[:nl]Net op het moment dat ik de auto in wil stappen, hoor ik mijn telefoon piepen. Ik trek de smartphone uit m’n kontzak en lees de berichten. Vriendlief gooit zijn rugzak op de achterbank en kijkt me verbaast aan. Hij ziet mijn gezicht veranderen. ‘Wat is er?‘ vraagt hij. Gevolgd door mijn standaard ‘niks’. Over drie uur vertrekt zijn vlucht en ik wil hem niet ongerust maken. Ik stap alsnog in, start de auto maar als ik weg wil rijden, trap ik ineens op de rem. ‘Hij bedreigt me via SMS.‘ zeg ik ineens. Zijn gezicht verandert nu ook van zorgeloos naar zorgelijk. Toch rijden we naar Schiphol, waarbij we allebei diep in gedachte verzonken zijn naar mogelijke oplossingen of scenario’s.

Het verhaal begon toen dochterlief 2,5 jaar geleden deze man ontmoette. Hij was 23, zij 16. Uit alle macht probeerde ik haar bij me te houden. Ik faalde. Na 2,5 jaar ellende en drama kwam er dit jaar eindelijk een einde aan deze vreselijke tijd, waarin ik dag en nacht klaar stond om dochterlief op te vangen. Eindelijk! Maar daarmee was de kous nog niet af. Zij was zonder haar spullen vertrokken. Met enkel de kleren die ze aanhad, stond ze die ochtend bij me voor de deur. Haar veiligheid was de hoogste prioriteit. De rest volgde later wel. Maar de rest volgde later niet. Bij elke afspraak die ik met hem probeerde te maken, brak hij z’n woord. Uiteindelijk kwam hij met de deal dat ik 500 euro moest betalen om mijn eigen spullen terug te krijgen. We hebben het hier over een ondertussen 25-jarige man die probleemmeisjes van 14, 15, 16 jaar oppikt en gebruikt. Woest was ik, dat deze snotneus mij opnieuw een loer probeerde te draaien. Deze zoveelste oplichter was de bekende druppel.

Het duurde even voordat ik de oplossing had. Jaren eerder had ik hetzelfde trucje bij mijn ex uitgehaald. De oplichter opgelicht. Hoogmoed komt voor de val wanneer ze denken dat ze onverslaanbaar zijn. Ook ex trapte er met open ogen in. Ik stuurde de snotneus een foto met het geld. Ik kon de spullen ’s avonds op komen halen. Vriendlief ging mee voor mijn veiligheid. Ik klopte netjes aan, een huisvriend deed open en wees me de spullen aan. De snotneus stond nog onder de douche, zei hij. Vriendlief en ik keken elkaar aan. Zou het allemaal zo makkelijk zijn? We pakten de spullen en liepen terug naar buiten. De huisvriend rende achter ons aan. ‘Was er niet iets met geld?‘ Vriendlief gaf hem de lege envelop. Wij sprongen in de auto en reden weg. Dit was wel heel makkelijk.

Nog geen vijf minuten later belt Dochterlief: ‘Waar ben je?‘ vroeg ze in paniek. ‘Hij is in de auto gesprongen om de achtervolging in te zetten en je van de weg te rijden. Je moet nú direct van de hoofdweg af en naar het politiebureau gaan.‘ Ik gooi het stuur om en pak de binnenwegen. Als een idioot scheur ik over landweggetjes en check elke drie seconden mijn spiegels. Geen dikke niet-afbetaalde Dodge achter me. Ik kijk vriendlief aan. ‘We lijken Bonny en Clyde wel!‘ Hij zit rustig naast me en laat alles maar over zich heen komen. Gelukkig is hij gewend aan bizarre situaties en drama. Niets verbaast hem nog. Op het politiebureau doe ik mijn verhaal. ‘Het was niet echt een handige actie, mevrouw, maar grappig is het wel.‘ De politie kon op dat moment alleen geen bescherming bieden. Pas als er daadwerkelijk wat gebeurt, kunnen zij in actie komen. Heel even word ik terug in de tijd gegooid naar de dagen, waar ik zelf op de vlucht was voor een ex. Ook toen kon de politie niets doen. Ondertussen belt dochterlief alweer terug, dat hij was gestrand met een lege tank. Sukkel! dacht ik bij mezelf. Maar zo konden wij wel ons gemak naar huis rijden.

Die avond en ook de volgende dag hoorde ik niets meer. Ik hoopte dat hij zijn eigen stupiditeit had geaccepteerd. Tot het SMS-je. Hoe dichter we bij Schiphol kwamen, hoe moeilijker Vriendlief ging kijken. Ook ik was er niet gerust op. Ik parkeerde de auto op de Kiss&Go plek. ‘Wat nu?’ Ik kijk hem aan. ‘Ik ga niet!‘ zegt hij resoluut. ‘Ik laat je niet alleen. Ik zou me continue zorgen maken over je veiligheid. Fuck it!‘ Ik knik.
Ik kan niet voor je bepalen of je terug gaat of hier moet blijven, je moet doen waar jij je goed bij voelt. Ik red me wel.‘ zeg ik stoer, blij dat ik zit omdat ik m’n benen steeds slapper worden en warme tranen prikken achter mijn ogen. Wanneer houdt het op, denk ik bij mezelf. Wanneer ben ik klaar met klootzakken, geweld en oplichters? Ik ben zo moe. Moe van het vluchten. Ik ben het vechten zat.

Rij maar terug.‘ zegt hij nog een keer. ‘Ik ga echt niet weg. Ik laat je niet alleen.‘ Ik voel een golf van emotie door mijn lijf gaan, als ik besef wat een offers hij brengt om mij te beschermen. Op het moment van zijn besluit om te blijven, raakt hij zijn leven in Engeland kwijt. Dus zo voelt het, wanneer je partner je beschermt. Ik ken dit niet. Mijn gevechten waren altijd, ik tegen de rest van de wereld. Zoals tijdens de gymlessen op school, koos niemand voor mijn team. Het was té moeilijk. Ineens is daar mijn rots in de branding. Ik begin me al direct veiliger te voelen. Een zucht van opluchting ontsnapt stiekem als ik de auto in gang zet. Als we naar huis rijden, praten we over de onzinnigheid van de smsjes die hij heeft gestuurd. Zijn warme hand pakt mijn ijskoude hand. Samen slaan we ons er door heen.

Zoonlief kijkt vreemd op, als ik even later weer thuiskom met vriendlief. ‘Lang verhaal.‘ zeg ik tegen hem. Hij haalt zijn schouders op. Alles wat met zijn zus te maken heeft, is een lang en dramatisch verhaal. Dochterlief vraagt ondertussen of ik veilig thuis ben gekomen. Ik stuur haar snel een berichtje terug dat alles goed is. Op de iPad, die ik eindelijk weer terug heb, staat een andere code. Voor de zoveelste keer heeft hij me ook daarmee willen oplichten. Maar deze keer was ik hem net te slim af. De oplichter opgelicht.[:]