‘Er is nog één katje over.‘ zei m’n moeder. ‘de rest is allemaal al weg.’ Het was in de zomer van 2006 dat er op dorp een doos vol kittens stond om mee te nemen. Ik was er al honderd keer langs gelopen, maar twijfelde elke keer weer. Een kat brengt ook kosten met zich mee en ook al ging het al een stuk beter dan de jaren ervoor, wilde ik mezelf niet opzadelen met hoge dierenartskosten, mocht er iets met het beestje zijn. Wanneer ik een dier in huis neem, wil ik er ook voor kunnen zorgen.

De eerste keer toen ik in de doos keek, zat ie vol met pluizige mormeltjes, de één nog schattiger dan de ander. Elke keer verdween er eentje totdat er nog maar één overbleef. ‘Een zwarte kater’, zeiden ze. Niemand had interesse in een zwarte kater. ‘Weet je zeker dat het een kater is?‘ vroeg ik aan m’n moeder, want ik wist uit mijn dierenartsassistentetijd dat een kater castreren goedkoper was dan een poes. ‘Ja hoor, het is echt een kater!‘ zei ze stellig. Ik keek nog één keer over het randje van de doos. Een paar groene ogen keken me fel aan. Ik knikte en zei zachtjes: ‘Ik denk dat wij het wel goed met elkaar kunnen vinden. Allebei op straat gegooid en ongewild.

Dat was de dag dat ik Jinny, die later toch geen kater maar een poes bleek te zijn, in mijn armen en mijn hart sloot. De kinderen die later die dag thuiskwamen waren helemaal weg van haar maar de liefde was niet gelijk wederzijds. Jinny was een buitenkat, een jager. Terwijl zij de ratten en Vlaamse gaaien binnen sleepte, harkte ik de veren weer naar buiten. Aan haar twee gescheurde oren zag je direct dat ze geen knuffelkat of schootkat was. Ook de kittens die ze het jaar daarop op de wereld zette, had ze niet echt interesse in. Ze trok de velden in totdat de laatste kitten was verdwenen. Toch ze voelde precies aan wat we nodig hadden. Wanneer een kind weer moeite had met inslapen, bleef ze er naast liggen net zo lang totdat zoonlief of dochterlief in slaap viel, om daarna stiekem uit de houtgreep weg te sluipen. Ook wanneer er weer een woede uitbarsting was geweest, bleef ze rustig tot de storm ging liggen en wanneer ik daarna in alle stilte mijn eigen instortmomentje had, kwam ze naast me zitten en keek ze me aan met een blik die zei: ‘Je doet het echt goed, vrouwtje.’ Ondanks de poppenkleertjes die ze aan moest, en de wandeltochten met de kinderwagen, sloeg ze nooit een nagel uit naar de kinderen. Zo fel als dat ze buiten was, zo voorzichtig wist ze dat ze met de kinderen moest zijn.

Pas veel later bleef ze vaker thuis. Ze werd ouder, knuffeliger en een echte schootkat. Er was geen kip veilig in dit huis of ze zat er wel bij te knorren. Ze was er altijd, maar nooit tot last. De routine-kat die tot de laatste dag uit de vissenkom bleef drinken. De kat die nooit miauwde, alleen kon spinnen. Een kat die je troostte zonder woorden en aan het lachen kon maken zonder fratsen. Designkat die regelmatig naast me op mijn bureau zat tijdens het werk. Mijn steun en toeverlaat in de donkerste dagen en mijn go-to-person wanneer er niemand anders was die wilde luisteren.

Eind november werd ze plotseling ziek. Het begon met een zeer pootje maar al snel bleek er een tumor te zijn. Zoals zij mij altijd zo goed aanvoelde, voelde ik haar nu ook aan. Liggend op de warme vensterbank keek ze me opnieuw met haar grote ogen aan,  en ik wist dat het goed was. Ze had haar negen levens opgebruikt. Ik huilde dikke tranen om de beslissing die ik moest gaan nemen met daarbij het gemis van mijn allerliefste vriendinnetje. Ze troostte mij opnieuw. ‘Het is goed, vrouwtje. Je bent nu toch niet meer alleen.‘ Ik mocht haar nog een paar dagen thuis houden om afscheid te nemen, wat we uitbundig hebben gedaan. Geknuffeld, gelachen, gehuild en heel veel kip gegeten. Ondanks dat ze met de dag zieker werd, bleef ze met haar stoïcijnse blik sterk voor ons.

Jinny was anders dan andere katten. Jinny was bijzonder in alle opzichten. De vele tranen die ze heeft opgevangen, de vele verhalen die ze heeft aangehoord, ze neemt alles mee in haar graf. Op de laatste dag keken we elkaar nog één keer aan, zoals op die eerste dag in 2006 en we wisten allebei dat het goed was. Op 23 november rond half vijf sloot ze voor de laatste keer haar ogen. Veilig in mijn armen. Dicht bij mijn hart. Daar waar ze hoort.
Dag lieve Jinny. Ik ga je zo vreselijk missen.  

Loading