeten. Dit supermarktmeditatiemomentje heeft weinig toegevoegd aan mijn gestreste toestand. Misschien volgende keer toch maar een boodschappenbriefje maken zodat ik niet voor een tweede keer terug naar binnen hoef om de rest te halen.[:]